Foto: Shutterstock.

Auteur: Duggan Flanakin

Misschien moet Vladimir Poetin toch de Nobelprijs voor de Vrede krijgen.

Zeker, de bloedige invasie van Poetin in Oekraïne is een misdaad tegen de menselijkheid aangezien deze zich tegen burgers richt. Rusland heeft zelfs medische en humanitaire hulpkonvooien beschoten en gebruikt een kerncentrale als schild voor zijn militaire operaties.

Maar de invasie van Poetin kan Europa – en andere landen – redden van hun blind vertrouwen in de ‘klimaatramp’-beweging en de wereldwijde push naar ‘Net Zero’ in 2050. Zelfs voordat de oorlog van Poetin de Europese energievoorziening ontwrichtte en de energiekosten opdreef, leden Europeanen onder het zinloze “groene” energiebeleid dat werd doorgevoerd in naam van “het redden van de planeet”.

Het radicale ‘Net Zero’-plan dat wed opgesteld door de Verenigde Naties en wordt ondersteund door organisaties als het World Economic Forum, zou landen dwingen fossiele brandstoffen, kernenergie en zelfs waterkracht op te geven en in plaats daarvan zogenaamde “groene energie” te gebruiken, die niet groen is en geen betrouwbare, betaalbare energie oplevert.

De belangrijkste architecten, VN-president Antonio Guterres en VN-klimaatchef Christiana Figueres, hebben een plan bedacht dat nationale regeringen absolute dictatoriale bevoegdheden geeft om namens de VN fossiele brandstoffen, landbouw en andere sectoren te vernietigen.

Hun collectivistische plannen zijn gebaseerd op de stelling dat een relatief kleine toename van het kooldioxidegehalte in de atmosfeer (volgens sciencefictionschrijvers) het Vrijheidsbeeld zal onderdompelen en de zeespiegel zal doen stijgen, waardoor miljarden mensen zullen worden gedood of verdreven en dat landbouwgrond zou verbranden.

De mensen zouden moeten overschakelen op plantaardig “vlees” en zelfs zeevruchten moeten vermijden, alleen elektrische voertuigen moeten besturen en hun levensstijl moeten versoberen (behalve de elite, wier levensstijl onaangetast zou blijven). Minder bekend zijn de plannen voor een intermitterende, sterk gereguleerde stroomvoorziening, die eerst wordt verdeeld onder mensen met een hoog ‘sociaal krediet’.

Terwijl de “onverbeterlijke, betreurenswaardige” arbeidersklasse, wier levens al worden verstoord door deze grootse elitaire plannen, deze ‘pauselijke’ voorspellingen hebben gewantrouwd, is de onophoudelijke propagandamachine in  openbare scholen, staatsmedia en zelfs sociale media erin geslaagd de publieke oppositie dood te zwijgen – tot voor kort.

Poetins oorlog en energietekorten, buitensporige prijsstijgingen en paniek hebben veel Europese bevolkingen geradicaliseerd (denk maar aan de Nederlandse boerenopstand en de protesten tegen de hoge energieprijzen), waardoor veel landen hun plannen om fossiele brandstoffen geleidelijk af te schaffen, hebben ingetrokken en ernaar streven om goedkopere,meer betrouwbaarde energiebronnen voor de winter beschikbaar te stellen.

In de Verenigde Staten van Biden hebben de leiders juist gestemd voor honderden miljarden aan nieuwe subsidies voor groene energie (omdat die technologieën duur en onwenselijk zijn), kunstmatig hogere prijzen voor conventionele brandstoffen en ook een verbod op verbrandingsmotoren en gastoestellen. Maar deze oneconomische regelgeving zou binnenkort best wel eens op de schop kunnen gaan.

Tekenen dat de wetenschappelijke gemeenschap binnenkort misschien een einde maakt aan haar liefdesaffaire met het beleid inzake klimaatrampen, zijn vooral te vinden in wetenschappelijk commentaar op de gloednieuwe samenvatting voor beleidsmakers (AR6) van het IPCC. NASA-klimaatadviseur Gavin Schmidt heeft bijvoorbeeld de IPCC-modellen bekritiseerd als onrealistisch en niet ondersteund door waarnemingen.

Een jaar geleden vertelde Schmidt aan het tijdschrift Science:

“Het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat we dit moeten erkennen … Uiteindelijk zijn de modelprognoses, zelfs voor de nabije toekomst, waanzinnig alarmerend – en fout.”

Zo zijn de nieuwe scenario’s van het IPCC-rapport, die een temperatuurstijging tot 5°C voorspellen van 1850 tot 2100, niet in overeenstemming met de momenteel waargenomen opwarming van 0,15°C per decennium, wat neerkomt op een verdere stijging van 1,2°C tot 2100. De beperking van de wereldwijde temperatuurstijging tot 1,5 °C in 2050 is dus waarschijnlijk haalbaar, zelfs zonder de draconische milieuregels.

Misschien zal de energiecrisis en de daarmee samenhangende landbouwcrisis, verergerd door Poetin (aangezien fossiele brandstoffen en mest de basis vormen voor meststoffen die, samen met hogere kooldioxidegehalten, de oogstopbrengsten verhogen), Europa en het Westen doen beseffen dat de enige echte klimaatcatastrofe politiek van aard is en dat de kooldioxidehysterie de hele wereld in een economische crisis en onnodige strijd om eindige hulpbronnen dreigt te storten.

Misschien is de wereld nu klaar om te luisteren naar de meer dan 1.300 wetenschappers en professionals die, onder leiding van de Noorse Nobelprijswinnaar Ivar Giaever, de nieuwe verklaring van Climate Intelligence (CLINTEL) hebben ondertekend dat er “geen klimaatcrisis” is. De onafhankelijke internationale stichting, CLINTEL stelt dat

“klimaatwetenschap is verworden tot een discussie op basis van geloof in plaats van solide, zelfkritische wetenschap.”

Het CLINTEL-document stelt dat zowel natuurlijke als door de mens veroorzaakte factoren verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering, en dat vrijwel iedereen weet dat het klimaat op aarde gedurende het hele bestaan ​​van de planeet is veranderd – met natuurlijke koude en warme perioden.

De klimaatmodellen waar het IPCC de voorkeur aan geeft, hebben niet alleen de effecten van broeikasgassen (zoals kooldioxide) overdreven, ze hebben ook genegeerd dat er veel voordelen zijn aan het verrijken van de atmosfeer met CO2. Feit is dat CO2 essentieel is voor al het leven op aarde en dat extra CO2 in de atmosfeer de groei van wereldwijde biomassa bevordert en de gewasopbrengsten wereldwijd verhoogt.

Ook zeggen de wetenschappers en experts dat er geen statistisch bewijs is dat de opwarming van de aarde heeft geleid tot meer orkanen, overstromingen, droogtes en soortgelijke natuurrampen, of dat ze vaker voorkomen. Er is echter voldoende bewijs dat CO2-beperkende maatregelen even schadelijk als kostbaar zijn.

De ondertekenaars van CLINTEL concludeerden daarom dat er geen reden is voor paniek en alarm, of voor beleid dat mensen schade berokkent door de schaarste en kosten van goederen en diensten kunstmatig te vergroten. Waar klimaatverandering negatieve gevolgen heeft, zegt CLINTEL kunnen lokale problemen veel beter worden aangepakt door middel van aanpassing dan door mitigatie.

De boodschap van de ondertekenaars van CLINTEL aan het worstelende Europa, Afrika en zelfs de Verenigde Staten (de meeste Aziatische landen hebben klimaatrampen genegeerd) is eenvoudig: het klimaatbeleid moet de wetenschappelijke en economische realiteit respecteren – en de behoeften van mensen aan betaalbare, betrouwbare energie en andere goederen en diensten die de wereldwijde mars van armoede naar welvaart kunnen voortzetten.

Had de wereld de barbaarsheid van Vladimir Poetin nodig gehad om deze eenvoudige boodschap te leren? Nee natuurlijk niet.

Maar de ijzeren greep van de machtselites op de wereldeconomie en de wereldpolitiek heeft het Westen werkelijk angst aangejaagd. Afrikaanse en andere landen, die kapitaalinvesteringen nodig hebben  om hun groeiende bevolking van 21ste-eeuwse gemakken te voorzien, werden steeds sterker totdat de leiders van de Verenigde Staten en Rusland begonnen te sleutelen aan de energie- en landbouwtoeleveringsketens.

Wat betreft de Nobelprijs voor de Vrede, die in het verleden naar klimaatbevlogene Al Gore en naar het IPCC ging, zouden de verantwoordelijken van het instituut best een dosis klimaatrealisme kunnen gebruiken.

***

Duggan Flanakin.

Over de auteur

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Real Clear Energy.

Duggan Flanakin is de directeur van beleidsonderzoek bij het Comité voor een constructieve toekomst (CFACT). Als voormalig senior fellow bij de Texas Public Policy Foundation, schreef Flanakin boeken over de oprichting van de Texas Commission on Environmental Quality en over milieueducatie in Texas. Een korte geschiedenis van zijn veelzijdige carrière staat in zijn boek ‘Infinite Galaxies: Poems from the Dugout‘.

Bron hier.

***