Nederlandse media reageerden vorige week in eerste instantie zeer zuinigjes op het nieuws van de gelekte CRU e-mails en zagen het als een storm in een glas water. De wetenschappers onder vuur werden ook in bescherming genomen. Zo schreef de Volkskrant op 23 november:

Sceptici van de broeikastheorie lezen in de mails aanwijzingen dat klimaatwetenschappers de bewijzen voor de opwarming van de aarde hebben gemanipuleerd. De gestolen mails zijn echter zeer selectief en zonder context gepubliceerd.

De Pers baseerde z’n artikel vrijwel volledig op de reactie die de website RealClimate vlak na het lekken gaf en kopte Klimaatcomplot niet aangetoond.

Volgens De Pers gaat het om een georkestreerde actie van ‘actievoerders’:

Dat actievoerders juist nu deze mails op straat gooien is geen toeval. Over twee weken start de milieuconferentie van Kopenhagen. Talrijke milieuorganisaties organiseren acties om regeringen onder druk te zetten en harde afspraken te maken over de uitstoot van CO2. De mails moeten bewijzen dat dat niet nodig is, dat de wetenschappers liegen. De anonieme hackers probeerden de mails, opgeborgen in een server in Rusland, te downloaden op de site realclimate.org (een site van en voor klimaatwetenschappers). De beheerders staken daar een stokje voor en waarschuwden de CRU dat er bij ze was ingebroken. Het is een zielige actie, aldus realclimate. ‘Als uit hun verband gerukte citaten moeten bewijzen dat er niks aan de hand is met het klimaat, dan hoeven we die opvatting niet serieus te nemen.’

Wat los van de inhoud zo frappant is aan het stuk is dat het gebaseerd is op een bron, namelijk realclimate. Door de CRU lek zijn het echter juist realclimate-auteurs als Michael Mann en Gavin Schmidt die mogelijk in verlegenheid zijn gebracht. Op het (besloten) forum voor wetenschapsjournalisten van de Vereniging van Wetenschapsjournalisten Nederland (VWN) maakte ik de volgende fictieve vergelijking. Stel dat er olie lekt bij Shell in Nigeria en het lijkt erop dat dit door wanbeleid van Shell komt. Zouden journalisten dan alleen Shell de boel laten sussen in een nieuwsbericht? Nee, vermoedelijk meerdere milieuorganisaties zouden aan het woord komen om de gebeurtenis scherp te veroordelen. Maar in het geval van de CRU hack mogen de ‘daders’ (niet de hackers, maar de onderzoekers die nogal dubieuze e-mails hebben geschreven) het brandje blussen zonder weerwoord van degenen die in de e-mails worden aangevallen.

Een paar dagen later sloeg de Volkskrant opeens een heel andere toon aan met de kop Bagatellisering gehackte e-mails is zeer schadelijk. Aanleiding voor dit stuk zijn de opzienbarende uitspraken van George Monbiot, die vrijwel onmiddellijk na de CRU hack verkondigde dat Phil Jones moet opstappen. Opmerkelijk omdat Monbiot een van Engelands meest uitgesproken alarmisten is.

‘We moeten niet doen alsof dit geen grote klap is’, begon George Monbiot een stuk in The Guardian afgelopen maandag. ‘De e-mails die door een hacker uit de computers van de klimaatonderzoekers van de University of East Anglia zijn gehaald, hadden nauwelijks schadelijker kunnen zijn. Ik ben onthutst en diep geschokt.’

Ook auteur Michael Persson maakt de vergelijking met onder andere Shell:

Maar zo vergoelijkend zouden de reacties nooit zijn als het politici betrof, of bestuurders van een multinational. Een minister die getallen achterhoudt over fouten in ziekenhuizen? Ach, onderdeel van het politieke proces. Een bedrijf dat cijfers oppoetst over zijn olievoorraden? Ach, zo werkt zo’n Shell nu eenmaal. Nee dus – bij dat soort onthullingen komt de onderste steen boven. Zelfs als het allemaal begint met gestolen e-mails – hoe kwalijk ook.

Monbiot was er dus voor nodig om ook de Volkskrant ervan te doordringen dat er niet met twee maten gemeten moet worden. De onderste steen zal boven moeten komen. Persson schrijft verder nog:

Uit de gehackte e-mails doemt een beeld op van getergde wetenschappers die met alle middelen die tot hun beschikking staan, proberen hun gelijk te halen. Op de huid gezeten door irritante klimaatsceptici (en inderdaad, die zijn irritant) hebben ze zich laten verleiden tot uitspraken als ‘O, laat de opwarming van de aarde lekker doorzetten, anders krijgen die sceptici gelijk’.

Ik vroeg Persson per e-mail of hij een paar namen kon noemen van irritante klimaatsceptici die publiceren in de wetenschappelijke literatuur. Dus niet de Hans Labohms, voegde ik er nog aan toe. Hij antwoordde: “Ik bedoelde inderdaad de croonies, niet de publicerende klimaatwetenschappers.” Het probleem van dit antwoord is dat het in de  CRU e-mails juist gaat om klimaatsceptici die wel degelijk in de literatuur publiceren. Mensen als Lindzen, McIntyre, McKitrick, Christy, Soon etc. Dus Perssons opmerking is volstrekt misplaatst in dit verband en draagt weer een steentje bij aan het vijandige klimaat tussen aanhangers van de broeikashypothese en sceptici. Als deze affaire iets duidelijk zou moeten maken is dat sceptici inderdaad last hebben gehad van ‘onderdrukking’ door de mainstream en dat zowel de literatuur als IPCC-rapporten daardoor eenzijdig zijn. Voor de langere termijn is er maar een oplossing, accepteer dat klimaatsceptici niet zomaar verdwenen zullen zijn. Geef ze een eerlijke kans en versla ze met argumenten.