Foto Shutterstock.

Door Jules de Waart.

Op 24 oktober wees Maarten Keulemans in de Volkskrant op een artikel van Kaitlin Naugthen dat de vorige dag was verschenen in het gezaghebbende tijdschrift Nature Climate Change. De kop van zijn artikel was “De zeespiegel stijgt fors, wat we ook doen”. Het was erg snel; was het artikel ook “breaking news”? Dat niet, maar interessant was het wel. Om meerdere redenen. “Tot dusver”, aldus Keulemans, ”gingen experts ervan uit dat de stijging van de zeespiegel vooral afhangt van de hoeveelheid broeikasgassen die we nog uitstoten”. Dat klopt natuurlijk niet.

Salomon Kroonenberg de Nederlandse expert op het gebied van zeespiegelstijging gelooft het niet, net als de 1800 ondertekenaars van de Clintel Declaration: “There is no climate emergency”. En met hen nog vele anderen, ook in de peer reviewed wetenschappelijke literatuur. Hoog tijd om dit eens serieus te onderzoeken.

Over ijs en klimaat op en rondom Antarctica is veel bekend. En ook nog heel veel niet. Recent en van onverdachte bron, het tijdschrift Nature van 2023 (Vol. 613), is een onlangs gepubliceerd artikel van Tyler R. Jones e.a. over de temperatuurveranderingen in West-Antarctica in het Holoceen, grofweg de laatste 12.000 jaar. De temperatuur nam aanvankelijk zeer snel toe, met bijna 8 graden Celsius. Die stijging nam geleidelijk af en bereikte 4000 jaar geleden zijn hoogste punt. Aanzienlijk warmer dan nu. Daarna werd het kouder. Deze periode van afkoeling duurde “to the present”, waarschijnlijk zo’n 1950 na Christus. Dit is in overeenstemming met het “historisch scenario” van Naugthen. Dat laat in de periode van 1920 tot 2005 geen opwarming zien.

Het artikel van Naugthen e.a. is de laatste en waarschijnlijk de meest relevante en betrouwbare studie tot nu toe. Zij gaan er, mijns inziens terecht, vanuit dat de smelt van de Antarctische ijsmassa’s de belangrijkste factor kan worden voor een toekomstige zeespiegelstijging en onderzochten de oceaan-ijs relaties in de Amundsen Zee nabij West-Antarctica.

Het onderzoek baseerde zich bijna geheel op modellen. Dat is tricky want modellen geven vrijwel altijd te hoge waarden aan voor de temperatuur – volgens Koonin zijn ze niet geschikt voor hun taak. Maar voor toekomstprojecties heb je niet veel anders. Een hypothese bewijzen kun je met modellen niet, maar een hypothese falsificeren kan vaak wel. Dat is wat Naughten en anderen hebben gedaan, m.i. overtuigend.

Ze ontkrachtten de heersende hypothese dat broeikasgassen bepalend waren voor opwarming van het oceaanwater rondom West-Antarctica. Ze voerden verschillende emissiescenario’s in hun set van modelvergelijkingen en vergeleken de uitkomsten. Ze gebruikten hiervoor de 5 meest relevante scenario’s: een historisch scenario van 1920 tot 2005, het SSP-4,5 scenario en de twee scenario’s die werden gebruikt voor de doorrekening van de Akkoorden van Parijs; een met maximaal 2 graden Celsius stijging van de wereldtemperatuur en een met 1,5 graden. Als aanvulling gebruikten ze het SSP- 8,5, een scenario dat zij overigens als extreem onrealistisch beschouwen. (Het KNMI gebruikt het als basisscenario).

De resultaten zijn spectaculair! Het lijkt er niet veel toe te doen welk scenario je gebruikt. Dit betekent dat het er niet veel toe doet hoe groot de emissies van broeikasgassen, met CO2 als belangrijkste, eigenlijk zijn. In de woorden van Naugthen:

”These results suggest that mitigation of greenhouse gasses now has limited power to prevent ocean warming that could lead to the collapse of the West Antarctic Ice Sheet”.

Wat dan wel? Naughten geeft zelf het antwoord: ”Opwarming van de continentale shelf wordt dan ook veroorzaakt door een toegenomen volume van relatief warm polair oceaanwater van grote diepte”. Een interne, natuurlijke, oorzaak dus.

Als aanvulling zou ik nadrukkelijk willen wijzen op de mogelijk grote rol van onderzeese vulkanen in dit gebied. Alleen al onder West-Antarctica zijn er meer dan 90! Er komt niet alleen meer warm water uit de diepzee, het water wordt ook warmer door hydrothermale bronnen, vulkanisme onder zee en continentverschuivingen. Vergeten factoren van de klimaatveranderingen.

Ik denk dat de meeste sceptici zich goed zullen kunnen vinden in de resultaten van Naugthen e.a. Ik althans wel. En Keulemans? Ik denk dat hij in hoge mate ambivalent is. Hij wees vrijwel onmiddellijk op het belang van het artikel van Naugthen, maar nam ook direct weer afstand van de resultaten. Hij citeert de oceanograaf Alberto Garabato:

“Wij kunnen nog steeds de rest van de Antarctische ijskap redden …. als we leren van onze passiviteit uit het verleden en nu de uitstoot van broeikasgassen verminderen.”

Dat is nou precies wat Naughten e.a. níet beweren! Terugdringen van broeikasgassen is onbelangrijk! Maar dat terugdringen ervan kost wel een paar duizend miljard! Dat geld kan echt beter worden besteed. Bij voorbeeld aan adaptatie tegen de gevolgen van een eventuele zeespiegelstijging (veel goedkoper en effectiever dan het globaal tegengaan van CO2-emissies).

Jules de Waart.

En dan blijft er nog heel veel geld over voor verbetering van natuur en milieu, voor armoedebestrijding. Waarom citeert Keulemans die man? Waarschijnlijk omdat Garabato de IPCC-hypothese slaafs volgt en het voor alarmisten als Keulemans erg moeilijk (en misschien ook wel onverstandig) is toe te geven dat ze zich ernstig hebben vergist.

***

Over Jules de Waart

Studeerde fysische geografie en klimatologie. Werkte als geoloog in Congo en ambtenaar in Den Haag. Was lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Schreef het boek “Geloof niet alles. Klimaatverandering in de spiegels van wetenschap en politiek.

***