de koolmees vertelt ons dat je wetenschap van andere agenda's moet scheiden


Het blijft nodig om het verschil te duiden tussen serieus klimaatonderzoek, en klimaatspeculatie. Laatstgenoemde is helaas ook binnen de ecologie onuitroeibaar omdat zielige dieren in media zo goed werken als fondsenwerver. Toch valt het op, dat veel onderzoekers gewoon te goeder trouw hun onderzoek willen doen. Ze willen uitvinden hoe het zit, en moeten zich wel aan de heersende modes houden om onderzoeksgeld te krijgen. Dus een beetje klimaatoverdrijving omwille van media-aandacht, wanneer een progressief urbane journalist aandringt. Het zij ze vergeven.

Blij met dooie mees
Het ontspoort vaak pas, wanneer de progressief urbane medemens zijn duurzame zingevingsagenda wil verbinden aan zielige koolmezen en smeltende ijsberen. Eén klein mechanisme uit één onderzoek, of een digitale klimaatspeculatie wordt dan de silver bullet die de ondergang inluidt van al het leven op aarde, het wegvagen van soortgemeenschappen. Bekeert u en doneer, zodat wij van conferentie naar galadiner kunnen reizen en zin aan ons leven kunnen geven, afijn u kent het wel.

Volkskrantenman Martijn van Calmthout..
.. een typische gemiddelde westerse wetenschapsjournalist (progressief, urbaan, atheist, aanhanger van het postcommunistische duurzaamheidsgeloof) bouwde zijn geloofwaardigheid op aannames vóór Climategate. Daarom viel hij collega Marcel Crok al aan, toen deze barstjes aanbracht in zijn Grote Verhaal Dat het Duurzaam Avondland Zal Brengen. Oude koeien. Nu de nieuwe koeien. Op zijn blog ‘Klimaatsimplisme, de lessen van de koolmees’demonstreert hij eens zijn ouderwetse klimaatkruisvaarderschap. Het verwijt van simplisme, dat de alarmistische gemeenschap tot norm verhief is nu het argument van zijn verdediging tegen de klimaatrelativisten.

Verrassing

‘Vrijdag zat ecoloog Marcel Visser van het NIOO in Hoe?Zo!-radio aan met een verhaal over klimaat en koolmezen. Als het warmer wordt, schuiven de klimaatzones naar het noorden op, en is dus de vraag of de koolmezen mee schuiven of niet. Je zou denken, natuurlijk doet een koolmees dat. Maar zo simpel blijkt het dus niet, vertelde Visser. Het gesprek was een echte eyeopener.’

Op zich is het waar dat bij opwarming globaal de klimaatzones opschuiven. Althans qua temperatuur. Zo heerst in Nederland tegenwoordig al het temperatuurregime van Parijs. Reden dat Nederland tegenwoordig heel behoorlijke wijnen schijnt te produceren.

Daar zijn we weer.
Die wijnen produceren we nu dankzij meeldauwresistente rassen, het NRC schreef daar nog een aardig verhaal over. Maar dat terzijde. Die gedoemde koolmezen van Marcel Visser van het NIOO in Heteren gaat het nu even om. Hij en collega Christiaan Both onderscheiden zich in hun onderzoek, door als één van de weinige klimaatstudies bij biodiversiteit een biologische verklaring te leveren voor eventuele negatieve effecten bij al te snelle opwarming. Mismatch. En dus zijn ze vaste gast op klimaat/ecologieconferenties, zoals april dit jaar nog. In Ibis kun je een verslag lezen. Vergeleken met de digitale klimaatspeculatie van Huntley en Thomas, of nog erger, SOVON Vogelonderzoek (laat bioblub 1 op 1 met temperatuur van een platte aarde afvallen), is hun onderzoek een verademing

In de STUDIEGEBIEDEN…
van Marcel Visser hebben zijn koolmeesjes zich gespecialiseerd op rupsen van eiken. Vanaf halverwege de jaren tachtig is ons land vlot opgewarmd, voor ecologische begrippen. Kortom, de rupsjes zijn er eerder dan de vogeltjes broeden: er worden minder jongen groot. De rupsenpiek die voor grote EERSTE broedsels zorgde komt te vroeg. Dus krijgen ze kleinere EERSTE broedsels, tot mezen op ander voedsel overschakelen.

Verandering komt langzamer
De waarde van Vissers onderzoek, waar mensen als Peter Berthold overigens ook mee bezig zijn is de genetische component in vogelgedrag. Veel gedrag, zoals timing van broedgedrag is genetisch verankerd. Dat gedrag wordt onder meer getriggerd door daglengte. Aanpassing verloopt bij verandering dus niet altijd even snel op alle terreinen van het vogelleven. Je ziet het ook bij de terugkeerdata van trekvogels. Die passen zich aan, maar soms minder snel dan andere veranderingen in het broedgebied. En soms juist wel weer sneller. (want je hebt starre patronen in richting, maar ook weer lagmigrators, och de natuur is zo boeiend)

Natte vinger
De mezen pasten zich kort geleden aan bij een rupsenpiek in een specifiek territorium. Hun eerste broedsel zal nu vast niet meer samenvallen met die voedselbonanza. Maar mezen hebben vaak 3 broedsels, en er is geen norm over hoeveel jongen er groot moeten worden. Of de natuur werkelijk een fijn afgesteld uurwerk is, dat ‘in de war raakt’door temperatuurstijging valt nog te bezien. Dat veronderstelt dat de natuur in de jaren vijftig volmaakt en af was, en dat het geboortequotum van koolmezen toen een goddelijke norm was. Ik neem aan dat Visser dat ook niet gelooft.

Je kunt moeilijk beweren dat het klimaat in de jaren vijftig de norm was, waarop de evolutie van alle koolmezen zich sinds de ijstijd afstemde. Hoe zit het met de aanpassing aan stadsmilieus, met hun 2 tot 6 graden warmere stadstuinen. Mijn stadsmezen deden het prima dit jaar. En dan wil ik ook weten, hoe het met de andere twee broedsels per jaar verloopt van die koolmezen. Die werden grootgebracht zonder rupsenpiek met ander voedsel.

Dus we hebben één mechaniekje nader bekeken. Je zou kunnen voorstellen dat ook de sperwers pech hebben, die zich instelden op een jonge mezenpiek. Lang leve de ecologie, één effect kan op meerdere trofische niveaus doorwerken. Hier kan zelfs de grootste scepticus geen enkele moeite mee hebben.

Bespaar me je ideologie
Iedere verdere conclusie over Visser´s koolmeesjes die nu zouden uitsterven, is dus speculatie die een andere agenda dient. Helaas, Van Calmthout, kan het weer niet laten en eindigt pathetisch:

‘Op de vraag wat je aan een koolmees hebt, had Visser overigens geen snoeihard antwoord. Er zijn veel mensen die ze graag zien en die hun verdwijnen zouden betreuren. Zei hij. Alsof de koolmees daar een boodschap aan heeft.’

AGW-zwanenzang
Snif..snik. Van Calmthout is blij met een dooie mees, omdat die zijn onderliggende agenda redt. Maar zeg nu zelf, dat heeft zo’n jongen toch niet nodig?

Maar goed, dat Van Calmthout als progressieve wetenschapsvoorlichter dit doet is ook nog vergeeflijk. Ik ben minder gecharmeerd van de duurzame graaiers van FondsenVogelbescherming die met mezenleed u geld willen aftroggelen. En die het voorzorgprincipe overboord gooien vanuit het voorzorgprincipe door energiebedrijven als Eneco en Nuon een alibi te geven voor de industrialisatie van vogelgebied. Omwille van de consultingopdrachten. Daarover blog ik binnenkort uitgebreider.