Helpt tegen spraakverwarring over duurzame visserij

Helpt tegen spraakverwarring over duurzame visserij

De containerterm duurzame visserij is een hol begrip doordat iedere belangengroep en overheids-adviserend instituut er iets anders mee bedoelt, afhankelijk van hun (beleids)-agenda. Dat blijkt uit de nieuwe Duurzame Visserij Wijzer 2013 van de Stichting Wetenschappelijk Natuur- en Milieubeleid (SWNM) ‘een objectiever toetsing van duurzaamheid bij visserij en visconsumptie’.

Daardoor kan ‘verduurzaming’ zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de (sociaal economische) duurzaamheid van visserij en benutting van visbestanden. Te weinig overheidsinstanties en NGO’s bekommeren zich om effectmeting van de agenda’s die zij voorstaan, mede omdat zij hun begrip van duurzaamheid baseren op politieke en persoonlijke oordelen, zo blijkt mede uit de Wijzer.

Spraakverwarring tegengaan met kennis uit visserijbiologie
Tussen alle door belangen gekleurde spraakverwarring baseert de SWNM zich daarom op metingen, maatstaven en gegevens uit de visserijbiologie. Een sinds de jaren ’50 vorige eeuw gehanteerde meetlat bij visserij is de Maximum Sustainable Yield (MSY), die de SWNM als een meer objectieve maatstaf kiest. De MSY wordt namelijk in visserijbiologische publicaties door de meest toonaangevende visserijbiologen van Science tot PNAS nu het meest gehanteerd.

De MSY is een sociaal economisch referentiepunt voor bevissing per soort die bevist wordt. Bij bevissing op MSY wordt 60 tot 70 procent van de biomassa van paairijpe vis benut door visserij. Bij grotere benutting dan het MSY-punt evolueert kleinere snel voortplantende vis die zich aanpast op hogere visserijdruk, bij kleinere benutting langzamer voortplantende en grotere vis.

Bij té grote benutting – ver over MSY-dreigt wat visserijbiologen ‘economisch uitsterven’ noemen. De kosten van de visserij wegen dan niet op tegen de opbrengsten en instorting van bestanden dreigt dan.

MSY geen harde natuurwet die overal opgaat, nuances in oog houden
Wanneer grotere roofvissen als kabeljauw over MSY worden benut, kan dat voor visserijen op de prooi van die roofvissen als haringvisserij en garnalenvisserij (waar MSY niet van toepassing is) een gunstig effect hebben. Oftewel: bevissing over MSY van de ene soort kan leiden tot MSY-niveau bij andere soorten, zonder dat de desbetreffende visserij daar invloed op heeft.

Daarnaast kunnen milieuveranderingen bijvoorbeeld kabeljauwbestanden doen verdwijnen, zoals bij Cape Cod, waarbij visserij lang verantwoordelijk werd gehouden, of kabeljauwbestanden in de Zuid Oostelijke Noordzee. Het langzame herstel tot de (historisch bepaalde) MSY-niveaus heeft dan met milieu-omstandigheden te maken, waarbij actiegroepen ‘overbevissing’ de schuld blijven geven.

Omgekeerd zijn de kabeljauwbestanden in de Barentszee tot historisch hoge niveaus gegroeid, zonder dat alle oorzaken bekend zijn. Bij visserijbiologen zijn de beperkingen van MSY bekend (het is geen natuurwet), maar in de politieke praktijk kan versimpeld gebruik van MSY tot misbruik leiden. In een dynamisch marien ecosysteem kun je geen vaste norm geven hoe het systeem ‘hoort te zijn’, toch bestaat bij politici en actiegroepen die behoefte.

Daardoor kan de politieke werkelijkheid de natuurlijke werkelijkheid verdringen.NGO’s die voor zeereservaten lobbyen pleiten voor MSY als minimum. Langzamer groeiende grotere vis kan mínder vissers meer geld doen verdienen, snel groeiende vis kan meer vissers iets minder laten verdienen. Soms kan grotere benutting dan MSY voor visserij dus gunstig zijn.

Ecologisch duurzaam= snel herstel tot toestand voor ingreep
Bij de ecologische duurzaamheid speelt de veerkracht en mogelijkheid tot snel herstel van parameters tot de toestand voor ingrijpen. De meeste visserijen- behalve op kwetsbare koraalriffen en destructieve methodes als dynamietvissen- voldoen vaak aan deze criteria. Mariene ecosystemen zijn meer veerkrachtig dan veel ecosystemen op land. Visbestanden kunnen na overbevissing snel herstellen (<10jr) en bij bodemvisserij-studies blijkt dat de meeste impact na een jaar is hersteld.

Vanwege de uiteenlopende opinies en moeilijk toetsbare definities over wat ecologische duurzaamheid is én dankzij de veerkracht van visbestanden, blijven veel visserijbiologen daarom MSY- hoewel niet ideaal- verkiezen als referentiepunt.

RZ13vis

De Wijzer gaat in op de volgende vragen met referentie naar de wetenschappelijke literatuur
1. Wat betekent duurzaamheid?
2. Wat is duurzame visserij?
3. Hoe staat de mondiale visserij er voor qua duurzaamheid?
4. Is visserij de belangrijkste invloed op herstel van visbestanden?
5. Vissen vissers steeds lager in de voedselketen?
6. Hoe ontstaat niet duurzame visserij?
7. Betekent duurzame visserij overal het zelfde?
8. Is geïmporteerde kweekvis duurzamer dan Noordzeevis?
9. Wat is ecologische duurzaamheid bij visserij?
10. Is het MSC-keurmerk de enige garantie voor duurzame visserij?
11. Is de Viswijzer van Stichting de Noordzee/WNF objectief?
12. Hoe duurzaam is de Nederlandse visconsumptie?

Opvallend is dat Nederlanders de duurzaamheid van onze visserij onbelangrijk vinden, gemeten naar hun consumptie van voornamelijk geïmporteerde diepvries, blik- en kweekvis zoals data van het opgeheven Productschap Vis tonen.

Niet in de Duurzame Visserijwijzer, maar wel voor de context
Onderzoeken van milieuclubs die claimen dat consumenten duurzaamheid belangrijk vinden meten nooit wat mensen daadwerkelijk kopen, maar wat zij moreel gezien verkiezen wanneer een agenderende partij dit vraagt. Dergelijk marktonderzoek lijkt wat dat betreft op een enquête onder mannen in bijzijn van hun vrouw: ‘gaat u ooit vreemd’. Mijn onderzoek zegt dan dat 100 procent van de mannen hondstrouw blijkt te zijn. Dergelijke marktonderzoeken zijn daarom onbruikbaar bij meting van duurzaamheid van consumptie en dienen meestal de lobby van fondsenwervende instanties.

De ervaring van tongvissers die hun MSC-keurmerk opgaven sluit op deze waarneming aan: klanten selecteren op de verhouding prijs/kwaliteit (het zijn net gewone mensen als u en ik….), niet op moraal of een duurzaamheidslabel. Ook toonaangevende koks met ervaring in marketing ondersteunen deze waarneming. Objectief onderzoek hiernaar is vooralsnog bij mij niet bekend, maar ik hou me aanbevolen als het wel bestaat.