Het Planbureau voor de Leefomgeving verkoopt de ideologie van de orthodoxe milieubeweging die in de jaren ’70 milieu-actie ging verbinden met anti-kapitalisme: De Industriële Revolutie/uw welvaart betekent het einde van ‘de biodiversiteit’. Het tegendeel gebeurt in Nederland bij de populairste diergroep: er kwamen meer vogelsoorten bij (31) dan er verdwenen (6) sinds de jaren ’70.
Minus zogenaamde ‘exoten’ nog steeds een winst van 11 soorten. Soortenrijkdom groeide niet alleen op landelijke, maar ook regionale schaal. En ook de abundantie (aantal per soort) groeide van de meeste soorten. In deze blog toon ik hoe armoede en een leven dicht bij de natuur een drijvende factor was achter uitroeiing van soorten. En ik beschrijf hoe geestelijke armoede bij zelfverklaarde natuurliefhebbers en beheerders anno 2015 een waardige vervanger lijkt te worden.
Welvaart zorgt voor studie en bescherming
De trends tussen 1970 en 2000 kun je halen uit het proefschrift van Chris Turnhout uit 2011, die de Vogelatlas van 2000 vergeleek met de eerste Vogelatlas die het in 1973 opgerichte SOVON liet opstellen (van 1973-77, uitgegeven in 1979). De atlassen van broedvogels ontstaan met verspreidingsdata en schattingen die een combinatie van deskundige ornithologen en vrijwilligers verzamelt. Hoewel natuurlijk vaak zeer ruw en onnauwkeurig, is dat het beste aan data over vogels dat ons land heeft te bieden en daarmee zelfs van de wereld.
Die data ontstaan doordat steeds meer welvarende mensen dankzij de Industriële Revolutie:
- vrije tijd voor hobbies kregen
- van hun hobby- ornithologie- hun werk konden maken.
- geld voor dure Swarovski-kijkers en telescopen kregen
- mobieler werden dankzij de auto en het wegennet, zodat ze heel Nederland tot in haar uithoeken kunnen afkammen
Bedenk dat ornithologie in de 19de eeuw slechts voor de elite was weggelegd. Dat gebeurde toen niet met dure verrekijkers. Ornithologen als Jacob Temminck (Naturalis-oprichter Leiden) schoten alle vogels uit de lucht voor hun verzameling. Ook Charles Darwin was een fervent vogeljager. Het grootste protest in de Tweede Kamer tegen de eerste beschermende vogelwet uit 1912 kwam van een ornitholoog…..Dan kon hij niet onbelemmerd zijn verzameling meer uitbreiden/vogels knallen.
Vinkenbanen en trekvogelvang voor de pot, het was een wijdverbreid volksvermaak en bijverdienste in armoedige tijden.
Te haastig om trends vogels voor agenda’s te gebruiken: voorbeeld, de blauwe kiekendief
Dus hoe kan het dat er nu meer soorten bij komen?Turnhout en zijn kornuiten van SOVON proberen steeds allerlei verklaringen aan te voeren waarom deze of gene soort nu zou toe/afnemen. Ze lijken de resultaten toch binnen de Groene Kerk-catechismus te willen passen.
Te vaak roepen zogenaamde ‘natuurbeschermers’ over achteruitgang van vogels, terwijl aantallen over langere tijd vaak gewoon schommelen. Dat kun je zien als je zelf de Vogelatlas van 1979 er bij pakt, en over langere tijd naar trends kijkt.
In werkelijkheid hebben we vaak onvoldoende kennis om te begrijpen waarom soorten verschijnen en verdwijnen. Een mooi voorbeeld is de nu hyper-zeldzame blauwe kiekendief. Iedere Waddeneiland-bezoeker heeft de kiekendief gezien. Dat zijn die roofvogels van buizerd-grootte, die laag schommelend over de duintoppen vliegen.
De bruine kiek is nu algemeen, de blauwe is nu zeldzaam. Beide soorten werden in de jaren ’50 nog bij bosjes afgeknald.
Where have all the birds gone?
In mijn vroege jeugd in de jaren ’80 wemelde het nog van de blauwe kiekendieven op Terschelling (40 paar), ik dank er 1 van de mooiste natuurervaringen aan: een kekkerende blauwe kiekendief op 4 meter boven mijn hoofd in het Hoornse Bos (waar men nu met steun van Milieudefensie-oprichter en Terschellinger Wouter van Dieren naar gas wil boren).De kiek had zijn nest met kuikens op slechts 10 meter van het fietspad.
Ornitholoog John Terborgh gaf een boek daarom ook niet voor niets de titel ‘Where have all the birds gone’. Als ornitholoog zou hij geneigd zijn om zijn jeugd als referentie te nemen. Hij las toen het boek van James Fennimore Cooper ‘The Last Mohicans’ over de wildernis die in de Indianentijd nog zou bestaan. En vroeg zijn moeder: waar is die gebleven? ‘Die is nu verdwenen’.
Je jeugd of ‘vroeger’ als referentie voor hoe het ‘zou horen’, het is een kwaal waar ook Theunis Piersma bij zijn kanoeten aan lijdt. Die waren bij zijn promotie ook algemener, maar zijn weer ongeveer even algemeen als in de jaren 70.
En nu in 2015?
Er zijn nu nog 5-10 paren van die blauwe kiekendief over. Hoe kan dat toch, nu ze niet meer bij bosjes worden afgeknald in ons land?
Wanneer je ten opzichte van de jaren ’80 kijkt en die populatie vergelijkt met nu, zie je een achteruitgang met 40 paar op Terschelling. Vervolgens maken diverse partijen daar hun eigen verhaal mee. Zo lezen wij dankzij Staatsbosbeheer in de Leeuwarder Courant, dat zij dankzij ‘uitgekiend begrazingsbeheer’ weer enkele paartjes van de blauwe kiekendief hebben in het bericht ‘Blauwe Kiekendief keert na drie jaar terug’.
De afname wordt in het algemeen toegeschreven aan voedselgebrek (….) Dat er nu toch weer broedgevallen zijn, heeft volgens de natuurbeheerder mogelijk te maken met uitgekiend begrazingsbeheer dat voor afwisselend duinlandschap zorgt.
Bedenk echter dat in 1940 er in het geheel geen blauwe kiekendieven op de Waddeneilanden waren. Het eerste broedgeval verscheen toen op Ameland. Het eerste broedgeval op Texel pas in 1978 volgens de oude Vogelatlas. Met veel meer konijnen. En toen ze in de jaren ’80 algemeen waren, was er nog geen sprake van een Schotse Hooglander-plaag waar natuurbeheerders allerlei magische natuurherstel-kwaliteiten aan toedichten.. Ook waren er toen nog geen kiekendief-vijanden als haviken op Terschelling, nu zijn er zowel haviken als buizerds.
Welke van de vele variabelen in de natuur is dus DE oorzaak?
Begrazing van subsidiepotten
Die door de Leeuwarder Courant overgeschreven binnenbroekse zelfbevlekking van Staatsbosbederf, dat moet wel onzin zijn. Begrazing betekent vertrapping van nestgelegenheid en verdwijnen van rietputten. Dankzij begrazing verdwenen op diverse percelen juist kiekendieven van Terschelling. Dat lees je in het rapport over de graasplannen van Natuurmonumenten voor Schiermonnikoog. Gisteren nog over geblogd.
Begrazing is alleen gunstig voor bepaalde pionier-plantensoorten waarvan de vegetatiekundigen een stijve …nek krijgen als ze naar de grond turen, maar houdt verbossing niet tegen.
Het voedselgebrek-argument, dat zou met de teruggelopen konijnenstand te maken kunnen hebben. Maar dan zien we nu plots dat blauwe kiekendieven midden op de graanakkers van Groningen gaan broeden.
Hoe dat te verklaren?
We weten het niet. Alles dat een roofvogel direct doodt, of zijn broedsucces vernietigt moet wel slecht zijn. Dat kan iedere boer bedenken. De rest is al snel speculeren.
KiekenDIEF, ROOFvogel: een kwestie van welvaart en perceptie
Dat ze vroeger massaal uitgeroeid werden, volgt al in de naam ROOFvogel. In de naam kuikenDIEF uit de 19de eeuw (hoarnskrobber in het Fries, hanenrover) zit al de perceptie besloten. Die van kwetsbare keuterboertjes, die van de natuur moesten leven. Terecht knalden ze ieder beest af dat hun bestaansbron bedreigen kon. Er was nog geen Faunafonds om schade door fauna te compenseren. Wel was er op last van de landbouwlobby en jagerslobby een Rijksoverheid, die uitroeiing van fauna betaalde.
Sinds het verdwijnen van adelijke macht en jachtprivileges na de Franse tijd in 1815, kwam het plebs aan de macht en ook de jacht. Jacht-democratisering is dodelijk voor dieren.
De periode voor de Industriële Revolutie, toen betaalde de Rijksoverheid tot 60.000 gulden per jaar aan premies om zoveel mogelijk van deze ROOFvogels uit te roeien (zie proefschrift Jan de Rijk). Pas in 1860 werden die uitroeipremies opgeschort door het Parlement, vanwege de hoge kosten. Bedenk dat de zeearend zo is uitgeroeid in Nederland, met steun van de overheid. Vele duizenden kiekenDIEVEN per jaar sneuvelden zo, tienduizenden sperwers PER JAAR werden gedood.
Toen de Industriële Revolutie in 1880 echt begon, zaten wij dus opgescheept met een volledig uitgeklede vogelfauna, die zich onnatuurlijk gedroeg. Haviken en sperwers werden schuwe zeldzaamheden van de beboste zandgronden, de buizerd eveneens.
Nu broeden ze allen in de stedelijke omgeving, en de buizerd is zelfs al te lui om nog voor je op te vliegen: oh, ja, weer een menszzzzzzz..Bedenk dat duivenhouders in Vlaanderen tot in de jaren ’60 vorige eeuw nog premies uitloofden voor het vermoorden van slechtvalken. Nu broeden ze op ieder hoog gebouw in iedere stad.
Niet zomaar beesten dood knallen, hun nesten vernielen. Dat moet wel invloed hebben.
- Wie weet compenseert natuurbescherming zo de toegenomen milieudruk van de zelfde welvaart, die deze bescherming faciliteert. De biodiversiteits-paradox van onze welvaart.
De bruine subsidiedief, terug naar 1860
In Friesland – waar veel achtergebleven FNP-boertjes hun eigen natuurvisie uitleven- is die roofvogelvervolging altijd doorgegaan. Nu met steun van de Friese overheid waarin zo’n FNP-boertje met onderhoudsarme hersenpan natuur in zijn portefeuille heeft: Johannes Kramer.
Laat dat volk zich toch beperken tot hun folklore van kaatsen, fierljeppen en skoetiesiluh, een beetje ‘oant moarn’ roepen voor Hart van Nederland, heel authentiek: goed voor het toerisme. Decentralisering van natuurbeleid heet dat dan.
Eco-provincialisme.
Grutto nieuwe kiek met gouden eieren
We zetten hier in Friesland dus de klok weer terug naar 1860, maar dan in ander jargon. De overheid betaalt boeren bij wijze van Provinciaal Natuurplan premies om kuikens van grutto’s te verbouwen. Om zo aan nationale en internationale papieren doelen te voldoen voor biodiversiteits-productie. Ambtenaren achter bureau controleren die productiedoelen, en betalen honderden euro’s subsidies per hectare als je die doelen op papier haalt.
En dus moeten de bruine subsidiedieven het ontgelden, omdat ze die bestaansbron bedreigen, de gruttokip met gouden eieren.
FNB-keuterboertjes- met politieke clientèle bij de boeren en dorpsmensen- reppen over predatiebeheer, waarbij ze het landschap roofvogelvrij willen maken via kap van singels, verwijderen van rietputten als broedplaats van kiekendieven. Omdat boeren subsidie krijgen om op hun land grutto’s te telen. Die grutto’s zouden zo vreselijk achteruitgaan.
Ja, ten opzichte van de jaren ’60-’90. Maar toen waren er ook onnatuurlijk veel grutto’s, er zijn nu weer evenveel als in 1900.
Kortom, varieer de baseline, het jaartal van je norm/referentie en van veel natuurherstelplannen blijft qua onderbouwing zo weinig over.
Bruine subsidiedief, de buizerd…ongewenst, kosten sinds 1970: 0 euro
Laten wij die agenda-gedreven naturisten eens niet te veel krediet geven, maar de natuur zelf: wat blijft zij ons met haar verandering en aanpassing verrassen. Wie had tot 25 jaar terug gedacht, dat je haviken in hartje Amsterdam boven het Museumplein kon zien jagen. Een kennis in hartje Berlijn fotografeerde een havik op zijn balkon. In Hamburg broedt de reusachtige oehoe boven het graf van de natuurkundige Hertz. Zelfs roepend boven je hoofd in een boom kun je die oehoe – 1 van de Nederlandse nieuwkomers sinds de jaren 70- nauwelijks vinden.
Geestelijke armoede wel directe bedreiging
Welvaart heeft dus twee kanten: een enorm groeiende druk op de ruimte met bebouwing, snelwegen en recreatiedruk. Maar tegelijk komen er wetten tegen uitroeiing van soorten die vroeger het bestaan van armoedige boertjes bedreigen zouden.
Als mensen zo armoedig zijn dat ze van de natuur moeten leven, dan richten ze kortom vaak meer schade aan, dan wanneer mensen welvarend zijn. Dan hoeven ze de natuur niet meer te plunderen. Maar geestelijke armoede is nu mogelijk de vervanger van die fysieke armoede van voor de Industriële Revolutie.
Nu zijn natuurontwikkelaars met hun woeste graasplannen en bosgekap volgens de Werkgroep Roofvogels Nederland de ‘Nieuwe Kaste van vervolgers’. Vaak doen ze dat met het excuus om bepaalde ‘doelsoorten’terug te krijgen, die zo ‘achteruitgaan’. En het hoofdkantoor heeft subsidiepotten voor natuurontwikkeling, die ze dan koppelen aan die soorten. Of dat nu terecht is of niet.
Die geldgedreven geestelijke armoede kan even destructief uitpakken, als de armoede die vervolging in de 19de eeuw een verdienmodel gaf.
Ik slaag er maar niet in om blogs kort te houden, en wat is eindredactie toch vreselijk werk: niettemin, na 50 revisies ligt hier toch een belangwekkend verhaal leek mij, dat je niet zult lezen bij de sukkels van meenstriem-media
Prima verhaallijn “subsidie, de bron van alle kwaad”
De vale gier op Texel gespot:
http://waarneming.nl/soort/photos/344?from=2015-08-01&to=2015-08-01
@Turris: Te gek, daar bij Den Hoorn in het bos, ik zou er bijna weer naartoe gaan, ware het niet dat ik vorige week nog op Texel was. Op Cres in Kroatie heb ik ze veel gezien, toen ik daar bij een biologe op bezoek was, Vesna Tutic. Vliegtuigen zijn het, die vale gieren. Er is zelfs ooit een gier op wel 10 km hoogte aangevlogen door een straaljager
En nu gefotografeerd door iemand van Staatsbosbeheer. Laat ze maar wat kadavers neerleggen van die paarden en Schotse Hooglanders
Niet alleen subsidie, geldnood in zijn algemeenheid is de belangrijkste drijver. Pas wanneer je van financiele zorgen bent ontlast kun je nobeler doelen nastreven. Wanneer ik geen financiele steun kreeg van lezers, moest ik mezelf nu ook corrumperen als schrijver van jaarverslagen of copywriter, en zo omzichtig mogelijk omgaan met relaties in het zeer kleine natuurwereldje
Nu kan ik een lul gewoon een lul noemen