Een gastbijdrage van Peter van Beurden.

Dat de mens nadrukkelijk veel aan het aardoppervlak heeft veranderd lijkt me duidelijk. Dat dit ook klimaateffecten heeft op kleinere én grotere schaal is meetbaar en zichtbaar. Hitte-eilandeffect, door toename van akkerland en weilanden en boskap het veranderen van de kortere en de langere koolstofkringloop. Of de natuur dat als complex systeem weet op te vangen onderweg naar een nieuw evenwicht is de vraag waarvoor protagonisten en antagonisten van de (catastrofale) opwarming zich geplaatst zien.

De wereldbevolking neemt toe en daarmee de verstedelijking. Daarbij neemt de trek naar de steden wereldwijd toe. Dat vraagt om oplossingen. Want hoe je het ook draait of keert, veel gesignaleerde problemen en de daaruit voortkomende oplossingen komen van de mens. Of het nu overbevissing, plastic soep, olievervuiling, landschapsvernietiging, schaars worden van grondstoffen en de vermindering van de biodiversiteit betreft. Maar wat er nu gebeurd is niet het oplossen van het gesignaleerde probleem maar het verergeren.

Met het enorme beslag dat de mens omwille van zijn voortbestaan op de wereld legt gaat de rek er ogenschijnlijk uit. Meer oppervlak krijgen we tenslotte niet, meer zon ook niet. We moeten het dus hebben van een meer uitgekiend en minder verspillend gebruik van die ogenschijnlijk oprakende grondstoffen en de aarde tegelijkertijd leefbaar houden voor elkaar en de andere schepselen waarvan we afhankelijk zijn. We kunnen wel slimmer van de beschikbare aardoppervlakte gebruikmaken en doen dat al door te stapelen en te wonen in betonnen dozen zoals Wim Sonneveld ooit zong. En zelfs de varkensflat is dan niet meer zo ver weg, evenmin als de akkerflat met ledverlichting en zonnepaneel. Zo komt effectief gebruik van de zon en oppervlaktevergroting door stapeling samen. Zou het? Erover denken, eraan rekenen en erover communiceren kan geen kwaad

Opstapjes in die denkrichting zijn de boeken: “Ecomodernisme” en “De rationele optimist”.

Op naar méér natuur door de menselijke activiteit meer te concentreren. Op zich spreekt me dat wel aan. Dat het een aangepaste manier van bouwen vraagt is duidelijk. Met windmolens zijn we wat dat betreft op de verkeerde weg.

Een oplossing daarbij lijkt, hoe je het ook wendt of keert, de warmtepomp.

Als je ervan uitgaat dat de luchttemperatuur te hoog wordt, lijkt het logisch van die relatief hogere temperatuur gebruik te maken door die in koude periodes naar binnen te halen en in warme periodes naar buiten te blazen. Maar dat moet dan wel met zonne-energie of windenergie of kernenergie. En kan dat? Zeker niet voor de 85% energievraag van industrie en transport.

En het moet minder energie kosten dan het oplevert. De primaire zonne-energie is tenslotte gratis en moet resulteren in een lagere energierekening. Maar dan moet dat zonnepaneel ook volledig d.m.v. zonne-energie worden gemaakt en een véél hoger rendement hebben dan tot nu toe gebruikelijk is. Anders is het water naar de zee dragen. Het schept werkgelegenheid en creëert armoede op termijn.

Nu is het energetisch niet lonend omdat er méér energie ingaat dan er uit komt. De isolatie-inspanningen moeten tenslotte ook bij de kosten van de warmtepomp worden opgeteld om een reële vergelijking met het huidige energiesysteem te kunnen maken. Een reden om er toch meer energie in te stoppen dan eruit komt is de behoefte aan een andere vorm van energie die ter plaatse niet beschikbaar is. Bijvoorbeeld warmte omzetten in elektrische energie of chemische in warmte, of bewegingsenergie in elektrische enz. Dat kan alleen als er rijkdom op een ander terrein tegenover staat. Bijvoorbeeld je smartphone op vakantie in een woestijnoase opladen met zonnecellen of je zonneauto met subsidie in een wedstrijd door Australië jagen. Dát mag wat kosten!

Nu worden de kosten die samenhangen met de salderingsregeling en de backup gascentrale niet eens meegeteld en grotendeels door andere partijen betaald. Voorlopig worden we daar met elkaar dus alleen armer van zonder een verondersteld en niet onomstotelijk bewezen CO2 probleem met de gewenste gezwinde spoed op te lossen.

Een fan van windenergie ben ik niet. Vooruit, op een energieterrein als de Botlek of Maasvlakte, tussen al die andere gevaartes, is het misschien een optie, maar het bederf van het landschap en de dan overal aanwezige nadrukkelijk aanwezigheid van de mens zowel visueel als auditief is me een gruwel. Nog los van de vogel- en vleermuisslachtoffers die het als navrante oogst oplevert. Maar ja, we moeten toch wat om van het CO2 probleem af te komen. Zou dat nu écht?

Daarbij lijkt het me slechts een optie als er geen infrastructuur is om andere energie op een handige manier aan te voeren. Zoals bijvoorbeeld in tropische ontwikkelingslanden zonder deugdelijke infrastructuur. Maar dan moet je er wel de financiële middelen bij geven.

Maar in die gevallen is zonne-energie in de aanvangsfase een betere optie, en nog alleen als fossiele energie echt de bedreiging oplevert die men ons voorhoudt. En vooral om het verstoken van mest en hout uit milieu- en gezondheidsoverwegingen tegen te gaan.

Die nieuwste generatie kernenergie gaat nog wel een tijdje duren, maar gelukkig wordt daar al op allerlei plaatsen ter wereld onderzoek naar gedaan en worden er ook duidelijke stappen voorwaarts gezet. Zoals bleek uit een eerder artikel over de drijvende kerncentrale, of de modulaire kerncentrale die nu gebouwd mag gaan worden in de VS. Waarschijnlijk gaat het overigens nog wel zo’n 25 jaar duren voor er een werkende Thoriumcentrale als energievoorziening operationeel is. Vervolgens moet dat dan nog een stevig worden opgeschaald en gezien de grote behoefte aan vervangende energie op industriële manier in serie worden vervaardigd. Ieder Industrieterrein zijn eigen thoriumcentrale?

Maar als je ervan uitgaat dat de inderdaad fors toegenomen hoeveelheid CO2 een probleem is, lossen wij met onze Nederlandse klimaatinspanningen weinig op. De energievraag in de ontwikkelingslanden neemt fors toe en die energievraag wordt voorlopig niet CO2 neutraal opgelost. Zelfs niet met kernenergie. Bouwen met beton vraagt cement en staal dat weliswaar op termijn bij het verharden weer gebonden wordt, maar de productie vraagt veel, nu nog fossiele brandstof. En is nu verantwoordelijk voor 10% van de totale uitstoot van CO2. Ook veel industriële goederen komen uiteindelijk in de verbrandingsoven terecht. Dat bespáárt geen steenkool, olie of gas, levert geen CO2 besparing op maar verlengt wel het gebruikstraject van de grondstof.

Schets gebroeders Das.

Voorlopig is het dus het beste om nieuwe woningen en andere gebouwen goed te isoleren en industriële restwarmte maximaal te benutten. De gebroeders Das hadden al tekenend een aardig uitzicht neergezet op de toekomst. Misschien moet ik dat boek nog eens tevoorschijn halen.

Bedenk wel dat de directe energievraag vanuit de huishoudens, verwarming, verlichting, vervoer, etc. slechts 15% is van de totale vraag. De rest van onze energievraag zit versleuteld in de producten die we kopen. Energie die elders wordt opgewekt en gebruikt. Doe dat dan op een kostenefficiënte manier en niet door er een dubbel geldverslindend systeem voor op te zetten dat in zijn totale fase vrijwel niets bespaart aan CO2. En daar was het toch om begonnen?