Een gastbijdrage van prof. Guido van der Werf.

Studio Energie interviewde onlangs Paul Jansen, hoofdredacteur van de Telegraaf, over de rol van die krant in het energie- en klimaatdebat. De Telegraaf is met 350.000 abonnees de grootste krant van Nederland. In het Nederlandse medialandschap verkondigen met name de Telegraaf en weekblad Elsevier in het algemeen een andere boodschap dan veel andere media op klimaatgebied. Zij leggen bijvoorbeeld veel meer nadruk op klimaat-sceptische opvattingen.

Het was een interessant interview, onder andere door de vraag van interviewer Remco de Boer of de Telegraaf hiermee niet de polarisering die er nu eenmaal in het klimaatdebat is in de hand speelde. Nee, was het antwoord van Jansen, met als toelichting dat een krant ook andere geluiden moet laten horen. In deze blog beperk ik me tot het klimaatdebat en zal niet op het energiedebat ingaan waar overigens het grootste deel van het interview over ging.

Met andere geluiden bedoelde Jansen een ander verhaal dan de mainstream wetenschappelijke conclusie dat de aarde opwarmt, dat de mens daar grotendeels verantwoordelijk voor is, en dat deze opwarming gevolgen heeft, met name in de toekomst. Een ander geluid laten horen lijkt mij een belangrijke rol van de media. Sterker nog, onafhankelijke journalistiek is een van de pijlers van een gezonde maatschappij en debat is enorm belangrijk. Maar wat als dat andere geluid niet gefundeerd is? Wie verkondigt die boodschap dat niet de mens maar natuurlijke factoren voor de huidige opwarming zorgde? Een mening die Jansen aanhangt, hoewel hij wel aangaf dat de mens ook zeker een rol speelde.

In Nederland ken ik geen actieve klimaatwetenschappers die het met Jansen eens zijn over de relatieve rol van de mens versus natuur, dus daar kan hij zich niet op baseren. Met actieve klimaatwetenschappers bedoel ik mensen die hun bevindingen voorleggen aan collega-wetenschappers en dit in de wetenschappelijke tijdschriften publiceren. In Amerika lijkt dat anders, een aantal bekende sceptische klimaatwetenschappers zijn Roy Spencer, Judith Curry, en Richard Lindzen. Deze mensen worden vaak aangehaald als bewijs dat er een wetenschappelijk debat zou zijn over de vraag óf de mens een belangrijke rol is gaan spelen in de opwarming van de aarde. Maar is dat zo? Dit is wat Roy Spencer onlangs op zijn website schreef:

“I cannot think of a single credentialed, published skeptical climate scientist who doesn’t believe in the “existence” of climate change, or that “the Earth is getting hotter”, or even that human activity is likely a “major cause”. Pat Michaels, Richard Lindzen, Judith Curry, John Christy, and myself (to name a few) all believe these things.”

Dat geldt in zekere mate ook voor Nederlands bekendste klimaatscepticus die regelmatig in de Telegraaf aan het woord komt, Marcel Crok. Hij wijst er vaak op dat klimaatmodellen mogelijk “te warm” draaien maar gaat er in zijn rapporten van uit dat de aarde meer dan 2 graden zal opwarmen in 2100 tenzij we onze uitstoot gaan beperken (zie Tabel 3 in ‘Een gevoelige kwestie’).

Het klimaat-sceptische geluid zoals Paul Jansen het interpreteert is dus niet gefundeerd in de wetenschappelijke literatuur. In de wetenschap bestaat absolute zekerheid echter bijna niet, en er zijn genoeg mensen die daar handig gebruik van maken. Als iemand bijvoorbeeld laat zien dat er iets niet klopt bij een klimaatmodel, dan kan je dat naïef interpreteren als dat er niets klopt aan dat klimaatmodel.

Een ander voorbeeld: ik heb zelf wel eens gepubliceerd over de rol van een oceaanstroming in de Atlantische oceaan op de mondiale temperatuur en dat artikel werd in de klimaat-sceptische blogosfeer graag aangehaald. De nadruk lag dan op de rol van die oceaanstroming op de temperatuur, niet op de hoofdconclusie dat het merendeel van de recente opwarming door de mens kwam. En dat o.a. variaties in oceaanstromingen zorgen voor variabiliteit rond de langjarige opwarmende trend. Daardoor koelt het ook in een warmer wordende wereld wel eens tijdelijk af. Gedurende dat soort periodes is het “feest” op een klimaatsceptische website zoals Climategate.nl onder leiding van Hans Labohm. Tot nu is dit altijd een tijdelijk verschijnsel gebleken, in overeenstemming met ons begrip van het klimaatsysteem:


Mondiale maandelijkse temperatuurafwijking in de onderste lagen van de atmosfeer zoals gemeten door satellieten op basis van het algoritme van o.a. Roy Spencer (UAH). Dit algoritme geeft overigens minder opwarming dan data van RSS gebaseerd op dezelfde satellieten

Het andere geluid komt dus niet van klimaatwetenschappers, maar dat betekent niet dat er geen andere geluiden te horen zouden zijn. De recente brief van 24 ‘professoren, ingenieurs en andere experts’ waar de Telegraaf aandacht aan besteedde is wat dat betreft duidelijk. Hoewel dat stuk voornamelijk over het energiedebat gaat heeft die groep ook een duidelijke mening over de rol van CO2 maar heeft dat nooit willen onderbouwen in de literatuur. Sterker nog, op deze en andere websites zijn vaak tekortkomingen van hun argumenten benoemd (zie o.a. hier en hier) maar daar is nooit een weerwoord op gekomen.

Een terugkerend thema is bijvoorbeeld het veronderstelde gebrek aan correlatie tussen CO2 en temperatuur. Kees de Lange, ook een van de emeritus hoogleraren die zich de laatste tijd in het debat bemoeit, zegt het bijvoorbeeld zo (hier, vanaf 12:30 en met iets andere bewoordingen in een recent rondetafelgesprek van de tweede kamer):

“Well, there is always the confusion between what correlation is and what the causal effects are. Even when you look at the slight temperature rise that we experienced during a century, there is hardly any correlation with the CO2 concentration, certainly not if you look at the most modern ways of measuring temperature, via satellites.” …. “Well, if there is no correlation, there can be no causal effect”.

Uiteraard heeft De Lange gelijk dat correlatie niet noodzakelijkerwijs een oorzakelijk verband impliceert. Maar correlatie is er wel degelijk, ook met de satellietmetingen!


Temperatuurafwijking en CO2 concentratie voor de 1850-2018 periode. Over de hele periode kan statistisch gezien de CO2 concentratie meer dan 80% van het temperatuurverloop verklaren. In het eerste deel van de tijdserie is het verband minder duidelijk en over bepaalde periodes negatief, niet verrassend aangezien CO2 daar een relatief kleine verandering doormaakte en natuurlijke processen dat signaal konden overtreffen. Naarmate de CO2 stijging sterker wordt zal de rol van natuurlijke factoren relatief steeds minder duidelijk zichtbaar zijn, maar uiteraard wel voor periodes van jaren tot decennia het CO2 signaal verzwakken of versterken. Klimaatwetenschappers die dat soort factoren (inclusief de zon) meenemen kunnen statistisch gezien meer dan 90% van het temperatuurverloop verklaren. Bron: HadCRUT4 voor temperatuur, CDIAC (Law Dome) en NOAA (Mauna Loa) voor CO2.

Guido van der Werf.

Moraal van het verhaal, ongefundeerde berichtgeving over de klimaatwetenschap verdient het niet om door de journalistiek eindeloos herhaald te worden, dit wakkert alleen maar de polarisatie aan.

***

Prof. Guido van der Werf is verbonden aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn focus ligt op daarbij op de koolstofcyclus en de interactie met het klimaatsysteem.

Bron hier.