Gert-Jan van Ulzen achtergrond Wind-Energy

Gert-Jaap van Ulzen.

Zoals ik al eerder constateerde is de Duitse Energiewende een kostbaar fiasco – http://bit.ly/2kUMBft. De Duitse consument mocht sinds 2000 een slordige €188 miljard betalen voor hernieuwbare stroom zonder dat de CO2 uitstoot van die stroomproductie afnam. De jaarlijkse rekening van die Energiewende zal ook de komende jaren al snel zo’n € 30 miljard per jaar bedragen – zonder CO2-resultaat.

De groene adepten – ook in Nederland – schreeuwen moord en brand. Immers wanneer wind- & zonnestroom geen bijdrage leveren aan de CO2-reductie doelstelling, raakt dat direct aan het verdienmodel van deze beroepsgroep.

Ook in Nederland is er sinds 2012 inmiddels €25,7 miljard voor hernieuwbare energieplannen toegezegd. Het percentage duurzame energie neemt daarmee toe van 4,79% naar 6,10% (Kamerbrief stand van zaken hernieuwbare energie, 27 januari 2017 http://bit.ly/2kUSb1F). De CO2 uitstoot annex met de stroomproductie, steeg in Nederland gedurende de periode 2012 t/m 2015 van 8,5 miljoen ton naar 13,5 miljoen ton. Terwijl over diezelfde periode wel de hoeveelheid windstroom toenam met 2,5 Twh. Blijkbaar leidt een toename van hernieuwbare stroom ook in Nederland niet per definitie tot lagere CO2-emissies. Waarom niet?

Meer weersafhankelijke stroom leidt tot meer CO2-uitstoot

Voor Duitsland – als voorbeeldland – zijn de cijfers voor stroom gerelateerde CO2-emissies bekend. Evenals de productie van fossiele-, kern- en hernieuwbare stroom in TWh sinds 2000. De CO2 emissies sinds 2000 kunnen we vinden bij het Duitse CBS (http://bit.ly/2ktmTOt). 2016 is daarin nog niet verwerkt, maar de CO2 emissies bedroegen 307 Mton.

Sinds 1990 zijn weliswaar de CO2-emissies afgenomen met 16%. Maar sinds de introductie van het ‘Erneuerbare Energie Gesetz’ (EEG) in 2000 – zeg maar het begin van de Energiewende – namen de cumulatieve CO2 emissies maar af met 20Mton. Dat is 0,36% van de totale CO2-emissie sinds 2000. Een afrondingsverschil. Tegelijkertijd nam de productie van hernieuwbare stroomvarianten toe van 38 TWh naar 191 TWh – een vervijfvoudiging(!).

De totalen aan stroomproductie – gesplitst naar energiedrager – sinds 2000 vinden we ook bij het Duitse CBS (http://bit.ly/2k2ZbI7).

De totale fossiele stroom productie is niet afgenomen maar toegenomen(!) met 2,4% van 369 TWh (2000) naar 378 TWh (2016). Bruinkool plus 7 TWh, Steenkool minus 33 TWh en aardgas plus 30 TWh.

Het is dus niet zo raar dat de Duitse stroom-gerelateerde CO2-uitstoot amper is afgenomen, de hoeveelheid fossiel opgewekte stroom is toegenomen met een kleine verschuiving van steenkool naar aardgas. Dat meerdere aardgas wordt overigens geïmporteerd uit Rusland, dat terzijde.

Maar hoe zit het dan met die toename van hernieuwbaar en het afstappen van kernenergie? De hoeveelheid hernieuwbaar opgewekte stroom bedraagt per 2016 191 TWH en de hoeveelheid atoom stroom is gehalveerd naar 85 TWh.

Blijkbaar vervangt CO2-vrije hernieuwbare stroom CO2-vrije atoomstroom maar geen fossiel opgewekte stroom. Daarmee gaat logischerwijze de Duitse stroom gerelateerde CO2-uitstoot niet omlaag.

Sterker nog, er ontstaat een surplus aan hernieuwbare stroom van 68 TWh, waar Duitsland geen andere emplooi voor heeft dan export. Bij een surplus aan stroom zonder dat de vraag toeneemt dalen de marktprijzen. En dat is dan ook precies wat er in Duitsland & Nederland gebeurt. Waarom het ECN stijgende marktprijzen voor stroom voorspelt is mij dan ook een raadsel. Ze dalen al meer dan een decennia en dat zal nog wel even doorgaan.

Het surplus aan Duitse hernieuwbare stroom – in 2016 grofweg 50 TWh – is geëxporteerd voor grosso modo € 2 miljard. Alleen heeft de Duitse belasting betaler daar wel een slordige € 6,7 miljard aan groene subsidies op toegelegd. Zo’n 27% van de totale EEG (SDE+) uitgaven. Met recht een duurzame businesscase.

De hernieuwbare stroomproductie bedroeg over 2016 circa 29% van de totale stroomproductie, waarvan 21,5% voor binnenlands gebruik. Je kunt niet straffeloos baseload (waaronder kernenergie) vervangen door weersafhankelijke wind- & zonnestroom. Om het net stabiel te houden moet er steeds vaker worden ingegrepen. Duitsland nadert daarbij de kritische grens. Bovendien willen onze Duitse vrienden ook graag stroom wanneer het niet waait of donker is.

En wat subsidieert de Duitse belasting betaler per duurzaam opgewekte MWu – ook dat is af te leiden vanuit de hernieuwbare productie cijfers en het jaarbericht van het Duitse ‘Bundesministerium für Wirtshaft und Energie’.

Concluderend

Door de Duitse Energiewende neemt de fossiele stroomproductie niet af maar zelfs (licht) toe. De stroom gerelateerde CO2-uitstoot neemt weliswaar licht af door een kleine verschuiving van steenkool naar gas. De toename van wind- & zonnestroom heeft weliswaar de afbouw van kerncentrales gecompenseerd maar dat is eigenlijk voor de stabiliteit van het netwerk niet veel langer houdbaar.

Het surplus aan weersafhankelijke stroomvarianten (met name wind- & zonnestroom) is met € 6,7 miljard aan subsidies gedumpt in de buurlanden. Belastinggeld als exportproduct is kwalijk duurzaam houdbaar te noemen.

De Duitse Energiewende is volledig ontspoord, onhoudbaar en onbetaalbaar geworden. Vandaar ook dat de Duitse regering er – het liefst zonder gezichtsverlies – van af wil.

De volgende grafiek legt de pijnpunten van de Energiewende feilloos weer – de kosten ontploffen en het CO2-resultaat is er niet of nauwelijks. Het verschil tussen hernieuwbare productie en de cumulatief uitbetaalde EEG-subsidie geeft de imploderende marktprijs weer.

Nu de marktprijs vrijwel nihil is en de EEG een garantieprijs van €200,- per Mwh afgeeft, moet vrijwel heel de hernieuwbare productie betaalt worden door de Duitse belasting betaler. Logisch dat die niet langer staat te juichen bij het groene dictaat.

 

Bron hier.