Een gastbijdrage van Pjotr’s dwarsliggers (België).

De spijbelende klimaatjongeren hebben wetenschappers gevraagd om hun klimaateisen om te zetten in concrete beleidsmaatregelen. Dat is een stap in de goede richting. Om ook te slagen is er één belangrijke voorwaarde: dat de wetenschappers onafhankelijk zijn en de wetenschap de énige basis is en niet een politieke interpretatie ervan.

In De Telegraaf schreef chemicus en theoloog Jaap Hanekamp over ‘De gevaren van de klimaatutopie’ onder meer het volgende:

Er worden twee wereldbeelden geschetst. De dystopie: de samenleving die ten onder gaat aan droogte, zeespiegelstijging en opwarming. En de utopie: een stabiel klimaat als wereld die voor iedereen geweldig is. In zijn Nobelprijslezing zegt Al Gore het fenomenaal mooi. ’We are what is wrong and we must make it right’. Wij hebben de boel verkloot, dus wij moeten de boel opruimen.

Jouw mening als burger doet er niet toe. Het klimaatdebat is bij uitstek utopisch omdat de elite pretendeert de waarheid in pacht te hebben. Wij weten wat we moeten doen, en als we dat doen, dan wordt de wereld mooier, groener en veiliger. Vanuit mijn studie naar utopieën herken ik dit soort stuiptrekkingen ogenblikkelijk. In feite zegt de elite: geachte burger, u bent niet handelsbekwaam. U kunt niet met uw geld omgaan, lever dat maar in als belasting. Dat is nou utopie tot op het bot.”

De chemie is veel ouder dan de klimaatwetenschap. Wij ruziën al honderden jaren over allerlei fenomenen. Recent nog over quasikristallen. De goegemeente zei: die kunnen niet bestaan. Daniël Shechtman zei: ze bestaan wel. Hij leverde bewijs en kreeg de Nobelprijs. Maar dan komt de klimaatwetenschap, die bestaat 30 à 40 jaar, en die stelt dat men de waarheid al in pacht heeft. Het is CO2 en niets anders. Werkelijk? Dan heb je geen benul van de geschiedenis van de wetenschap. Kom over tweehonderd jaar nog eens terug.

Zijn afsluitende paragraaf zouden alvast alle politici, journalisten en spijbelende jongeren best ter harte nemen: “Het dwingende gelijk van klimaatverandering vind ik verontrustend. Wie moreel afwijkt, krijgt te horen: jij blokkeert de route naar de toekomst. Je mag niet meer vliegen! Foei wat een grote auto! En de utopie draagt altijd een element van geweld in zich. Nu is dat nog mentaal en psychologisch. De dwang gaat niet alleen over denken, maar ook over doen.”

In België is met die spijbelende jongeren de situatie nog veel erger, want hier wordt de utopie zelfs onderwezen in de scholen, en wordt jongeren wetenschappelijke informatie onthouden wanneer die niet overeenstemt met de ‘consensus’.

Intussen horen we reeds opperen dat wetenschappers niet mogen beslissen in een democratie. Dat klinkt aanvaardbaar, tenzij politici deze stelling gebruiken om de wetenschappelijke adviezen te interpreteren op basis van hun politieke visie. Hetzelfde als het IPCC al doet: de wetenschappelijke informatie uitdunnen tot enkel die elementen overblijven die hun wereldvisie ondersteunen. Daarom is de kans groot dat het een maat voor niets wordt.

In een latere bijdrage zullen we wetenschappelijk aantonen dat de IPCC-gestuurde conclusies botsen met wetten uit de fysica en de thermodynamica. Maar laten we beginnen met een bijdrage over de oorsprong van het publieke klimaatdebat. Het alarmisme begon met een toespraak voor het Amerikaanse Congres door NASA-wetenschapper James Hansen.

Hoe de dramatiek van de klimaatzaak berust op een minuscule fout.

Stel u even voor dat u als Amerikaans parlementslid luistert naar een toespraak van een betrouwbaar NASA-wetenschapper die aan de hand van een grafiek toont hoe de aarde door de opwarming afstevent op een enorme stijging van de zeespiegel. Al Gore nam toen het initiatief om daar een publieke zaak van te maken. Met zijn professioneel gemaakte film ‘An Inconvenient Truth’ sensibiliseerde hij de ganse wereld voor de dramatische toekomst, die wereldwijd regio’s waaronder Vlaanderen onder water zou zetten.

Hieronder de grafiek waarmee Hansen en het IPCC met succes de politiek overtuigden van de ‘sense of urgency’. (gegevens vervolledigd met de data van de laatste jaren):

klim01

Bekijken we deze grafiek eens van dichtbij. Het gaat over de stijging van de zeespiegel waarin we twee knikken (‘hockeysticks’) zien. De eerste situeert zich rond het jaar 1930 en de tweede zeer belangrijke net voor het jaar 2000. Het eigenaardige is dat die hockeysticks niet terug te vinden zijn in de metingen van die tijd.

Ziehier de werkelijke metingen in die periode op enkele plaatsen:

Zeespiegelstijging in Nederland (1,7 mm/jaar):

klim02

Zeespiegelstijging in New York

klim03 NY

Zeespiegelstijging in Seattle

klim04 seattle

Hoe verklaart men dan die ‘hockeysticks’ die telkens leidden tot een grotere toename per jaar van de zeespiegelstijging?

Wanneer we opnieuw goed kijken, merken we op dat op de curve ‘adjusted’ staat. Wat u zich hierbij moet voorstellen, want een verklaring werd nooit gegeven, is dat u hier niet de ruwe data ziet maar ‘aangepaste’ data. Hoe men die aanpaste, wordt geheim gehouden en dat is niet wetenschappelijk, want niet reproduceerbaar.

Laten we vooral aandacht hebben voor de tweede knik, net voor het jaar 2000. Als je zo’n knik in een curve ziet, is de eerste vraag: “Wat is daar gebeurd?” In dit geval is het antwoord extreem simpel, en het staat zelfs op het plaatje: de meetmethode is veranderd. Nu mag je, als experimentele fysicus, NOOIT midden in een tijdreeks de meetmethode veranderen. “Ook niet als het om een veel betere methode gaat? Ook dan niet: NOOIT”. Ziehier waarom dat niet mag:

De gebruikte techniek voor het rode deel van de curve is radaraltimetrie. Een radarapparaat aan boord van een satelliet meet de afstand tot het wateroppervlak. Als we ook de hoogte van die satelliet kennen weten we de exacte zeespiegelhoogte. Maar… hoewel we de hoogte van die satellieten vrij nauwkeurig kunnen meten, zit er toch nog een standaardafwijking van enkele meters op. Bedenk dat we verschillen in de grootteorde van millimeters willen meten! Dus: de methode is onvoldoende precies.

Nu is de reproduceerbaarheid van die radarmeting veel beter dan de absolute hoogtebepaling. Daar gaan we naar de tienden van een millimeter. Mocht die satelliet op precies dezelfde hoogte blijven waren we klaar, want dan moeten we enkel verschillen meten, en dat gaat nauwkeurig genoeg.

Maar die satelliet blijft niet op een constante hoogte. Ze moet – volgens de tweede wet van de thermodynamica – zakken, zij het ook heel traag. Dat dalingstempo kan NASA uitrekenen. Dus toch weer alles in orde. Noteer echter wel dat dit al lang geen ‘primaire’ meting meer is: er komen ingewikkelde en niet-controleerbare berekeningen aan te pas, en een directe ijking is niet mogelijk. Nu heeft NASA daarbij een – vergeeflijke – zeer kleine, zelfs minuscule fout gemaakt. Die satellieten dalen per jaar bijna 2 mm meer dan berekend. Daardoor schijnt de zeespiegel dus die twee millimeter per jaar meer te stijgen dan hij in werkelijkheid doet. Dat is de hele verklaring voor die hockeystick.

De bedoeling van Hansen en het IPCC was duidelijk om de wereldwijd de politici te overtuigen van een ‘sence of urgency’; de noodzaak om dringend maatregelen te treffen.

Deze grafiek toont niet alleen een verdubbeling van de jaarlijkse zeespiegelstijging in vergelijking met de werkelijke metingen aan de kade. Met deze grafiek wordt op een subtiele manier de ‘sence of urgency’ gevisualiseerd door de gemeten stijging aan de kade (1,7 mm/jaar, constant over de hele periode) te vervangen door een steeds snellere én grotere stijging van de zeespiegel in deze grafiek: van 0,6 mm/jaar over 1,4 naar 3,3 mm/jaar of bijna ZES maal meer dan bij het begin van de grafiek. Meteen was de toon gezet: het klimaat is op hol geslagen!

De afgevaardigden in het Congres zagen de ondergang van de wereld voor ogen. Vanaf dan nam de wereld zoals we ze vandaag kennen haar loop. Mijnheer Al Gore sloeg er met zijn emissiecertificaten een zeer lonend slaatje uit. Die film was echt een goede investering! Het grootkapitaal en de industrie positioneerden zich in de nieuwe situatie. Niemand kwam op het idee dat de data fout zouden kunnen zijn. Maar dat waren ze: niet vervalst, maar volledig ‘bona fide’ gewoon verkeerd. En daarbij was het zo gruwelijk simpel… Maar eens beweerd, zeker voor het US Congres, moet zoiets blijven staan. Dus werd die ‘hockeystick’ over de jaren hardnekkig verdedigd. Vergeet niet dat het IPCC een politiek orgaan is en dus veel meer geïnteresseerd aan gelijk krijgen dan gelijk hebben!

Toen het echt niet meer anders kon “bedacht” klimaatwetenschapper Dr. Michael E. Mann een statistische evaluatiemethode die de gewenste ‘hockeystick’ bij alle klimaatdata (temperaturen, zeeniveau etc.) blijft produceren. Tot twee Canadezen, McKitrick en McIntyre, Mann zijn bedrog openlijk aan de kaak stelden. Ze toonden aan dat de methode van Mann altijd een ‘hockeystick’ produceert, met gelijk welke dataset, ook met toevallige getallen!

Mochten er onder de lezers na deze informatie toch nog twijfelen, dan raden we hen aan om deze film van de Nederlandse geoloog Salomon Kroonenberg eens te bekijken. Met deze bijdrage toont hij aan dat wetenschap ook toegankelijk is voor leken mits ze ‘gebeten zijn om te wéten’. In dit geval ook om te wéten wat men met hun geld allemaal wil doen en of dat wel efficiënt is en niet alleen rendabel voor een elite en ideologische belangengroepen.

Waarde lezers,

Ik weet het, zo een duidelijke en naar gevolgen kapitale fout zou nooit mogen kunnen. Maar bedenk dat het niet de eerste keer was. Toen een Amerikaanse professor in spinazie beduidend meer ijzer vond dan mogelijk is, kregen alle kinderen wereldwijd het voorbeeld te zien van Popeye the Sailor die zijn kracht haalde uit spinazie. Dat de professor kort nadien een stupide fout vond in zijn berekening – hij had de komma verkeerd gezet en had dus tien maal meer ijzer gerapporteerd dan er was – en zijn fout ook onmiddellijk publiek maakte, werd dat gewoon genegeerd. Popey the Sailor was veel belangrijker dan een banale fout.

Dus ja, beste lezers, we zijn nog altijd even gedweeë mensen die elke rattenvanger achternalopen, ook al weten we in dit geval dat de wetenschappelijke basis van het klimaatalarmisme stoelt op bewezen fouten.

We moeten dringen het boek van Barbara Tuchman De Waanzinnige 14de Eeuw herlezen.

We kunnen alvast een nieuwe versie plannen met als titel De Waanzinnige 21ste Eeuw.

Bron hier.