Wim Kan. Foto: Isgeschiedenis.

Een bijdrage van Arthur Rörsch.

Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?
Naar het Oosten, naar het Westen
Of naar de kerk in ´t midden?
Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?
Wordt het Canossa om te smeken en te bidden?

Draaien we de feestverlichting aan of uit of half?
Dansen we in ’t donker verder om ’t gouden kalf?
Buigen wij diep in het stof voor ’t magisch monopolie
Of zeggen wij: “Ach jan de Witt kreeg nooit een druppel olie”?

Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?
Gaan we terug naar het oude of zetten we door
Vreemdeling, Vondeling, dokter, pastoor
Weet u al een beetje wat of hoe?
Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?

(Oude jaars conference Wim Kan, 1973.)

Laat ons op dit stramien anno 2019-2020 eens voortborduren.

Daarbij haal ik nog een andere aardige oude tekst van Wim Kan op:

Ik was zo graag de nieuwsman van ’t journaal
Zo’n soort opperwezen die het nieuws mag lezen
En telkens even opkijkt of we het wel horen allemaal
Ik was zo graag de nieuwsman van ’t journaal
Die hele nette met dat hagelwitte pruikje
Die heel de staatselite tovert uit dat luikje
Alsof dat allemaal op zolder bij hem woont
Zo’n machtig, grote jongen die de poppenkast vertoont

Er lijkt me niet zoveel nieuws onder de zon te zijn. In 1973 was er al de nodige kritiek op zowel de mensen die meenden ons te kunnen (moeten) besturen als op het journaille. Maar ik denk dat nu de twijfel aan professionaliteit nog sterker aan de orde zal komen van hen die zich als ‘experts’ op een bepaald milieugebied opwerpen.

De mainstream onderzoekers in dit vak (daarbuiten door velen aangeduid als ‘alarmisten’ of ‘doemdenkers’) houden maar niet op om de critici op hun werk als onprofessioneel aan te duiden. Omdat ze meestal niet binnen hun ‘school’ zijn opgeleid.

Omgekeerd die critici – velen uit een andere ‘school’ waaronder de ingenieurs ruim zijn vertegenwoordigd – verwijten wat zij noemen de ‘doemdenkers’ realiteitszin, waarbij een tunnelvisie aan de dag wordt gelegd. Die critici afkomstig uit een diversiteit van andere scholen durven de huidige mainstream onderzoekers onprofessioneel te noemen omdat zij fundamentele beginselen die zich in de wetenschappen hebben gevestigd sinds de renaissance zouden negeren.

In het klimaatdebat zal de discussie zich volgens mij gaan toespitsen op wie onder de actieve wetenschappers, op welke gronden zich ‘expert’ durft noemen.

En vervolgens op welke gronden tegengestelde adviezen van onderscheidene experts door het publiek, de politiek (en zelfs de rechtbank) tegen elkaar zullen worden afgewogen.