Een bijdrage van Reynier Pronk.

Nederland is een parlementaire democratie, waarin de meerderheid de lakens uitdeelt, met inachtneming van de belangen van de minderheid. Dat klinkt mooi, maar is het nog steeds vol te houden?

De door Rutte terecht bewonderde staatsman Thorbecke heeft er rond 1840-1848 voor gezorgd dat er een eind kwam aan de macht van de koning. Er is toen een begin gemaakt van onze huidige staatsvorm.

Wij mogen ons gelukkig prijzen, want de meeste andere landen moeten het doen met feodale, dictatoriale bestuursvormen of schijn-democratieën, die over het algemeen misbruikt worden door de machthebbers voor eigen gewin, dat van hun familie en van hun vazallen en die zich weinig gelegen laten liggen aan de noden van de eigen bevolking.

De Nederlandse parlementaire democratie bestaat dus nog geen 200 jaar en het is de vraag hoe lang deze nog meegaat. Misschien zijn we ‘m al ongemerkt kwijtgeraakt.

Ja, wij hebben nog steeds de vertrouwde instituties die met elkaar de Trias Politica vormen. Ook zijn er diverse bestuurslagen, zoals het Rijk, de Provincies en de Gemeenten (en deelgemeenten) en als vreemde eend in de bijt, de Waterschappen.

Maar het lijkt er sterk op, dat het hele systeem aan erosie onderhevig is. Dat begint natuurlijk al bij het landelijk bestuur. Er heerst partijdiscipline, waardoor volksvertegenwoordigers al dan niet vrijwillig, geen gebruik meer maken van hun recht om zonder last of ruggespraak te functioneren.

De vraag is dus of men zich nog wel volksvertegenwoordiger mag noemen, terwijl het parlementslid feitelijk acteert als partijvertegenwoordiger.

Het regeerakkoord

Dat bindt coalitiepartijen voor langere tijd aan de daarin overeengekomen afspraken. Aangezien de toekomst onvoorspelbaar is, dat merken wij nu elke dag, maakt zo’n regeerakkoord het weliswaar gemakkelijker om een regering overeind te houden, maar bijsturen op basis van de ontwikkelingen van alledag, is buitengewoon lastig. En, erger nog, het maakt de oppositie monddood; de kamer bestaat immers voor meer dan de helft uit mee-stemmers: partijgenoten van de coalitie (zie boven). Dus de echte oppositie kan debatteren tot het erbij neervalt; veel uithalen doet het niet.

Beschermt de grondwet de burger nog wel?

In beide kamers zijn een drietal wetten aangenomen die de rechten van burgers en lagere overheden drastisch aantasten:

De Crisis en Herstelwet

Deze ‘noodwet’ zou behoren te zijn wat het zegt: alleen van toepassing in geval van crisis. Dus, bij een oorlog, een overstroming een aardbeving of de landing van groene marsmannetjes, waarna het land geheel of gedeeltelijk in puin ligt. Dan moet, als het stof is neergedaald, de regering slagvaardig handelen en worden er rechten terzijde geschoven. Dat is te billijken. Maar wel met een tevoren bepaalde einddatum, waarna de normale wetgeving weer van kracht wordt.

Iets een Crisis noemen, terwijl het helemaal geen crisis is, behalve in projecties van enkele wetenschappers, en onder druk van alarmistische lobbygroepen, gaat veel te ver. Toch gebeurt het waar je bijstaat en: al jaren! Deze Crisis en herstelwet is ook nog eens blijvend van toepassing.

Wij leven dus in een permanente crisis? Toe nou!

De Regionale Energie Strategie

Uit de Crisis en Herstelwet, de Transitiewet en de Klimaatwet vloeit de Regionale Energie Strategie (RES) voort en een daartoe opgericht uitvoerend orgaan. Deze organisatie heeft verregaande bevoegdheden, die zelfs de bevoegdheden van provincies en gemeenten overstijgt en tast en passant ook de rechten van de burgers ingrijpend aan.

Met name met het binnentredingsrecht, waardoor de sterke arm kan worden ingeschakeld om de gasmeter desnoods met geweld uit de muur te rukken van iemand niet van het gas wenst te worden afgesloten.

Deze wet reikt dus tot ver achter de voordeur en is dus in strijd met diverse artikelen van de grondwet om precies te zijn: 10 en 12. Kan een wet strijdig zijn met de grondwet? Ik kom daar zo op terug.

Deze klimaatwetgeving zorgt er ook voor dat het land tegen de wil van diverse bestuurslagen en de burgers in, kan worden vol geplempt met wind- en zonneparken.

De RES heeft inmiddels gemeenten targets opgelegd voor CO2 reductie. Vervolgens moeten die zelf aangeven waar op hun grondgebied windmolens en zonnepanelen moeten komen. Doen ze dat niet, of is het niet genoeg, dan heeft de RES het recht om zelf locaties aan te wijzen. Naar de rechter stappen is zinloos, want deze kan niet anders dan de wet volgen en daarin zijn de rechten van de klagers ernstig beperkt tot nihil.

De Grondwet

Maar hoe zit het dan met de Grondwet, daarin worden immers de democratische en privacy-rechten van burgers gegarandeerd?

Dat zal wel, maar dat mag de rechter niet toetsen… Pardon? Volgens artikel 120 uit dezelfde grondwet is het de rechter verboden om wetten op basis van de grondwet te toetsen en dat is in 1983 herbevestigd en als apart grondwetsartikel klaarblijkelijk met 75% meerderheid of meer, in de kamers aangenomen.

Anders dan in andere landen worden in Nederland wetten, afkomstig uit de EU of de VN zonder meer van toepassing verklaard ook al druisen ze in tegen de grondwet. Ook de Nederlandse wetgever maakt dus wetten, zoals hierboven beschreven, die in strijd kunnen zijn met de grondwet en niet mogen worden getoetst. De wetgever is dus almachtig en staat daardoor feitelijk boven de grondwet. Bijzonder…

Zonder grondwet en met name artikel 10 hier https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vgrnbl6ah4zz/artikel_10_privacy en 12 hier https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vgrnbm9pegm3/artikel_12_huisrecht, is de burger in Nederland overgeleverd aan de luimen van de wetgever en de politieke verhoudingen op het moment van behandeling.

De 1e kamer, die een kamer van reflectie behoort te zijn en waar de grondwet in veilige handen zou moeten zijn, is inmiddels net zo politiek ingesteld als de tweede kamer: de partijen stemmen in de regel gewoon mee met die van de 2e kamer. Tel uit je winst!

Het democratisch proces

Hierover kan ik kort zijn. Dat is er niet of nauwelijks. Maar wij kunnen toch stemmen? Ja, maar waar op dan? Vrijwel alle partijen hebben zich achter de klimaatwet gesteld.

Koekoek éénzang.

De paar partijen die tegen zijn, worden gemarginaliseerd of met een ‘cordon sanitaire’ buiten de macht gehouden en mogen in de kamer blaffen zonder dat er wordt geluisterd.

En dan nog even de stem van de burger:

  • De voorgenomen klimaatwet en het klimaatplan maakten tijdens de laatste verkiezingen geen deel uit van partijprogramma’s. Tijdens de coalitie-onderhandelingen popten deze plotsklaps op. Wonderlijk…
  • Burgers en wetenschappers mochten niet aanschuiven aan de klimaattafels en
  • het raadgevend referendum is afgeschaft op initiatief van de partij die deze zelf ooit heeft geïnitieerd.
  • Na de klimaattafels is een beperkte voorlichtingscampagne geweest waarbij achteraf bleek dat tegenstanders van windmolens uit de vergadering werden geweerd of zelfs verwijderd.
  • Ook bij de locale RES-besprekingen is maar een beperkt publiek aanwezig geweest.

En dus is het brede publiek nergens bij betrokken geweest, is ze niets gevraagd en mogen ze geen bezwaar maken.

Pikant is ook, dat uit een enquête onder de Europese bevolking zou blijken dat maar liefst 92% van de Europese bevolking vindt dat er klimaatmaatregelen nodig zijn. Bron.

Ik zou zeggen Nederlandse regering, waar blijf je met een referendum om dit bevestigd en gelegitimeerd te krijgen? Waar bent u bang voor? Vrijwel iedereen is vóór, of toch niet..?

Het breekbare vaasje van Rutten lijkt er nog mooi bij te staan, maar het is gebarsten en de bodem is er al lang geleden uitgevallen.

Eén lichtpuntje: In Nederland kun je onbelemmerd een artikel als dit schrijven, want we zijn beschermd door artikel 7 van de grondwet. Nog wel…!