Subsidieslurpers Energietransitie is de grootste subsidieslurper komende drie decennia. Ondersteuning energietransitie is niet tijdelijk

Shutterstock.

Een gastbijdrage van

Ophouden met potjes ter beïnvloeding van idiote, onmeetbare doelen als mondiaal burgerschap!’, riep de toenmalige Parlementariër Han ten Broeke (VVD) op Twitter.

Vaak zijn dergelijke uitspraken op onjuiste informatie gebaseerd en bezitten een sterk subjectieve toonzetting. Laten we eens kijken wat we onder subsidie moeten verstaan: “Subsidie is een tijdelijke bijdrage van de overheid of een niet-commerciële organisatie ten behoeve van het starten van een activiteit waarvan het economische belang niet direct voor de hand ligt. Als het economisch belang van een te starten activiteit wel voor de hand ligt, spreekt men meestal van investering”. Wat valt in die beschrijving op? De relatie tussen tijdelijk en nog niet duidelijk economisch belang en als het draait om uitgaven waarvan verwacht wordt dat die inkomsten op de lange termijn zullen genereren, worden die gecategoriseerd onder investeringen. Opmerkelijk dat die eerste categorie geen economisch belang schijnen te dienen.

Geen subsidieslurper?

Bij het afstruinen van het internet worden hier en daar subsidieslurpers geïdentificeerd en het viel me op dat de energietransitie als een van de grootste zo niet de grootste jaarlijkse subsidieslurper vaak wordt genegeerd. Wel worden genoemd hypotheekaftrek (€14 miljard); landbouw (M€ 720 uit de Europese pot waarvan de vulling ook uit de Nederlandse huishoud beurs komt plus de verstrekking door overheden in verticale zin); bedrijfsleven (bijna € 3 miljard) en betaald voetbal (M€230 miljoen). Blijkbaar passen die niet in het links liberale denken en worden als verspilling van belastinggeld beoordeeld.

Niet groen, niet duurzaam noch hernieuwbaar of betrouwbaar

Subsidieslurpers Energietransitie is de grootste subsidieslurper komende drie decennia. Ondersteuning energietransitie is niet tijdelijk
Biomassa. Afb: pixabay.

Politici, activisten en commerciële bedrijven wijzen maar al te graag met de vinger naar de mens als belangrijkste veroorzaker van klimaatveranderingen met het doel om de doorsnee burger klimaatangst aan te praten. Daardoor moet de greep op zijn denken en doen worden versterkt en in de gewenste richting te duwen; zichzelf te verrijken door steeds meer en hogere subsidies te onttrekken aan de schatkist of commercieel de klimaatangst bij de burger te kunnen benutten om winst te maken en te verhogen. De kosten die de energietransitie met zich mee brengen en linksom en rechtsom vooral door huishoudens met de kleine beurs gedragen moeten worden, zijn door de intensieve berichtgeving over de Coronapandemie naar de binnenpagina’s van mediabronnen verdwenen. Het is akelig stil geworden rond dit voor de kleine beurs relevant en gevoelige onderwerp. In de pre-Coronaperiode kon men geen mediabron openen of er stond wel een hosanna verhaal over de groene, duurzame, hernieuwbare en betrouwbare energie in.

“Vooral windturbines veroorzaken veel schade aan het ecosysteem”

Zon, wind, water, aardwarmte en biomassa blijken amper hernieuwbaar noch groen te zijn? Water, wind en zon worden niet gebruikt, maar verbruikt en zijn dus niet hernieuwbaar. Ook hebben ze geen groene, maar buiten vervuild water geen identificeerbare kleur. Bovendien zijn die energiebronnen door de toeleveringpauzes of black outs niet betrouwbaar; veroorzaken vooral windturbines veel schade aan het ecosysteem [1]; moeten door de toeleveringspauzes vangnetsystemen en daarvoor benodigde infrastructuur voortdurend beschikbaar zijn en is het nog onduidelijk hoe hoog de kosten zijn van afvoer en recycling van onbruikbaar geworden of door overschrijden van de technische levensduur gedwongen vervangen van materiaal [2]. Het sprookje dat biomassa volgens de kenners van de EU CO2 neutraal zou zijn, is allang doorgeprikt. Niettemin blijft biomassa een hoeksteen van het Subsidie stelsel voor duurzame energie en vernietigt daardoor de natuur in de Baltische Staten, USA en in mindere mate Scandinavië.

Als er uitgebreide kanttekeningen geplaatst moeten worden bij de criteria duurzaamheid en betrouwbaarheid, is het vanzelfsprekend dat er enorme kosten gepaard gaan bij het bereiken van het door politici en activisten geëiste niveau van duurzaamheid en betrouwbaarheid.

Tot op heden zijn veel kostenplaatsen angstvallig buiten de discussie gehouden en is het nog steeds onduidelijk hoe groot de schade is die hoofdzakelijk door geld uit de schatkist moet worden gedekt. Wel is het helder dat de kleine verbruiker de grootste schade zal lijden.

Kleine huishoudens zijn de Sjaak

De subsidiekosten die verbonden zijn aan het Energieakkoord 2013 en Klimaatakkoord 2018 kunnen door vaagheden en onzekerheden in die twee akkoorden door de Algemene Rekenkamer niet eenduidig berekend worden. Iedere schatting door gesubsidieerde rekeninstanties en adviesraden zal ongetwijfeld te laag zijn. De onderstaande informatie zal vanuit die invalshoek benaderd moeten worden:

  • Het Energieakkoord 2013 heeft als doelstelling om het aandeel duurzame energie in 2020 op 6,15% te brengen. Inmiddels hebben meerdere Regeringen Rutte voor een groei van 1,43% (2012 status: 4,72% versus 2020 status: 6,15%) ruim € 31 miljard aan subsidies toegezegd en de verwachting is dat die kosten zullen oplopen naar € 100 miljard.
  • Het Klimaatakkoord 2018 heeft als kompasrichting om in 2020 14% van het energiegebruik te dekken door duurzame energie en in 2050 moet dat 95% zijn. Nederland zit in 2019 amper op de helft en 14% in 2020 is een onhaalbare opgave. Voorzichtige schattingen ramen de kosten tussen €1000 en € 1500 miljard door o.m. de afkoppeling van het gasnet (€450 miljard), energietransitie kleine huishoudens (€ 320-€800 miljard voor 8 miljoen huishoudens die gemiddeld tussen de €40.000 en € 100.000 kosten moeten maken om aan de wensen van klimaatfatalisten te voldoen) en de gedwongen overstap op een elektrisch platform (€ 240 miljard voor 8 miljoen voertuigen ad een doorsnee prijs van € 30.000).
  • Bij de kosten die kleven aan de doorvoering van Energie-akkoord en Klimaatakkoord moeten ook de kosten gerekend worden die de afspraken in Parijs en Katowici veroorzaken en voorshands voor Nederland op € 20 miljard geraamd worden.

Het is helder dat windturbines of zwaaipalen, zonnepanelen, biomassa en hybride platformen functioneren op subsidies resp. zonder subsidies geen elektriciteit opgewekt door wind, zon en biomassa. Centraal bij de dekking van de kosten voor de zogenaamde hernieuwbare energie is de stimuleringsregeling voor hernieuwbare energieproductie (SDE). De SDE regeling wordt direct gefinancierd door heffingen op het verbruik van elektriciteit, maar voornamelijk door de energiebelasting op gas. De bedragen zijn niet terug te vinden op de rijksbegroting.

Subsidieslurpers Energietransitie is de grootste subsidieslurper komende drie decennia. Ondersteuning energietransitie is niet tijdelijk

Overzicht SDE-regeling

Uit het overzicht blijkt dat de aangegane SDE verplichtingen tot 2018 zijn opgelopen naar € 34,176 miljard en in de periode 2018-2020 komt daar nog € 18,708 miljard bij. In totaal bedragen de SDE verplichtingen € 52,884 – bijna €53 miljard. Opvallend is de piek in 2017 (€11.87 miljard) en de min of meer consistente bedragen daaromheen: 2016 (€ 9,012 miljard), 2018 (€ 9,9 miljard) en 2019 (€ 8,9 miljard). Opmerkelijk is de groei van de biomassa in de periode 2014-2017, de sterke daling in 2017 en het relatieve grote aandeel van Zonne-energie.

Hoewel de Nederlandse samenleving door de geringe dekking van de energiebehoefte door niet-fossiele energiebronnen er niet veel mee opschiet, moet die wel de exploitatietekorten van die groene activiteiten dekken. De huishoudens moeten ruim 75% van de geplande jaarlijkse subsidie opbrengen. Een schuld die middels de energiebelasting in 15 jaar moet worden ingelost.

Dat zijn niet de enige verzwaringen: Tennet moet miljarden gaan investeren in stopcontacten op zee om de windstroom aan land te krijgen. De rekening hiervoor komt ook op de energienota in de vorm van netbeheerskosten. Naast de wensen van de overheid en de investeringskosten van de windindustrieterreinen op land en water, blijken diverse gemeenten eigen energiedoelen gesteld te hebben waarvan de kosten gedekt moeten worden uit gemeente- en provinciebelastingen. Die zijn niet verweven in de SDE regeling. Dat betekent dat er nòg meer betaald moet worden aan de klimaatwensen die op diverse bestuurslagen leven.

Biomassa

De massale kritiek op biomassa, waar dit jaar ook een groot deel van de milieubeweging in mee ging, kan aan bestaande SDE-verplichtingen niets veranderen, die zijn juridisch afdwingbaar. En die dwingen de staat om steeds meer subsidie aan biomassa projecten uit te keren, waardoor het in de periode tot 2030 zelfs de grootste slokop wordt, met in totaal een aanspraak van bijna € 18 miljard [3].  Het totaal van 18 miljard euro kan alleen lager uitvallen als geplande projecten worden afgeblazen (zoals voorlopig is gebeurd met de biomassacentrale van Vattenfall in Diemen) of als de energieproductie van een project onder de raming blijft.

Winnaars?

Zijn de klimaatbewuste nationale en Europese politici winnaars? Wanneer de achtergronden van de klimaatwoordvoerders van de verschillende politieke partijen tegen het licht worden gehouden, is het niet verrassend dat de discussie over klimaatmaatregelen de diepte van een theeschoteltje niet overtreft. Een rondje langs een aantal partijen leert het volgende:

VVD: Cultuur & Organisatie;
CDA: Int. Betrekkingen;
PvdA: Verpleegzorg (!);
CU: Kunstgeschiedenis;
D66: Bestuurskunde;
SP: Archeologie;
GL: Politicologie;
SGP: Civiele Techniek;
PvdD: Communicatie.

Allemaal echte klimaatdeskundigen!

Waarom zouden ze vrijwillig stoppen met de winstgevende en subsidie slurpende industrie van de Groene/klimaat lobby? Het is veel te lucratief voor de belanghebbende partijen om ineens af te stappen van klimaatminaretten (zwaaipalen) en zonnepanelen? Die politici worden in de rug gedekt door Brussel waar net zulke kreupele klimaatexperts het beleid willen bepalen als in Nederland. Toch bestaat de kans dat zeker nu de Coronapandemie de schatkist snel laat leeglopen die elitaire groepering die nu nog breed lachend in de media zijn overwinning staat vieren, tot de grote verliezers gaat behoren.

Subsidieslurpers Energietransitie is de grootste subsidieslurper komende drie decennia. Ondersteuning energietransitie is niet tijdelijk

Charlef Brantz.

Aan het klimaatprobleem worden kapitalen verdiend. De Groene Industrie is een miljarden-business en houdt zich puur in leven m.b.v. subsidies die door de belastingbetaler opgebracht moeten worden. De manier waarop die Groene Industrie te werk gaat, is vergelijkbaar met de handelwijze van de Zieligheid Industrie. Geld graaiers aan de top, manipuleren van informatie, lobbyen bij naïeve politici, veel beloven en criticasters die hun klimaat Utopia bestrijden keihard buiten spel zetten. Het bereiken van klimaatdoelen, juist of onjuist, wordt gefinancierd door de belastingbetaler.

De echte winnaars zijn subsidieslurpers als de windturbine- en zonnepanelen-fabrikanten en hun infrastructuur- en transitie-toeleveranciers. De banken waar miljoenen Nederlandse huishoudens dikke leningen moeten afsluiten om te kunnen voldoen aan de energienormen van de overheid.

Kortom

Energietransitie is de grootste subsidieslurper in de komende drie decennia. Echter ondersteuning van die energietransitie is niet tijdelijk en enig zicht op een economisch belang ontbreekt. Je kunt dus niet spreken over subsidie noch over een investering in de ware zin van het woord. Hoe moet die geldstroom dan benoemd worden? Een subvestering?


[1] Verandering van stromingpatronen, invloed van geluidgolven op het gedrag van oppervlakte – en onderwater samenleving; ronddraaiende turbine bladen op vliegende fauna

[2] Bij zwaaipalen ondervind de betonnen fundering dezelfde problemen als  oude bunkers . Die kunnen alleen worden geruimd door zware explosieven te gebruiken en dat is nu niet echt bevorderlijk voor klimaat en milieu. Ook de afvoer van de windturbine wieken stuit op diverse problemen en de vraag is welke problemen de afvoer van neodymium voor de magneet in de motor staat. Ook de afvoer van onbruikbare en verouderde zonnepanelen is niet doorgerekend. Er kleven derhalve nog veel onduidelijkheden aan het afvoer en recycling proces.

[3] Die verplichtingen lopen zelfs door tot ruim na 2030. Want als een project in 2019 is goedgekeurd, heeft de aanvrager nog vier jaar om het te bouwen, waarna die vanaf 2023 tot 2038 de afgesproken subsidie 15 jaar incasseert.

***

Bron hier.