Maarten van Aalst.

De zondagse beschouwing van Jan van Friesland.

Op 1 februari treedt de nieuwe topman van het KNMI in functie: prof. dr. Maarten van Aalst, de voormalige rampenprofessor en directeur bij het Rode Kruis.

Het is het besluit van de ministerraad. Van Aalst geldt als een van de meest geharnaste paniekzaaiers van het klimaat-establishment. Uit zijn uitspraken valt op te maken dat er bij hem geen fundamentele twijfel is over de oorzaak van klimaatverandering. Andere wetenschappelijke visies bestaan gewoonweg niet. Het is bijvoorbeeld niet de zon, het zijn niet autonome geologische processen, nee het is de mens met zijn broeikasgassen die de oorzaak is van alle narigheid. Met zijn benoeming zit hij op de onwankelbare troon van het klimaatalarmisme. Van Aalst:

‘Zo snel mogelijk de uitstoot drastisch omlaag, en zo snel mogelijk zelfs naar nul.’

Peter Siegmund.

Hij weet als geen ander, als fondsenwerver bij rampen, hoe dit paradigma politiek kan worden ingezet: het weer is bij hem politiek geworden. Zo drong hij ernstig aan op een aparte minister voor klimaat. En in die zin is hij ook een groot voorstander van een op te richten klimaatfonds waar ook Nederland fors aan moet bijdragen. De Nederlandse belastingbetaler is straks verplicht om over de brug te komen bij noodweer waar ook in de wereld. Dat het elders regent is onze schuld. Van Aalst ziet de hoge energieprijzen als een kans ziet om klimaatmaatregelen te nemen door te kiezen voor zonne-energie.

 

Een aantal partijen onderschrijft immers niet wat hij als waarheid verkondigt en stelt dat er geen sprake is van een klimaatcrisis.

Meest pregnant werd zijn agenda zichtbaar bij de immense wateroverlast anderhalf jaar geleden in Zuid-Limburg, Oost-België en delen van Duitsland, waarbij hij een relatie legde tussen door de mens veroorzaakte klimaatverandering en het zeer grote aantal doden: ‘ook wij zijn aan de beurt.’ En in Nederland sterven er ook al meer mensen door de warmer wordende aarde, aldus van Aalst.

Specifieke opvattingen over weer en klimaat, zeker wanneer deze institutioneel worden ingebed als bij het KNMI, zijn van enorme betekenis voor onze economie en energievoorziening. In het kader van bestuurlijke vernieuwing zou het raadzaam zijn hem uit te nodigen in de Tweede Kamer en te bevragen over zijn wetenschappelijke visie. Een aantal partijen onderschrijft immers niet wat hij als waarheid verkondigt en stelt dat er geen sprake is van een klimaatcrisis op grond van wetenschappelijk onderzoek.

Jan van Friesland.

Ook zou de kamer dan kunnen vernemen hoe binnen het KNMI over rampen in relatie tot humaan veroorzaakte klimaatverandering wordt gedacht. Vorige week stelde immers klimaatexpert Peter Siegmund dat hij geen verband zag tussen klimaatverandering en de toenmalige overstromingen in Zuid-Limburg en omstreken, maar dat bewoners gewoon pech hadden. Het wordt de hoogste tijd dat er wetenschappelijke verantwoording wordt afgelegd door het KNMI aan de politiek. Om andere rampen te voorkomen.

Vaak worden natuurkundigen niet als klimaatdeskundigen gezien, hij is natuurkundige en was modellenmaker. Maar je kunt ook zeggen dat voor zo’n specifieke functie op zijn minst een meteoroloog aan de top moet zitten.

***

Zie voor Peter Siegmund hier.

***