“Er is de laatste dagen gespeculeerd over wat mij zou motiveren” (screenshot NOS journaal)

Een speculatieve reconstructie van de diepere zielenroerselen van Mark Rutte

De ommekeer tijdens Rutte III
Kabinet Rutte III werd gekenmerkt door een opeenstapeling van crises die voortkwamen uit voorafgaand kabinetsbeleid (toeslagen, Groningen, stikstof), en bleek niet in staat om er ook maar één dichter bij een oplossing te brengen. Integendeel, op alle hoofdpunten namen de problemen eerder toe dan af. De toverwerking van compromissenkoning Rutte begon zijn effectiviteit te verliezen, en de glans verdween van zijn premierschap.
Maar in het laatste jaar van het kabinet werd het land getroffen door de Corona crisis, en daarin pakte Rutte bijna ogenblikkelijk en met overtuiging de rol van staatsman. De glans leek terug te komen, en een groot deel van de bevolking schaarde zich achter zijn leider. Tegen deze achtergrond moest Mark voor de derde keer bij zichzelf te rade gaan: wil ik nog een volgende regeerperiode doorgaan?

Deels gingen dezelfde overwegingen door zijn hoofd als de vorige keren: enerzijds wellicht eindelijk een privéleven in de luwte, wat rust, misschien een tijdje anoniem in New York wonen, en zicht op nieuwe uitdagingen; anderzijds een abrupt einde van zijn leidersrol in de Kamer, in de pers, en vooral: het einde van zijn status op het internationale toneel en zijn gelijkwaardige omgang met de grootsten der aarde.

“Het vrolijkste en handigste oliemannetje uit de geschiedenis” (foto cc Maarten Dirkse)

Maar deze keer speelde ook wat anders door zijn hoofd, meer dan de vorige keren: als hij nu zou stoppen, hoe zou hij dan de geschiedenisboekjes ingaan?

Daar was weinig twijfel over mogelijk: hij zou geprezen worden om zijn grote inzet, zijn onverstoorbaar joviale optimisme, en zijn ongeëvenaarde vermogen om altijd een compromis te sluiten, een geitenpaadje te vinden, het onverzoenlijke te verzoenen.

Maar hij zou ook gezien worden als de man die vond dat je voor een visie maar naar de oogarts moest, en ook geen enkele keer in de drie kabinetten te betrappen geweest was op enige inhoudelijke belangstelling, niet eens voor het eigen VVD verkiezingsprogramma. Hij zou herinnerd worden als het vrolijkste en handigste oliemannetje uit de geschiedenis.

Dat begon hem, als historicus met grote liefde voor politieke biografieën, steeds meer te steken, en het begon de andere argumenten te overheersen. Hij vond dat hij beter verdiende. Hij was dan wel niet de man van de grote visies geweest, maar hij was er toch maar mooi in geslaagd het steeds verder versplinterende land al die tijd regeerbaar te houden, een bijna onmogelijke opgave.

Zijn drie kabinetten hadden hem in Nederland niet de allure van de grote staatsman opgeleverd die hij al zo lang zo graag wilde zijn, maar op internationaal vlak lukte dat beter. Hij was als een vis in het water bij alle bijeenkomsten van wereldleiders en behoorde inmiddels tot een van de weinige overlevers, met bijbehorende status van gerespecteerd politicus. Dat wilde hij niet kwijt, en elke  keer dat hij overwoog te stoppen, stak het besef van deze consequentie als een dolk in zijn buik.

Hij besefte dat hij nog niet toe was aan de beslissing om te stoppen, en besloot om nog een periode door te gaan, maar daarbij deze keer wel bewust toe te gaan werken naar een waardig afscheid. Corona had hem weer glans gegeven, en die rol wilde hij voortzetten en uitbreiden. Geen oliemannetje meer, maar een staatsman die voor altijd om zijn grote daden herinnerd zou worden!

Maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vooralsnog zouden bij het aflopen van Corona weer de oude problemen de kop opsteken, en daar was weinig eer aan te behalen. Hoe kon hij in deze laatste vier jaar dan wel betekenis gaan geven aan zijn carrière?

Rutte raakt begeesterd in Davos (foto Wikimedia cc)

Mark ziet het licht!
Het besef drong opeens tot hem door tijdens zijn bezoek aan het World Economic Forum in Davos. Het werd hem zelfs in de schoot geworpen: de hele bijeenkomst stond in het teken van het doordringen van de aanwezigen van hun verantwoordelijkheid als wereldleiders om de wereld klaar te maken voor de toekomst, en de benodigde stappen te zetten naar de daarvoor onontkoombare transities. Het moment was ook nú, want Corona had de overheden een hoofdrol gegeven in de maatschappelijke ontwikkelingen, en dat gaf de kans om door te pakken en een betere wereld op te bouwen dan voor Corona. “Let’s build back better”, “the great reset”, het klonk Mark als muziek in de oren. Het paste ook 100% bij waar het in Brussel en in zijn eigen kabinet voortdurend over ging. Alles viel op zijn plaats.

Hij zag het opeens glashelder: hij zou de geschiedenis ingaan als de staatsman die Nederland klaarmaakte voor de toekomst, de premier die leiding gegeven had aan de grote ommekeer. Hij zoog alles in zich op wat er om hem heen gezegd werd, zag dat iedereen die iets voorstelde in de wereld voor 100% overtuigd was van de noodzaak en haalbaarheid van de “Social Development Goals”, van het belang van het opleggen van “Ecological, Social and Governance” criteria aan bedrijven, en van de noodzaak van een geforceerde razendsnelle afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen.

Hij begreep opeens ook dat nationale belangen en lokaal verzet deze onvermijdelijke ontwikkelingen niet in de weg zouden mogen staan. Hij zou met alle andere aanwezigen uit de politiek en de industrie huiswaarts keren en de koe bij de horens vatten!

Op de vlucht terug koesterde hij, uitkijkend over het wolkendek, de woorden van Klaus Schwab. Die had hem bij het afscheid toevertrouwd dat hij er van overtuigd was dat Mark, als Nederlandse premier en belangrijke speler in de EU, een doorslaggevende voortrekkersrol zou gaan vervullen. Een betere invulling van Marks voornemen was niet denkbaar!

Hoewel hij zijn best had gedaan om alles in zich op te zuigen, was het nou niet direct zo dat hij nu ook alles paraat had, en in staat zou zijn om een enigszins coherent plan voor Nederland te maken om dit alles te bereiken. Maar daar maakte hij zich geen zorgen over: collega Kaag en veel Nederlandse ambtenaren en industriëlen waren in Davos kind aan huis en waren intensief betrokken bij de WEF werkgroepen. Eigenlijk was zijn Rutte III al druk bezig met de uitvoering, al was dat nog niet door Rutte’s diepgevoelde overtuiging, maar door zijn bereidheid om alle VVD programmapunten in te leveren om een regering te kunnen vormen met D66, gesteund door GroenLinks en PvdA in de Eerste Kamer.

Terug in Nederland
De opmerkzame toeschouwer viel het op dat Rutte begon te veranderen. Tot dan toe gedroeg hij zich in Brussel al jaren als overtuigd Europeaan, tekende hij het Marrakesh akkoord dat volslagen in strijd was met het VVD-programma, en zorgde hij er voor dat de VVD fractie in het Europees Parlement altijd volledig het extreem Eurofiele programma van mede RENEW lid D66 volgde, maar speelde hij in Nederland vooral de EU-criticus.

Dat veranderde. Rutte gaf aan dat hij van mening veranderd was en vanaf nu een veel grotere rol van Brussel voorstond. Hij tekende zelfs voor de als Coronamaatregel vermomde “eurobonds“, die (als enige VVD-punt) nadrukkelijk in het regeerakkoord van Rutte III waren uitgesloten. Ook was de nuchtere Rutte verdwenen die Zwarte Piet een onschuldige traditie vond, en klonken er steeds meer woke en identiteitspolitieke opvattingen door in zijn uitspraken. Hij nam als een kameleon razendsnel het jargon en de standpunten over van zijn inhoudelijke steunpilaar Kaag.

Toen het moment kwam om te beslissen om door te gaan voor Rutte IV, was het besluit allang genomen. Hij zou doorgaan en de geschiedenisboekjes halen als langst zittende premier, en als groot staatsman, die Nederland en Europa een betere toekomst in zou leiden!

Hoe Rutte IV een persoonlijk drama werd
Vol enthousiasme ging Rutte aan de slag met de formatie van zijn 4e kabinet. Weinig kon hij bevroeden dat dit zou beginnen en uiteindelijk ook dramatisch zou eindigen met verraad!

Kaag “Hier scheiden onze wegen” (Screenshot RTL)

De formatie
Er waren wat hordes op de weg, in de vorm van de onafgehandelde problemen met de toeslagen en Groningen. Die mochten het verheven doel van Rutte IV niet in de weg staan, dus werd al in de formatie gewerkt aan een mogelijkheid om daar de voornaamste angel uit te halen, in de vorm van Pieter Omtzigt.

Toen dit uitlekte barstte er een soort frenzy los van Haagse moordlust, gericht op Rutte, en bijna eindigde hij als een derde De Wit. Veel aanvallen op zijn persoon kwamen van mensen die hij ooit de hand boven het hoofd gehouden had, dat trof hem diep, want loyaliteit is voor Rutte extreem belangrijk.

Daarbij heeft hij het geheugen van een olifant: van degenen die destijds voor Verdonk gekozen hadden, heeft er bijna niemand nog ooit iets bereikt in de VVD, daar zorgde hij persoonlijk voor.

Het hardst kwam het verraad aan van Kaag. Die had zich door haar kwaadaardige adviseurs laten opjutten om tegen Rutte te kiezen in een ultieme poging om haar rivaal uit de weg te ruimen. Wie Rutte kent, weet dat ze hier normaliter een zeer hoge prijs voor zou hebben betaald!

Maar Rutte overleefde de coup en ging door. Hij had nu alle tijd en liet de verraders in hun sop gaar koken: ze zouden vroeger of later door de pomp moeten. Het werd de langste formatie ooit.

Wat lijnrecht tegen Rutte’s onverbiddelijke opvatting over verraders inging, was dat hij al snel begon te werken aan het herstel van de relatie met Kaag. De reden daarvoor ligt voor de hand: hij had haar nodig in zijn kabinet om de inhoud van zijn visionaire regeerakkoord aan te leveren en mede uit te voeren. Daar was hij zelf niet toe in staat, en ook niemand in de VVD zou daarin een hoofdrol kunnen (of willen) spelen.

Zo kwam Rutte IV er, met een regeerakkoord met de door Rutte gewenste nadruk op de voortrekkersrol van Nederland in de verschillende transities, en met VVD ministers op immigratie en stikstof die volledig in deze visie pasten. De linkse partijen wisten niet wat hen overkwam.

Maar ook veel VVD stemmers en -leden wisten niet wat ze zagen. Hoe kon Rutte zich voor de derde keer zo door links in het pak laten naaien?? Er was werkelijk niet één punt uit het best stevige VVD verkiezingsprogramma gehonoreerd, en het beleid en de aangestelde VVD ministers kregen de volle steun van D66, Groen Links en PvdA. Tot na de val van Rutte IV pleitten de laatste twee zelfs voor het aanblijven van Van der Wal en Van den Burg, zo verguld waren ze als linkse oppositiepartijen met het gevoerde beleid.

Die verbouwereerdheid van de VVD stemmers berust zoals we nu weten op een grote misvatting. Rutte was niet (weer) door Kaag in het pak genaaid, Rutte had Kaag nodig voor zijn plan om als groot staatsman de geschiedenisboekjes in te gaan.

Een beleid van buigen of barsten
Het vanaf Rutte II gevoerde beleid werd door een meerderheid van de bevolking afgekeurd, maar werd hen voortdurend door de strot geperst door de regeerakkoorden met links beleid, waarvoor in de Kamer zonder dwingend akkoord zeker geen meerderheid zou zijn geweest.

Hierdoor groeide de onvrede en de frustratie, de mensen verloren steeds meer het vertrouwen in de media en in de politiek. Er ontstond al tijdens Rutte III fel en breed gesteund verzet tegen de frontale aanval van de overheid op de boeren, vissers en het platteland in het algemeen. De boerenprotesten kregen trekjes van een heuse volksopstand.

De reactie van Rutte en Kaag daarop in het regeerakkoord voor Rutte IV was weinig fijngevoelig: er werd 25 miljard uitgetrokken voor de beslissende aanval op de boeren, en 35 miljard voor het doordrukken van de klimaatagenda. Vol gas erop, Nederland moest buigen of barsten.

Zelfs in Rutte’s uiterst loyale VVD-applausmachine begon het verzet te broeien. Eerst kwam de afkeuring van het stikstofbeleid, maar met name het negeren door de regering van de volledig uit de hand lopende immigratieproblematiek werd door veel VVD leden niet begrepen.

Maar hoe meer protest er tegen was, hoe agressiever en uitdagender het kabinet en de VVD ministers het immigratie- en stikstofbeleid verder uitvoerden. Met de volle steun van Rutte.

“Daar hoort bij dat de aantallen fors omlaag moeten” (Screenshot VVD ALV)

Immigratie als struikelpunt
Tot er in zijn partij een harde opstand dreigde over immigratie, nota bene tegen de eigen VVD-minister. Rutte zag zich genoodzaakt om op ledenvergaderingen tot twee maal toe een drastische afname van de instroom van asielzoekers toe te zeggen, in de verwachting dat hier wel begrip voor zou zijn bij Kaag.

Intussen waren de peilingen voor de coalitiepartijen D66 en CDA dermate desastreus dat geen van hen een kabinetscrisis wilde. Daardoor dacht Rutte ook leverage te hebben.

Maar hij kwam keer op keer van een koude kermis thuis: Kaag vertrouwde erop dat Rutte zijn eigen kabinet nooit ten val zou brengen en liet hem vallen als een baksteen. Dat was een kapitale misrekening van haar.

Dat bracht Rutte immers in een onmogelijke positie. Ontwrichtende massa-immigratie achtte Rutte niet langer een kernthema waarop hij nog verder tegen zijn partij en de bevolking in durfde te gaan, dus besloot hij de zaak op de spits te drijven. Verkiezingen zouden de dwarsliggers veel harder treffen dan zijn VVD, en het kabinet laten vallen op immigratie was een uitstekende start van de campagne, die ongetwijfeld over dit thema zou gaan. Terwijl de VVD in de campagne met lege handen zou staan als het CDA onverhoopt het kabinet zou laten vallen op stikstof om BBB de wind uit de zeilen te varen: dan had de VVD twee zwarte pieten in handen met Van der Wal en Van den Burg, en moest hij met totaal lege handen de campagne in.

Daarbij leek dit een betere optie om zijn premierschap nog eens met 4 jaar te verlengen en zijn missie af te ronden, dan met het kabinet struikelend de eindstreep te halen en zwaar afgestraft te worden door de stemmers.

Vanaf dat moment werd een scenario afgewikkeld dat moest leiden tot het vallen van het kabinet. Vanwege de naderende zomervakantie moest het ook snel. Daarom werd een positie betrokken waarvan vast stond dat de CU die nooit zou kunnen accepteren. Alles verliep volgens plan, en na de val van het kabinet zei Rutte dan ook, volkomen onbevangen en overtuigend, zoals altijd wanneer hem deze vraag gesteld werd:

“Ik heb de energie en de ideeën om door te gaan!”

Een vijfde termijn kon hem niet meer ontgaan.

Het dramatische einde
Maar ook Rutte maakte een kapitale misrekening. Ik ben geneigd om de redenering van Ronald Plasterk in zijn column in de Telegraaf over te nemen: Rutte zit te diep geworteld in de Haagse wereld om niet tijdig te horen te krijgen dat er (weer!) een coup werd voorbereid, gesteund door Kaag. Die zou daardoor uiteindelijk toch nog een jaar (demissionair) premier worden. Dat was al vanaf haar komst naar Nederland haar voornaamste ambitie, als noodzakelijke boost van haar diplomatieke carrière naar de échte topfuncties.

Bij het vernemen van dit bericht kromp Mark’s maag in elkaar en maakte een moment van blinde paniek hem aan het duizelen: alles zou binnen drie dagen voorbij kunnen zijn. Hij zou afgedankt en als ambteloos burger thuis op de bank zitten. Met na het opstaan op dinsdag slechts een groot zwart gat als toekomst. Zijn einde zou de smadelijkste afgang worden die een Nederlandse premier ooit te beurt was gevallen. Hoe totaal anders had hij zich zijn vertrek uit het torentje en zijn plaats in de geschiedenisboekjes twee jaar geleden nog voorgesteld!

Hij kreeg de knoop niet meer uit zijn maag, maar herpakte zich na een tijdje, en besloot deze gitzwarte optie ten koste van alles te voorkomen. Vooral om zijn eigen positie te redden, maar zeker ook omdat hij het de valse verraadster niet gunde om ook maar één dag op zijn stoel te zitten.

Dan maar een zelfgekozen exit, met opgeheven hoofd, en met de bekende joviale lach. Tot de laatste snik.

***