Door Leonardo da Gioiella.

Het is toch wel een beetje vreemd, het functioneren van modellen. Dat wil zeggen: van moeilijke modellen. Voor het tekenen van een bedrijfsmodel draai ik mijn hand niet om, welke bedrijfstak dan ook. Ik bedoel van moeilijk te doorgronden “systemen”. Ik zet systeem tussen aanhalingstekens, want wanneer is er nu sprake van een systeem?

En daar zit het probleem. Als onze rede een samenhang meent te zien dan spreekt ze van systeem zonder dat de systematiek begrepen wordt. Het heet dan: van een complex systeem – dat ook nog: complex – kun je een model maken. Dat model is dan niet meteen goed, misschien wel heel slecht, maar door aan de hand van dat model experimenten uit te voeren kun je het systeem wel beter gaan begrijpen, en het model beter opbouwen en inkleuren. Dat lijkt een beetje op de Silvériaanse koppigheid (Havank) die zegt: een verkeerd spoor kruist op een bepaald moment een goed spoor (altijd!).

Laat ik mijn dwarsigheid direct laten zien. Het heet dat het Universum niet oneindig groot is en ook geen bolvorm heeft, zelfs een beetje plat is, want als je tijd van reizen had zou je, door natuurkundige wetten gehinderd, altijd op een ondoorbreekbare grens stuiten, of, eens in de zoveel tijd, op dezelfde plek terug komen. Ik geloof dat van die grenzen niet zo erg maar, soit, dat moge dan waar zijn – achter die grens zit nog wel universum – iets of niets, dat maakt niet uit: ook ledigheid neemt ruimte in beslag – zie het aantal schijnbare leeghoofden bij klimatologie. Dus het is niet mijn model.

Dwarsigheid die ook in de politiek speelt. Want, laten we het meest eenvoudige model een ogenblik onder de loep nemen: de aarde nu was woest en ledig, en Gods geest zweefde over de wateren. En zo is alles in zes dagen ontstaan, en daarom vieren wij de zondag. Dat is zo’n kleine 10.000 jaar geleden gebeurd.

Vergis je niet, met die inzichten kun je op twee stappen afstand van het Witte Huis komen. Je hebt de President, als daar wat mee gebeurt heb je de Vice-President, en als met beiden wat gebeurt wordt de Speaker of the House of Representatives President of the United States of America.

Dat is momenteel Mike Johnson, en toen ze deze man op deze plek benoemden wist iedereen al dat dit zijn model is van het systeem dat Hemel en Aarde heet, en dat dat zijn oprechte overtuiging is, inclusief de doodzonde van de homoseksuele medemens. En geen evolutie, hé! Je mag wel een ijsje van hem eten op zondag.

Laat mij dat model iets expliciteren aan de hand van de Heidelbergse catechismus, met een leonardiaans amendement daar op, over hoe dat in zijn werk gaat. De vraag luidt: wat verstaat gij door de Voorzienigheid Gods, dus dat God alles heeft gemaakt en in alles voorziet. En het antwoord luidt: de almachtige en alom tegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, dus ook sneeuw, en ook aardbevingen en tsunami’s, glacialen en interglacialen, tektonische verschuivingen, nou ja, de donder en de hele bliksemse boel, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen.

Wel, dat is een model. Dat van die tektoniek wisten ze nog niet toen de catechismus werd opgesteld, maar dat maakt het zo sterk, want dat kun je daar naadloos in passen. En toen Darwin zijn evolutietheorie gepubliceerd had ontmoette hij veel weerstand, maar er was een theoloog, Warfield, die zijn weerstand overwon door zijn tegenstander in te pakken met de woorden:

Evolution cannot act as a substitute for creation, but at best can supply only a theory of the method of the divine providence …

En ik heb een dominee nog begin zestiger jaren horen beweren, ex cathedra, dat, om de Israëlieten door de Rode Zee te laten trekken en de Farao en zijn krijgsvolk te laten verzuipen God even een aardbevinkje in de Jordaan geregeld had, zodat een paar rotsblokken de vrije stroom van water hadden verhinderd, zodat Mozes en zijn volk vrije doorgang kregen, maar dat die rotsblokken door de kracht van het opstapelende water bijtijds weggeschoven werden zodat het aanstormende water …

Nou ja, jullie snappen het wel. Als je als uitgangspunt neemt dat CO2 de basis is van alle ellende die de AGW ons komt brengen, kun je een redelijk sluitend stuk maken van het aardse gebeuren.

En als je een van de beginvragen in de catechismus opneemt: waaruit kent gij Uw ellende – en het antwoord luidt: uit de wet Gods, heb je precies hetzelfde resultaat. Het model valt naadloos aan te sluiten bij wat er gebeurt, en wat er gebeurt kan prima ingepast worden in het model.

Of de modelleur nou colleges theologie heeft gevolgd, of een bachelor Fysica heeft, het levert dezelfde problemen – je moet er in geloven – maar ook hetzelfde gemak – het verklaart alles.

Dat van die tektonische dynamiek heb ik er in gebracht, bij dat antwoord over die allesvoorzienende tovenaar. Dus vroeger had je Wodan die met zijn vuisthamer zwaaide dat de vonken er van afspatten, en Donar die dan een geweldige stennis ging schoppen.
Nu weten we wel beter. Dat wil zeggen: of het een opvliegend vlindertje is geweest dat de krachten losmaakte en zo het hele proces van bliksem en donder in beweging zette, of een forel die opsprong in de Rijn … da’s nog altijd een vraag.

En de gelovigen zingen nog steeds het lied “Die wolken lucht en winden / wijst spoor en loop en baan” maar terwijl ze het zingen weten ze echt wel van verdampend zeewater. Maar wie in principe, elementair, de causaliteit uitgespit hebbend, de vraag naar de krachten van de storm wil beantwoorden – Joost mag het weten.

En zo zijn er wel grotere problemen, Er waren ook warmere perioden zonder dat er CO2 in de buurt was. Nou ja, daar kun je voor het gemak overheen stappen, of je kunt er tijdelijk om heen lopen.

Denk niet dat dat alleen voor de fysicus geldt. De theoloog heeft ook zo zijn vragen. Calvijn heeft nachten wakker gelegen van het raadsel dat als je naar de hel gaat dat je eigen schuld is, maar als je in de hemel komt is dat pure genade. Boekenkasten vol zijn er over geschreven.

Ik beperk me verder tot de aardsystemen. Daar moeten ook modellen van gemaakt worden. Daar zijn ook modellen van gemaakt: wie heeft geen weet van de grote dreigingen die ons wereldsysteem op zijn kop kunnen zetten, de zogenaamde tipping points? Dat is niet meer Nostradamus, die daarop zit te kauwen, dat zijn modeluitkomsten. Nature wijdde één dezer dagen, vanwege COP28, nog een alarmistische “boodschap” aan:

Catastrophic change looms as Earth nears climate ‘tipping points’.

Ik ga hierbij van een nauwere betekenis van systeem uit. Je kunt natuurlijk ieder herkenbaar fenomeen als systeem aanduiden. Ongeacht of er systematiek valt te ontdekken en of het op zichzelf staat. Met name die systematiek vind ik belangrijk. Als je van een wat groter veel omvattend gebeuren wilt zeggen dat het systeem is, maar je kunt niet een klein vingertje achter de werking krijgen, dan is de aanduiding “systeem” een lege huls. Aardsysteemwetenschap, zegt Wiki, is de toepassing van systeemwetenschap op de aarde.

Okay, National Geographic onderscheidt er vijf: geosphere, biosphere, cryosphere, hydrosphere, and atmosphere (ik hanteer de Engelse termen). Wiki NL heeft er een paar meer: pedosphere, lithosphere en magnetosphere.

En dat geeft onmiddellijk het probleem aan van die aardwetenschap. Want hier valt op dat het klimaat niet als aardsysteem wordt gezien, en ook het tektonische systeem wordt niet herkend, in ieder geval niet erkend. De vraag is dus, hoe definieer je een aardsysteem? Daarbij doen zich minstens vier problemen voor:

  • hoe weet je dat er sprake is van een systeem?
  • hoe weet je dat je dat systeem gesloten mag noemen?
  • welke elementen zijn onderdeel van dat systeem en wat beslist niet?
  • wat zijn de relaties met andere aardsystemen?

Dus, als de pedosphere een aardsysteem mag worden genoemd, wat is dan, heel ordinair gesproken, haar input, wat produceert het, en hoe ziet dat productieproces er uit. Én de vraag: wat is relatie tussen de pedosphere en de andere systemen, zeg maar de interfacing.

Het is niet mijn bedoeling die vragen hier te beantwoorden. Dat is ook niet aan mij. Maar, als ik er over lees ontdek ik niet dat daarover wel nagedacht is. Dat een onderzoeker, al dan niet in dienst van National Geographic, een andere lijst van aardsystemen heeft dan de Nederlandse schrijver van wiki is daar bewijs van. Ik weet, wiki is niet zaligmakend, maar dat is een organisatie als National Geographic ook niet. Maar het feit dat beiden tot een verschillende invulling komen geeft aan dat, als daar overeenstemming over is, die overeenstemming niet voor iedereen openbaar is.

Dat er sprake is van een proces in die systemen is duidelijk. Er is namelijk sprake van tipping points. Als er iets is dat de tijd waarin wij leven zo angstwekkend, zo verschrikkelijk maakt is het wel het voortdurende geroep over tipping points. Points die, als ze tipping worden, een gevaar voor onze kleinkinderen opleveren. Tegelijkertijd zijn die tipping points een bewijs dat er kennis moet zijn van die processen in die aardsystemen en van de input die die processen een slinger geven. Ik betwijfel dat, mijn scepsis is ook de driver van deze post, maar het is niet zo belangrijk wat ik vind – er is weet van die dingen, dus er was onderzoek.

Ik zet hier de tipping points op een rijtje zoals ik ze in een paper aantrof die deze tipping points behandelde (opnieuw, ik houd de Engelse terminologie aan). Hier zijn ze: AMOC weakening and collapse / methane hydrate destabilization / Greenland and Antarctic ice-sheet loss / permafrost carbon release / boreal forest ecosystem shifts / stratocumulus cloud deck evaporation / loss of shallow tropical coral reefs / Amazon rainforest dieback / abrupt transitions in S. Asian, African monsoon regime / loss of Arctic sea ice.
Ik ga ze niet inhoudelijk behandelen, er zijn mensen die dat veel beter kunnen.

Ook hier geldt: er zijn andere rijtjes. Dat maakt het nou niet direct verdacht, maar het feit dat mensen (wetenschappers) die er over publiceren niet uit een eenduidige bron kunnen putten betekent toch wel iets.

Mijn vraag is niet: is dit het juiste rijtje? Mijn vraag is ook niet: zijn er tipping points? Ik denk dat de aankomst van een nieuw glaciaal een tipping point zal betekenen in de menselijke samenleving, als die er dan nog is, ten minste. Maar, ook ik ken mijn literatuur. Dus ik weet dat er tekenen zijn die bedriegen.

Leonardo da Gioiella.

Ik weet ook dat er mensen zijn die bedriegen. Zo zijn er grafiekjes die een iets te kort tijdvenster beslaan als het er om gaat een fenomeen te duiden. Er wordt ook wel gewerkt met smalle hoge vensters waar een uitgerekter en qua onderscheid in gewichten een lager venster meer op zijn plaats zou zijn. Ik zou hier nu de klimaatriffen ter sprake kunnen brengen. Op dit moment zijn er aanwijzingen … ik wil het woord bewijs niet in de mond nemen, ik weet er zijn meningsverschillen … maar er zijn toch aanwijzingen dat het heel goed gaat met het Great Barrier Reef.

Mijn vraag is dus eigenlijk: hebben we hier echt kennis van, kunnen modellen hier inzicht verschaffen en het inzicht verdiepen … of hebben we de God, die in alles voorzag met zijn zegenende hand – jaja, ook een aardbeving kan een zegen zijn – hebben we die God te vroeg dood verklaard?

***