Jos Silvis.

De zondagse beschouwing van Jan van Friesland.

Komende 14 mei wordt het een belangrijke dag voor Jos Silvis, interimvoorzitter van het College van de Rechten van de Mens in Nederland. De topjurist wil praten naar aanleiding van de klimaatuitspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens over de rol van de Zwitserse staat en nodigt belangenorganisaties uit om na te denken over ‘mensenrechtelijke verplichtingen’.

Hoe zij andere wetenschappelijke inzichten buiten de deur weten te houden is het grote raadsel van deze tijd. Ze moeten er toch van hebben kunnen weten?

Jos heeft zo zijn zorgen over het klimaat en heeft dat in januari per brief al eerder laten weten aan minister Jetten. Het lijkt erop alsof de oud-procureur van de Hoge Raad zelf even op de stoel van Jetten wil zitten. Daar zit ie, luister goed:

‘Voor de huidige samenleving is het noodzakelijk om een circulaire en duurzame maatschappij te realiseren, ter voorkoming van verdere achteruitgang van biodiversiteit, klimaat en de consequenties hiervan op de effectenverdeling wereldwijd. Het nemen van de noodzakelijke adaptatie- en mitigatiemaatregelen voor een eerlijke en effectieve transitie is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, en het is van belang dat de bescherming van mensenrechten hierbij het uitgangspunt vormt.’

Hier spreekt duidelijk de beleidsmaker. We zien de inhoudelijke verwevenheid tussen twee goede zaken: het goede om zich te keren tegen klimaatverandering en het goede om zich sterk te maken voor mensenrechten. Deze twee goedheden maken deel uit van het kloppend hart van Jos. Hij vindt de uitspraken van het EHRM in de zaak van de oude Zwitserse dames van groot belang voor Nederland, ook verwijzend naar de Urgendazaak. We zijn nog niet van deze zeurende klimaat-oma’s af, als het aan hem ligt.

Jurist Silvis c.s. zijn ervan overtuigd dat C02 bijdraagt aan de klimaatverandering. Zij vinden dit ‘op basis van internationale standaarden en wetenschappelijke kennis.’ Hoe zij andere wetenschappelijke inzichten buiten de deur weten te houden is het grote raadsel van deze tijd. Ze moeten er toch van hebben kunnen weten?

De rechtsgeleerden zien een verband tussen CO2 uitstoot en mensenrechten en willen dat juist ook.

Jan van Friesland.

Mensenrechten moeten steeds meer van belang zijn bij weerextremen, als de kelder is ondergelopen, de graanoogst is verwoest, de rivier opgedroogd. Het is een nieuw soort humanistische meteorologie.

Rechtsgeleerde André Nollkaemper schreef over de bandbreedte van de rechter naar aanleiding van de EHRM-uitspraak en vindt dat juist de politiek aan zet is:

‘Als deze zaken worden gevoerd over het ontbreken van een nationaal kader, of over het niet toepassen van bindende nationale regels die toepassing geven aan internationale klimaatuitspraken, dan vraagt dat geen rechterlijk activisme, maar enkel het toetsen aan geldend recht.’

***