Diederik Samsom beweerde vlak na het uitlekken van de CRU e-mails dat hij ze met rode oortjes in één nacht had uitgelezen. Tja, altijd al het slimste jongetje van de klas geweest die Diederik. Ik kopieerde alle e-mails naar een wordbestand en kom dan uit op 6400 pagina’s en 1,1 miljoen woorden. Daar heb ik toch wat langer dan een nacht voor nodig.

Hoe dan ook, voor de meeste buitenstaanders zijn de e-mails sowieso taaie kost en moeilijk te doorgronden. Voor ingewijden vallen er echter heel wat muntjes op hun plaats. Zo moeten ook Douglass, Christy, Pearson en Singer (DCPS) zich gevoeld hebben. Deze vier heren, die bekend staan als sceptici, publiceerden in 2007 een artikel in het International Journal of Climatology (IJoC), dat bij de harde kern van de broeikasaanhangers hard moet zijn aangekomen. Uit een reconstructie die David Douglass en John Christy maakten op basis van hun eigen correspondentie en de CRU e-mails blijkt hoe ver een team van 18 onderzoekers onder leiding van Ben Santer ging om de DCPS-paper te bestrijden. Doordat de editor van IJoC volledig op Santers hand was werd de paper van Douglass et al 11 maanden op de plank gelegd zodat hun paper tegelijk met die van Santer in het tijdschrift kon verschijnen. Het lijkt allemaal vrij onbelangrijk, maar al dit soort kleine acties van broeikasaanhangers en journals bij elkaar kunnen uiteindelijk een behoorlijk misleidend beeld van de staat van het klimaatonderzoek geven.

Strijd
Waarom zo’n strijd om de paper van Douglass et al? Dat zit zo. Een van de meest uitgesproken vingerafdrukken van de broeikasopwarming is een zogenaamde hot spot in de tropen. Het idee is dat de troposfeer in de tropen op een hoogte van pak en beet 8 tot 10 kilometer een stuk harder zal opwarmen dan het aardoppervlak. Tenminste, dat zeggen de klimaatmodellen waarmee ook onze toekomst ‘voorspeld’ wordt.

Douglass et al keken nu of dat in het werkelijke klimaat ook gebeurt. Vanaf 1958 zijn er enigszins betrouwbare metingen met weerbalonnen en vanaf 1979 zijn er satellietmetingen, die tegenwoordig door twee groepen worden verwerkt, door Christy en Spencer van de University of Alabama in Huntsville (UAH) en door Mears en Wentz van Remote Sensing Systems (RSS).

Het bekendste plaatje uit de Douglass et al paper staat hierboven. De druk is een maat voor de hoogte, links is het oppervlak. De modellen geven aan dat het hoger in de atmosfeer warmer zou moeten worden, maar verschillende datasets gebaseerd op weerbalonnen en de UAH en RSS-trends blijven achter bij de modellen. In de paper schreven Douglass cs het nog droogjes op, maar toen hun paper uitkwam stuurden ze een persbericht de deur uit dat er niet om loog. Daarin stelden ze onder andere dat:

Co-author John Christy said: “Satellite data and independent balloon data agree that atmospheric warming trends do not exceed those of the surface. Greenhouse models, on the other hand, demand that atmospheric trend values be 2-3 times greater. We have good reason, therefore, to believe that current climate models greatly overestimate the effects of greenhouse gases. Satellite observations suggest that GH models ignore negative feedbacks, produced by clouds and by water vapor, that diminish the warming effects of carbon dioxide.”

De modellen overschatten het effect van broeikasgassen waarschijnlijk, zegt Christy (een van de weinige sceptici die heeft meegewerkt aan het vierde IPCC-rapport). In de laatste zin van het persbericht schrijven ze het nog sterker:

Our research demonstrates that the ongoing rise of atmospheric CO2 has only a minor influence on climate change. We must conclude, therefore, that attempts to control CO2 emissions are ineffective and pointless. – but very costly.

Tegenaanval
Het is daarmee dus duidelijk dat het andere ‘kamp’ deze paper niet zomaar kan accepteren. Verscheidene CRU e-mails geven inzicht in hoe de tegenaanval werd ingeleid en welke rol de editor van IJoC daarbij speelde. Het hele verhaal van Douglass en Christy, dat deze week verscheen op de website American Thinker, is het lezen meer dan waard. Ik geef hier slechts een korte samenvatting.

Het gaat zoals gezegd vooral om de chronologie van gebeurtenissen. Het doel van Santer et al was om gelijk met Douglass et al in print te zijn zodat Douglass et al niet ‘het laatste woord’ zouden hebben. Zie in de tabel hieronder hoe groot de verschillen zijn in de tijd die beide papers erover deden om gepubliceerd te worden in de papieren editie:

Douglass et al. 2007 (DCPS)
31 May 2007 submitted to IJC
11 Oct            accepted
1 Nov             page proofs accepted
5 Dec 2007     published online
15 Nov 2008   print version (11+ months after on-line publication)

Santer and 17 team members
25 Mar 2008 submitted to IJC
18 July revised
20 July accepted
10 Oct published on-line
15 Nov print version (36 days after on-line publication)

Bevalling
De acceptatie en online publicatie van beide artikelen ging vrijwel even snel, maar Douglass cs moesten meer dan elf maanden wachten voordat hun artikel in de journal stond. Waarom vonden Santer et al dit nou zo belangrijk? Daarvoor moet je iets weten van wetenschappelijk publiceren. Normaal gesproken zou het voor de hand liggen, als je kritiek hebt op een paper, om een commentaar in te sturen. Maar in dat geval zouden Douglass cs weer de gelegenheid krijgen om te reageren op het commentaar en dus ‘het laatste woord’ krijgen. Dat wilden Santer cs koste wat kost voorkomen zoals is te lezen is in een e-mail van Santer aan Osborn (die in de editorial board zit van IJoC):

I am troubled, however, by the very real possibility that Douglass et al. will have the last word on this subject. (…) Their “last word” will be an attempt to obfuscate rather than illuminate. They are not interested in improving our scientific understanding of the nature and causes of recent changes in atmospheric temperature. They are solely interested in advancing their own agendas. (…) I strongly believe that leaving these guys the last word is inherently unfair.

Raobcore v1.4
Wat is eigenlijk het voornaamste bezwaar dat Santer et al hebben tegen de paper? Dat is al op 12 december 2007, dus een week na de online publicatie van de DCPS-paper, te lezen op RealClimate. Ze verwijten Douglass cs dat ze een bepaalde versie van weerballonmetingen niet gebruikt hebben, Raobcore v1.4. DCPS besluiten onmiddellijk een addendum te sturen naar IJoC waarin ze uitleggen waarom volgens hen deze versie, die wel beter overeenkomt met de modellen, onbruikbaar is.

To explain briefly, Sakamoto and Christy (SC09, accepted in 2008 and appearing in 2009) looked closely at the ERA-40 Reanlayses on which RAOBCORE v1.3 and v1.4 were based. SC09 demonstrated that a spurious warming shift occurred in 1991 (a problem with a satellite channel: HIRS 11), which was then assimilated into RAOBCORE, producing spurious positive trends in the upper troposphere and lower stratosphere. SC09 had been working on this since 2006 when they first met, so they were aware of the problems at that time.

Santer cs kenden dit argument van DCPS dus, niettemin schrijven ze in hun artikel:

Although DCPS07 had access to all three RAOBCORE versions, they presented results from v1.2 only …

De editor of Glen McGregor doet er alles aan om het artikel van Santer snel door de peer review te loodsen. Zo stuurt hij Santer een review commentaar door voordat alle commentaren binnen zijn:

… would normally wait for all comments to come in before providing them to you, I thought in this case I would give you a head start in your preparation of revisions.

Addendum
DCPS weten ondertussen van niets hoewel Douglass zich wel zorgen maakt waarom alles zo lang duurt bij IJoC, ook wat betreft hun in januari gestuurde addendum. Dan verschijnt er begin mei een publicatie van Peter Thorne in Nature Geosciences dat verwijst naar de nog niet gepubliceerde Santer et al paper (waar Thorne ook deel van uitmaakt). Dit is de eerste indicatie voor Douglass dat er wat op komst is. Hij vraagt aan Thorne en aan Santer een kopie van de paper, maar die weigeren.

Santer responds by saying, “I see no conceivable reason why I should now send you an advance copy of my IJoC paper.” From the e-mails, we now know that the Santer et al. manucsript had not been accepted at this point, though it was cited in a Nature Geosciences article. What is very curious is that in the e-mail, Santer claims that Douglass did “… not have the professional courtesy to provide me with any advance information about your 2007 IJoC paper …”
In fact, Santer had been a reviewer of this paper when it had been submitted earlier, so he was in possession of the material (only slightly changed) for at least a year. Additionally, Santer received a copy of the DCPS page proofs about a week before it even appeared online.

Begin juli is er nog een reviewer die een beetje dwars zit, maar Santer laat Phil Jones op 10 juli weten dat McGregor hen tegemoet komt door de paper niet nogmaals naar deze reviewer te sturen:

As you’ll see,Reviewer 1 was very happy with the revisions we’ve made to the paper. Reviewer 2 was somewhat crankier. The good news is that the editor (Glenn McGregor) will not send the paper back to Reviewer 2, and is requesting only minor changes in response to the Reviewer’s comments.

Missie
Daarna is de missie snel geslaagd of zoals Douglass schrijft:

On 10 Oct 2008, the Santer et al. paper is published online. Thirty-six days later Santer et al. appears in print, immediately following DCPS, who have waited now over eleven months for their paper to appear in print. The strategy of delaying DCPS and not allowing DCPS to have a simultaneous response to Santer et al. has been achieved.

Tot zover de reconstructie op basis van de CRU e-mails. Het zal u niet verbazen dat deze strijd rond de hot spot in de tropen nog wel even doorgaat. Ross McKitrick en Stephen McIntyre mengen zich ook in deze strijd. Zij vonden het merkwaardig dat Santer et al in 2008 hun analyse laten eindigen in 1999. Santer doet dat omdat een aantal modelsimulaties dan eindigen. Echter, McIntyre en McKitrick stellen dat als je de trend berekend over de periode tot aan nu het verschil tussen modellen en observaties alleen maar groter wordt. McKitrick vertelde een paar weken geleden in Brussel tijdens een seminar dat deze paper al 1,4 jaar geleden is ingediend, maar nog steeds niet gepubliceerd. Hij vertelde er met een glimlach bij dat als het eenmaal zo ver is, de paper tenminste al alle mogelijke kritiek doorstaan had.