De officieel ingestelde onderzoeken naar de gang van zaken bij CRU en het IPCC hebben sterk het karakter van witwasoperaties. Is het IPCC dus gered? En krijgen we als stank voor dank nu snel een nieuw IPCC voor biodiversiteit? Nee, in werkelijkheid is het IPCC een lijk. De achterliggende beta-wetenschap ligt in duigen. De alfa- en gamma-wetenschap doet de autopsie. Hoe moeten we het recente rapport van Mike Hulme en Martin Mahony Climate Change: what we do know about the IPCC? (download pdf) anders noemen dan een anatomische les?

Vivisectie
Iedereen die deelneemt aan het open debat over klimaatverandering zou het 22-pagina’s tellende rapport eens moeten lezen. Dan zie je dat er al sinds de negentiger jaren een wetenschappelijke vivisectie plaatsvindt op het inmiddels hersendode IPCC. Sociale wetenschappers publiceren over dit wangedrocht zoals je zou verwachten van studies naar andere politieke miskleunen. De aanbevelingen van dit rapport zijn mat, maar waar Mike Hulme heen wil is terug te lezen in het Hartwell Paper.

Het meest spectaculaire en internationaal opgepikte (hier, hier en hier) fragment in het rapport is:

Claims such as ‘2,500 of the world’s leading scientists have reached a consensus that human activities are having a significant influence on the climate’ are disingenuous. That particular consensus judgement, as are many others in the IPCC reports, is reached by only a few dozen experts in the specific field of detection and attribution studies; other IPCC authors are experts in other fields.

Natuurlijk trekken die-hard sceptici dit uit de context. Uit puur effectbejag heb ik me daar ook aan bezondigd in mijn titel. Mike Hulme bedoelt het genuanceerd: hij zegt dat maar een paar dozijn auteurs gekwalificeerd zijn om zo’n uitspraak over consensus te doen. Een klimaatwetenschapper die alles weet over gletsjers is niet tevens een sociale wetenschapper die verstand heeft van consensusvorming. Hulme zou het dus anders formuleren: “een paar dozijn toonaangevende wetenschappers hebben vastgesteld dat er een soort van consensus bestaat onder duizenden wetenschappers”. Waar ik graag aan toevoeg dat ik als journalist en generalist vaststel dat er onder een diverse groep van tienduizenden deskundigen een soort van consensus bestaat, dat we ons over CO2 geen enkele zorg hoeven te maken.

Hieronder nog enkele fraaie quotes uit het rapport:

Quotes uit Climate Change: what we do know about the IPCC? (download pdf) van Mike Hulme en Martin Mahony

Uit het abstract

The IPCC’s influence on the construction, mobilisation and consumption of climate change knowledge is considerable.

Een citaat uit 1994!!!

Boehmer-Christiansen (1994a,b,c) argued that establishing the IPCC as a ‘single established source’ of information about climate change suited a convergence of scientific, political and some business interests.

Ook fraai:

Using Sheila Jasanoff’s idiom of co-production (Jasanoff, 2004), Miller showed how many things converged in the late 1980s to allow a fruitful space within which a body such as the IPCC could emerge: the loss of cultural and social readings of climate and the re-framing of climate as ‘global’; the rising power of climate modeling and Earth system science; the rise of global environmental politics during the 1980s; the politics surrounding the end of the Cold War; and a new ‘green’ imperialism in European societies.

Ten aanzien van toekomststudies:

From a different disciplinary standpoint, Nordlund (2008) examined 13,000 cited references in Working Groups 2 and 3 of IPCC AR4 for evidence of work related to the ‘futures’ community – work either published in core futures journals or by known futures experts. His argument was that for an assessment which is so heavily futures-oriented, the inclusion of futures research in the 2007 Fourth Assessment was depressingly thin; the IPCC would benefit from assessing research from a community which specialises in ‘the philosophical and methodological aspects of prediction and forecasting’ [p.875].

Rik Leemans!

Godal (2003) too has criticised the disciplinary biases and rigidities of the IPCC assessment structure (a criticism also voiced by Leemans, 2008).

Miller weer…

Miller’s analysis, for example, argues for the need to be vigilant of the ways in which international knowledge institutions like the IPCC gain power and influence in international deliberations and yet are not always open, democratic or accountable in their own modes of operation.

Consensus versus onzekerheid:

As Oppenheimer et al. (2007: 1506) remark: “The establishment of consensus by the IPCC is no longer as critical to governments as [is] a full exploration of uncertainty.”

Toch consensus?

One thing that nearly all commentators and critics agree on about the IPCC is that it has had a significant influence on climate change knowledge, on public discourse about climate change and on climate policy development.

Wie is Mike Hulme?
Mike Hulme is een voormalige alarmist en IPCC-auteur die heel geleidelijk de beperkingen van de IPCC-aanpak is gaan inzien. Desalniettemin houdt hij vast aan het politieke begrip climate change. Hij hangt dit begrip op aan vier mythes die in zijn ogen toch gunstig zijn voor het maatschappelijke proces (zie artikel). Joseph Bast, president van The Heartland Institute, maakte tijdens zijn openingstoespraak van de 4th international conference on climate change gehakt van die mythes (zie video; opening Joseph Bast kijk vanaf 11 minuten). Hulme’s maatschappelijke analyse is ook in mijn ogen tamelijk onbegrijpelijk, maar zijn kritiek op het IPCC kan ik erg goed volgen.