'We consider it a minor comment': Meyer et al 2010

Hoe geloofwaardig is de klachtenbehandeling over het IPCC-, in het jongste rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving, wanneer deze wordt geredigeerd door Leo Meyer, IPCC-lead auteur van WG3 in 2007? Dit is de man die tijdens de 2de kamerhoorzitting op 19 april het incidentenmodel propageerde. En dus horen we nu: wel incidentele foutjes, geen twijfel aan de hoofdconclusies.   

Karrenvrachten
Inhoudelijk ben ik maar eens in een gate gedoken, die ik goed ken: Amazongate. In december schreef ik al een artikel dat volgens mij nog steeds accuraat weergeeft wat er mis is: Werkgroep2 van het IPCC citeert vaak liever tot de verbeelding sprekende percentages van activisten, dan serieuze wetenschappelijke literatuur, terwijl deze serieuze literatuur bij karrenvrachten beschikbaar is. Alleen geeft de serieuze literatuur niet de simplistische conclusies die het gewenste politieke effect hebben.   

Het PBL zorgt ook in het jongste rapport weer voor een sterk staaltje creatieve waarheidspresentatie rondom Amazongate. Ik vind al snel drie Pinokkio’s in één korte passage. Hieronder heb ik ze met een cijfer gemarkeerd:   

Only two instances were found of statements relying on references to grey literature, when literature published in peer-reviewed journals was also available to which referencing would have been more appropriate. For example, the statement that up to 40% of the Amazon Rainforest could react drastically to even a slight reduction in precipitation [1] was underpinned by a reference to a [2] peer-reviewed WWF/IUCN report of 2000 on forest fires, while – in this case – also more relevant high profile peer-reviewed journal articles had been published by [3] Cox et al. (2000;2004). In our opinion, this issue deserves more attention from IPCC authors in the future. We consider it a minor comment.    

Hieronder mijn commentaar bij deze 3 punten…. Lange neus  

  • Pinokkio 1: Het PBL noemt dit rapport van een Guardian-journalist in dienst van fondswervende multinational WWF peer-reviewed: De journalist heeft advies ingewonnen van wetenschappers, zoals journalisten dat doen wanneer ze een artikel schrijven. Al mijn artikelen van de laatste jaren in kranten zijn dus ook ‘peer reviewed’ als we de norm van het PBL aanhouden
  • Pinokkio2: de slight change of precipitation is in werkelijkheid de reactie op twee extreme opeenvolgende droogteperiodes in een El Nino-jaar en gevaar van bosbranden, zoals Nepstad deze in Nature beschrijft in 1999. Geen kleine verandering in neerslag dus. HEt IPCC overdrijft dubbel. Nepstad is de enige peer-reviewed referentie die in het WWF-rapport is te vinden. Die 40 procentclaim komt in werkelijkheid niet in enige peer-reviewed publicatie voor. Nepstad (ex WWF) kwam later nog ter verdediging van het IPCC en WWF aan met een experiment uit 2007: daarin blijkt dat 38 procent van een proefvlak met bos afsterft als je het blootstelt aan extreme droogte. Dat extreme droogte destructief is voor regenwoud is een waarheid als een koe, maar de ‘slight change’ is dus onwaar.
  • Pinokkio3: Zowel de paper van Peter Cox in Nature in 2000 als in Theoretical Applied Climatology in 2004 noemt nergens het verdwijnen van 40 procent van de Amazone (ten opzichte van wat eigenlijk, want 40 procent zegt niks), als gevolg van een kleine verandering in neerslag. De papers berekenen met één klimaatmodel Hadcm3 hoe de CO2-uitstoot van vegetatie bij verdere opwarming de totale CO2-concentratie verhoogt. 

De studies behandelen de theoretische gevolgen van klimaatopwarming op de koolstofcyclus, onder andere in de Amazone op basis van één klimaatmodel Hadcm3 gekoppeld aan vegetatiemodellen en koolstofcyclus. Bij geprojecteerde opwarming voor 2100 zou de Amazone van sink in carbonsource veranderen. Dat zou de Amazone doen bijdragen aan meer opwarming door extra CO2-uitstoot van 70 Gigaton voor 2100.Peter Cox noemt vegetatiereducties van 72 procent ten opzichte van zijn theoretische equilibrium in 1860, toen de aarde nog een statisch en onaangetast paradijs was en Adam en Eva nog geen olie gebruikten. Wat toont Cox: Je kunt het zo dramatisch maken als je wilt, veel hangt af van je uitgangssituatie en het model dat je gebruikt. Maar tevergeefs zoeken we hier naar de bron van het 40 procent getal. Die is inmiddels gevonden: een inmiddels verdwenen Braziliaanse website. Hajo wijdde er onlangs dit artikel aan. 

Klimaatmodeltype bepaalt toekomst Amazone
Peter Cox van het Hadley gebruikt daarbij het voor de Amazone ‘droge’ hadleymodel Hadcm3. Maar gelukkig zijn er nog 21 andere klimaatmodellen die veel meer neerslag geven in de Amazone, zoals van Nasa. Wanneer je dan ook nog eens een verbeterd vegetatiemodel gebruikt, dat nauwkeuriger rekening houdt met het CO2-fertilisatieeffect blijft het Amazonewoud grotendeels staan. Zie bijvoorbeeld Lapola et al in Biogeochemical Cycles in 2009. 

Directe houtkap belangrijker
Lange droogteperiodes zijn funest, maar daarnaast richt de kettingzaag en bosbrand veel meer schade aan met feedback op droogte. Er zijn voldoende papers die onheil voorzien voor de Amazone.  Daardoor is juist die ontginning van klimaatbelang, ook op het omringende woud.   

Je kunt van een instituut als het PBL dus niet een serieuze en eerlijke analyse verwachten, gezien haar belangen om het gezichtsverlies en politieke schade te beperken. Dit rapport is gewoon het maximaal haalbare, gezien het track record van de opstellers. Zie bijvoorbeeld Meyers in de Volkskrant gepubliceerde artikel uit 2007 waarin hij de Great Global Warming Swindle te lijf gaat. Natuurlijk mankeerde er genoeg aan die film, maar waarom niet  ook een analyse van de 35 fouten en overdrijvingen van Al Gore in zijn film?  

De werkelijke reden is natuurlijk niet wetenschappelijk maar politiek:  wij moeten eensgezind marcheren richting het duurzame walhalla. Lysenkoïstische instellingen zoals PBL & IPCC leveren ons percentages – 40 procent meer hier, 60 procent daar – alsof het een collectiveringscampagne uit het Sovjettijdperk betreft: dankzij de voorzienigheid van de grote leider zijn de oogsten alweer verdubbeld, terwijl in werkelijkheid de bevolking van honger stierf. Hielp toen het gebrek aan persvrijheid, nu is journalistieke luiheid PBL’s beste bondgenoot.    

Waar zijn de echte natuuronderzoekers?
In mijn recente artikel Moeten we minder barbecuen voor het klimaat?, liet ik al zien dat de rapportfabriek in Bilthoven zich te buiten gaat aan politiek gekleurde creatieve waarheidspresentatie. Waarbij op luie journalisten toegesneden hoge percentages effect moeten sorteren.

Is het denkbaar det de geldkraan naar dit soort PR-fabrieken, klimaatastrologen, rapportpoepers en klimaatprofiteurs ooit nog wordt dichtgedraaid? Serieuze natuuronderzoekers klagen dat de klimatocratie nu 95 procent van de onderzoeksgelden opsoupeert via het recyclen en spinnen van andermans informatie.  

Zitten we voor altijd opgescheept met deze gesubsidieerde cargo cult science? Niet als het aan Steve McIntyre ligt!