Het 'oerbos'Hasbruch. Ookal stellen we bij oerbos vooral oude eiken voor, maar zonder menselijk ingrijpen domineert de beuk. Dankzij de klimaatverandering van de Romeinse Warmteperiode kreeg deze klimaatvluchteling voet aan Noordwest Europese bodem.

Als gesjeesde bosbouwer stond Urwald Hasbruch, vlakbij Bremen al tijden op het verlanglijstje van bestemmingen. Brainwave: laat ik het woord ‘klimaat’ aan mijn reisvoorstel verbinden, dan komt vast subsidie beschikbaar. Vanuit de donatiepot van Climategate is dus de benzine betaald en mijn overnachting bij het oude klooster in Hude. Bovenstaande foto is gemaakt in het bewuste oerbos, een oud beukenwoud met ondergroei van hulst.

Oerwoud sinds 1885
‘Afblijven met je botte tengels’ is al een ruime eeuw het beheersvoorschrift in dit zogenaamde Hudewald. Het kleine snippertje van 29 hectare is kortom een uniek en bij liefhebbers beroemd overblijfsel in Noordwest Europa van het klassieke Woud dat de Germanen en Saksen bewoonden. De eerste vermelding van Hasbruch kwam al uit een brief van het klooster van Hude in 1258. Net als het ‘oerbos’ Bialowieza in Oost Polen kun je in dit bos de hele cyclus van verjonging, ziekte en dood hout om je heen zien.

Oerbos bij nader inzien varkensakker
Zoals de term Hudewald – een hoederswoud – al suggereert, hebben we hier eigenlijk te maken met een overwoekerde varkensakker, geen maagdelijk ‘oerbos’. De hoogbejaarde eiken waar Hasbruch om bekend staat, werden in de Middeleeuwen door varkensboeren bevoordeeld ten opzichte van de meer agressieve beuk vanwege de mast. Dat is de overdaad eikels die periodiek valt, ideaal varkensvoer waarmee je lekker varkensvlees krijgt.

Omdat mensen de beuken opruimden die eiken normaal gesproken overwoekeren, konden de eiken breed uitlopen. De meest respectabele reus in Hasbruch is nu de 1200 jaar oude Friederikeneiche. Die was dus een jong boompje toen het christendom net in Noord Duitsland aankwam..

Al 2000 jaar de beuk er in
De beuk is niet ‘inheems’, wanneer je 3000 jaar geleden als ijkpunt neemt voor ‘hoe de natuur hoort te zijn’ (ja sorry, er zijn vele mensen die met dit soort aannames hun brood verdienen). Hij zette pas vaste voet aan Noordwest Europese grond met hulp van De Klimaatverandering in de Romeinse warmteperiode, als onderdeel van een opmars na de ijstijd. Deze schaduwtolerante soort nam snel het roer over van andere bomen, toen het warmere klimaat meehielp. Daarvoor hadden andere bomen voordeel. Zo gaat dat in de natuur. Een oerbos is een slagveld waar de bomen ellebogen om beschikbaar licht en ruimte. De beuk wint dat bij ons nu steeds. De eiken in Hasbruch zullen dan ook het veld moeten ruimen zonder menselijk ingrijpen.

Friederikeneiche: 1200 jaar oud

Mens hielp én hield de beuk tegen
De mens speelde ook een rol bij zowel succesvolle kolonisatie, als bij de rem daarop. Hij benutte bijvoorbeeld bomen als essen voor gereedschap, andere soorten voor hakhout en vee: de beuk zag zijn kans om de gaten te vullen en de zaak over te nemen. Menselijke invloed in Europa is al zo oud als Europa zelf, en ook alomtegenwoordig.
Maar soms hielden mensen de beuk dus ook tegen, omdat ze de eik meer waardeerden, ook voor scheepshout. Het Nederlands Bosbouwtijdschrift in 1995 geeft van die kolonisatie een mooi overzicht, in de tijd geschreven toen klimaathysterie en natuurvervreemding nog niet alomtegenwoordig waren in wetenschapsland. Je krijgt dus nog gewoon eerlijke informatie.

Rik Leemans: ‘de beuk krijgt het te warm’….
Rik Leemans wreef me al in, dat dankzij de opwarming van 0,7 graden in één eeuw tijd de beuk klimaatvluchteling zou worden. Dat geloofde hij oprecht. Heer vergeef hen, want zij weten niet…Nobelprijswinnende onzin natuurlijk.

Ik stelde dat ik net nog in het warme Bulgarije uitgestrekte beukenbossen had gezien. Toen werd hij boos. ‘Ik wil je nooit meer zien’. Dat krijg je met wetenschappers die zich beschouwen als kanarie in de klimaatkoolmijn, die nemen zichzelf vreselijk serieus, zo serieus dat ze ook hun realiteitszin verliezen. Sorry Rik.. Als ik Leemans zie moet ik om de één of andere reden steeds aan Satan denken, maar dat ligt vast aan mij.

Uw koning van de net-niet fotografie
Al fotograferend kwamen twee reeen naast me staan, verschrikt vluchtend toen ik op een takje trapte met mijn boerenklompen. Als koning van de net-nietfotografie vind ik steeds creatieve manieren om ‘het moment’ glorieus om zeep te helpen. Bij ieder Moment weer een volkomen originele blunder. Van een leermoment kan in unieke situaties geen sprake zijn. Voorlopig dus geen National Geographic, al is dat blad ook gekaapt door klimaathysterici en lees ik het niet meer.

Met de muziek van Faun, een Duitse heidense folkband in gedachten, vroeg ik het woud om een glimp van een wereld, waar de natuur de baas is in samenspraak met Germaanse krijgers, dwergen, elfen en verleidelijke nymfen als de zangeres van Faun. De complete fotoserie, met alle aan Ikea ontsnapte eikenhout kun je hier zien.

Maar dan, pats: kakelende Deutsche Nordic Walkers, nazaten van die woeste Germanen tikken en tokken voorbij. Het geraas van de nabijliggende E22 doet de rest. Het plaatst je weer in de echte wereld van twee halen één betalen, Shownieuws, asfalt en beton. Alleen je verbeelding biedt anno 2011 nog voldoende ontsnappingsruimte, snippertjes als Hasbruch helpen die fantasie vorm en inhoud te geven. Zolang je maar het onderscheid maakt tussen je eigen romantische verlangens en de feiten, is dat dromen een onschuldig tijdverdrijf waaraan je veel plezier kunt beleven.

Waar kunt u nog bomenknuffelen?
Hier is het behelpen met oude bomen. Mijn gemeente Skarsterlan heeft bijvoorbeeld een pact gesloten met de Bond van Verenigde Zaagamateurs. Zij maken direct korte metten met alles dat enigszins op een boom begint te lijken, ‘voor uw en onze veiligheid’. De volgende bureaucratenstap in Nederland is vervanging met bomen van plastic. Dus waar moet je dan als bomenknuffelaar en romanticus aan je trekken komen? Er zit niets anders op dan de grens te gaan, en de status van arboretisch vluchteling aan te vragen.