Ecoloog Patrick Jansen: 'Als stroperij de wereld veiliger maakt publiceren we dat ook'

Volgens invloedrijke publicaties in bladen als Nature zou de snelheid waarmee plant- en diersoorten nu uitsterven een ‘veilige grens’overschrijden. Maar tegelijk bestaat weinig experimenteel bewijs dat alle nu levende soorten onmisbaar zijn. Overdrijven ecologen dus het belang van deze zogenaamde biodiversiteit?

Het is 8 februari, de start van het jaarlijkse congres van het Netherlands Ecological Research Network (NERN) dat haar lustrum viert. Een verzameling van 300 ecologen uit Nederland, Vlaanderen en de rest van de wereld, zit bijeengepakt in congreshal ‘De Werelt’in Lunteren. Het Nederlandse deel is unaniem beledigd door Bleker’s voorgenomen Natuurwet. En door populaire kritiek op ecologen, zoals in het boek Plastic Panda’s van filosoof Bas Haring over het ‘opheffen van de natuur’. Hoewel best aardig, zouden al die diersoorten volgens Haring niet zo noodzakelijk zijn.

Die haring schoot in het verkeerde keelgat. ‘Ecologen zouden niet objectief zijn’, parafraseert dagvoorzitter Hans de Kroon bij zijn ontvangstwoord als hoogleraar experimentele plantenecologie. ‘Ze zouden teveel persoonlijk bij de natuur betrokken zijn. Wat moeten we met deze populaire kritiek? Moeten we vaststellen dat hij gek is geworden. Moeten we het belang van biodiversiteit beter uitleggen? Of heeft hij misschien zelfs een punt…’

Lees verder hier>