Vandaag gaat de site ClimateDialogue.org online met een discussie tussen drie internationale wetenschappers over het smeltende Noordpoolijs. De Volkskrant had hiervan zaterdag al de primeur, en vandaag zal over de hele wereld op elk zichzelf respecterend klimaatblog aandacht aan deze noviteit besteed worden: het is BIG NEWS in de klimaatwereld.

De reden daarvoor is dat de site een gezamenlijk project is van Nederlandse sceptici (Marcel Crok en ikzelf) en mainstream wetenschappers, en dat ook de discussies gaan tussen wetenschappers uit het hele scala van opvattingen over het klimaat. Een dergelijke discussie is jarenlang ondenkbaar geweest.

De opwinding over Climate Dialogue is nog groter omdat meteen één van de bekendste klimaatwetenschappers deel neemt aan onze eerste discussie: prof. Judith Curry. Zij behoorde tot de mainstream maar na climategate schoof ze op in sceptische richting. Op haar blog Climate Etc. is zij zich vooral gaan verzetten tegen wat ze noemt ‘tribalism’ onder IPCC-auteurs. Deze stap en haar blog heeft haar naamsbekendheid in ieder geval flink vergroot. Haar deelname garandeert dus de volle aandacht van de klimaatwereld.                                

Kans op herstel van vertrouwen
De reactie van de klimaatwetenschap op climategate en de diverse daaropvolgende gates (met name Himalaya-gate) was teleurstellend. Er was een pijnlijk gebrek aan zelfkritiek, wat zich uitte in het constant vergoelijken van het laakbare en onwetenschappelijke gedrag dat uit de affaires bleek. Schuld bekennen, of zelfs maar in debat gaan met sceptici, gaf de laatsten geloofwaardigheid en was dus uit den boze. Het vertrouwen van het publiek in de (klimaat)wetenschap nam hierdoor af.

Door de afwezigheid van debat was zelfreflectie lange tijd moeilijk. Wetenschap heeft kritische discussie nu eenmaal hard nodig. Er zat dan ook al die jaren nauwelijks beweging in de mainstream opvattingen.

Climate Dialogue biedt de wetenschappers nu eindelijk weer de kans om hun opvattingen te toetsen aan serieuze kritische argumenten en daarvan te leren. Een dergelijk open debat, en de genuanceerde, (hopelijk) heldere uitkomsten daarvan, vormen mijns inziens de enige weg om aan herstel van vertrouwen in de klimaatwetenschap te werken.

Klimaatpolderen
Hoe kan het eigenlijk dat er zomaar opeens een nette discussie uit de lucht komt vallen, waar zowel sceptische als mainstream wetenschappers aan deel willen nemen?

Format
Allereerst is het format maar beperkt bedreigend voor de deelnemers: er wordt niet geknokt om gelijk te krijgen, maar er wordt alleen uitgezocht waar men het nou precies over oneens is. Deze convergentie wordt wel van de deelnemers geëist, en zal door de moderatoren streng bewaakt worden. Maar er zijn dus geen verliezers.

De resultaten worden na afloop in begrijpelijke taal uitgewerkt door de moderator en deze rapportages vormen na een flink aantal topics samen een goed beeld van de werkelijke status quo van de klimaatwetenschap, waar beide partijen het dus over eens zijn.
Dit beeld, met de argumenten van beide kanten erbij, vormt als het goed is een nuttige kennisbasis voor beleidsmakers.

Neutraliteit
Verder hebben we er alles aan gedaan om als organiserende groep volstrekt neutraal en betrouwbaar te zijn. Sceptici en mainstreamers hebben een gelijkwaardige rol in de organisatie, en het is een door de overheid betaalde site. Ook is de uitvoerende organisatie, het KNMI, een betrouwbare partij.

Een belangrijke troef waar het platform over beschikt is Marcel Crok. Hij kent vele wetenschappers op de wereld die er in het klimaatdebat toe doen, uit beide kampen, van de vele interviews die hij voor zijn boek gedaan heeft. Zijn netwerk en dat van de KNMI/PBL-organisatoren dekken het hele spectrum wel zo’n beetje.

Succes niet gegarandeerd
Een droomstart zegt nog weinig over de kans van slagen: het discussieformat is gloednieuw en zal al doende nog moeten worden bijgeslepen. Ook zijn de moderatoren nog helemaal blanco: ze hebben een dergelijke discussie nog nooit geleid, en de voetangels en klemmen van dit format zijn nog niet bekend.

Ik merk nu al bij het opstellen van de teksten voor de eerste topics dat het heel moeilijk is om vooruit te denken: hoe formuleer je de opdracht aan de wetenschappers zodanig dat er, door een goede afbakening, ook een convergerende discussie uitkomt? En hoe voorkom je dat je een opdracht schrijft die het convergeren al bij voorbaat uitsluit?

Wanneer de eerste discussies niet tot de beoogde convergerende dialoog zullen leiden, zal de animo om deel te nemen bij topwetenschappers afnemen.

De polder zelf
U heeft het op climategate.nl goed kunnen volgen: sinds het bestaan van de site is de verstandhouding tussen de Nederlandse mainstreamers en sceptici enorm verbeterd. We zijn het nog steeds oneens (daarin is weinig veranderd), en er zijn nog steeds rabiate alarmisten die in onze ogen totaal onverantwoorde uitspraken de media in slingeren, zoals Vellinga, Van Soest en Rotmans. Dat zijn in de ogen van de sceptici dan ook geen wetenschappers maar actievoerders.

Maar de grote groep echte klimaatwetenschappers rond KNMI, PBL, Universiteit Utrecht en TU Delft, is intussen allang niet meer zo allergisch voor de sceptische kritiek, en de af en toe best stevige kritiek  vanuit mijn blogs is tot nu toe altijd sportief opgevat. Deze wetenschappers komen ook naar sceptische bijeenkomsten en nemen constructief deel aan de discussies. En hoewel er bij het opzetten van het platform een aantal stevige principiële noten gekraakt moest worden, is de groep van Climate Dialogue in zijn huidige structuur enthousiast en is de samenwerking uitstekend. Dat is op zich al een opvallend positief resultaat van het project!

Want hoe vanzelfsprekend de noodzaak van een open debat ook is, in het wespennest van het klimaatdebat is het niet gering wat we van onze medeorganisatoren vragen. We hebben dan ook grote waardering voor hun flexibiliteit en inzet.

De namen
Achter de klimaatverbroedering in de polder zitten met name de sceptici Hans Labohm en Arthur Rörsch, met een bijzonder gewaardeerde gastrol van Gerbrand Komen. Die is oud researchdirecteur van het KNMI en hoewel “klimaatverontrust”, is hij in het debat bovenal neutraal. Met het symposium rond Fred Singer bij het KNMI en vooral het diner na afloop, heeft dit driemanschap het keerpunt in de Nederlandse verhoudingen bewerkstelligd.

Climate Dialogue wordt geleid door Rob van Dorland, klimaatonderzoeker van het KNMI en al jaren vanuit het KNMI betrokken bij het debat met sceptici.

Het dagelijkse werk wordt gedaan door hem,  Marcel Crok en Bart Strengers (PBL).

De advisory board wordt voorgezeten door Gerbrand Komen, en bestaat verder uit Bart Verheggen (ECN), Peter Siegmund (KNMI), Appie Sluijs (IMAU), Jaap Hanekamp (sceptische chemicus, bekend van zure regen discussie, wetenschapsfilosoof), Jos de Laat (KNMI) en mijzelf.

De Voorgeschiedenis
Flashback: vlak na climategate zat ik in de nieuwjaarsnacht van 2010, met het glas champagne nog in de hand, na te denken over het komende jaar. Ik was al een paar jaar als eenling actief in het klimaatdebat, voornamelijk met het geven van lezingen, en in mijn ogen had climategate alles veranderd. Het IPCC was door de uitgelekte e-mails van CRU zwaar beschadigd en was zijn onaantastbaarheid kwijt. Het leek mij een kwestie van tijd voor het in bijzonder zwaar weer terecht zou komen.

Inmiddels was climategate.nl opgericht, dat stevig op (de groep rond) het IPCC  inhakte.
Ik vond dat dat niet de beste manier was om de klimaatdiscussie vooruit te helpen. Veel effectiever was het om nu de hand te reiken en het wetenschappelijke debat aan te gaan. Dat hadden de sceptici jarenlang tevergeefs geprobeerd maar dat konden de mainstream wetenschappers nu onmogelijk blijven afwijzen. En een open debat zou in mijn ogen ongetwijfeld leiden tot een veel beter inzicht en onderling begrip, en veel minder politiek gekleurde en overdreven claims over de invloed van CO2 op het klimaat.

Ik schreef dezelfde nacht nog een lang stuk, dat ik enige dagen later opstuurde aan de mij toen nog onbekende groep mensen waar ik sindsdien zo goed mee samenwerk: Hans Labohm, Marcel Crok, Hajo Smit en Rypke Zeilmaker. In het stuk pleitte ik voor een gecoördineerde aanpak vanuit de sceptische beweging en het opzetten van een neutraal klimaatplatform. Het format daarvoor had ik al helemaal uitgewerkt en vormt de basis voor de vandaag gestarte site.
Onze bijeenkomst resulteerde niet in actie, maar na enige maanden sloot Marcel zich bij me aan en zetten we onze schouders er onder.

Na het interessante debat op de VU in oktober 2010 sprak ik Diederik Samsom even, en vroeg hem om steun voor het platform. Hij was positief, en adviseerde me grappig genoeg om Marcel Crok erbij te betrekken. Dat was dus no problem!

De realisatie
Marcel en ik hebben een jaar gewerkt aan financiering en uitwerking. Het moest een professioneel project worden en dat kost al gauw €80 mille per jaar.
Er werd een enthousiaste potentiële financier gevonden, en hard gewerkt tot het platform in de startblokken stond: een rechtspersoon (stichting) was opgericht en in het strikt neutrale comité van aanbeveling hadden Diederik Samsom, René Leegte (VVD), klimaateconoom Richard Tol en aardwetenschapper Gerald Ganssen plaatsgenomen. Er was een opzet, een verantwoording, een uitgewerkt plan voor de site en een reglement.

Er was tijdens het uitwerken ook overleg geweest met een aantal hoofdspelers in de klimaatdiscussie, waaronder Leo Meyer (PBL en ook ervaren IPCC-er, is momenteel zelfs hoofd van het synthesis report van AR5), Richard Tol (vooraanstaand sceptisch econoom), Gerbrand Komen en Jaap Hanekamp.
Maar vlak voor de start, in september 2011, trok de financier zich terug.

Inmiddels was er naar aanleiding van zijn boek “De Staat van het Klimaat” goed contact tussen Marcel en staatssecretaris Atsma ontstaan. Toen onze financier het af liet weten, heeft Marcel het plan aan hem voorgelegd.
Leo Meyer was ondertussen, mede naar aanleiding van een gesprek met Roger Pielke sr. in Wageningen, ook enthousiast voor een discussieplatform geworden en legde het plan in de week bij het ministerie.

Toen is het balletje gaan rollen: het project paste  perfect  in het antwoord van het ministerie op de kamerbreed gesteunde motie Nepperus waarin naar aanleiding van het InterAcademy Council-rapport over IPCC werd gevraagd om de sceptici meer bij de discussie te betrekken. Het plan werd in januari 2012 door Atsma opgepakt en bij het KNMI neergelegd, en gaat nu, na het nemen van een aantal organisatorische hordes, van start.

Ik ben vandaag dus erg in mijn nopjes, en uiteraard ook apetrots!

.