Dankzij exoten én natuurbescherming vaak soortentoename, hoewel globale afname

Bever geherintroduceerd: Dankzij exoten én natuurbescherming vaak soortentoename, ondanks globale afname

Bij de eerste landelijke inventarisatie van onze biodiversiteit door de voorloper van het Leidse Naturalis in 1993 waren er volgens de auteurs ongeveer 42.000 soorten in Nederland. Nu zijn dat er al 47.800 volgens het in 2010 bij de KNNV verschenen ‘De Nederlandse Biodiversiteit’ onder redactie van deels de zelfde mensen als in 1993. Dit simpele feit toont al dat je voorzichtig moet zijn met uitspraken over ‘goed gaan’of ‘slecht gaan’met biodiversiteit. Bijvoorbeeld omdat het ‘goed gaan’van de ene soort automatisch inhoudt dat de ander daardoor achteruit gaat (vos, buizerd, reiger versus de klassieke weidevogels grutto, kievit tureluur bijvoorbeeld).

Maar vooral hierom: Zelfs in rijke welvarende landen met veel biologen als Nederland en Zweden is van de helft van de biodiversiteit geen populatietrend bekend.. Een soort bestaat pas als een bioloog hem heeft beschreven, en zoals Robert May al in 2002 toonde gaat veruit de meeste biologen-aandacht naar gewervelden, en dan ook vooral nog vogels en zoogdieren terwijl deze het kleinste aandeel in de totale biodiversiteit hebben.

De groei in het aantal soorten kan dus een bijkomstigheid zijn van de toegenomen biologendiversiteit, meer academici die op een nog onbeschreven groep kransdiertjes of obscure luis mogen promoveren.  Hoe dan ook: zelfs in een land als Nederland zijn weinig experts met veldkennis die écht de vinger aan de pols kunnen houden. Voor plantendiversiteitstrends van afgelopen eeuw moet ik mij verlaten op één proefschrift van Wil Tamis uit 2005 alweer. Dan nog moet er ook sprake zijn van een reeele toename.

Wat zijn de ecosysteemeffecten van soortentoename?
Daarnaast groeit op veel soorten de daadwerkelijke soortenrijkdom, vaak dankzij exotenintroducties. Op Pacifiche eilanden bijvoorbeeld komt een veelvoud plantensoorten meer er bíj, dan er verdwijnt aan inheemse soorten. In Trends in Ecology and Evolution vragen Sax en Gaines zich dan ook al af in 2003: terwijl de nadruk in natuurcommunicatie ligt op áfname van soorten en de effecten van afname, kunnen we beter onderzoek doen naar de effecten van een toename van soorten. Dat is exact wat we in Nederland ook zien bij plantensoorten. Er kwamen drie maal zoveel soorten bíj als dat er verdwenen in afgelopen eeuw.

Daarbij zijn de verliezers vooral de soorten die van voedselarme milieus houden, wat je in een vol land vol stikstofuitstotend verkeer en landbouw slecht kunt volhouden. Nieuw soorten zijn zuidelijker types, of juist geintroduceerde soorten. Netto kan dat tot soortentoename leiden, hoewel globaal natuurlijk geldt, dat iedere soort die echt weg is van trekduif tot mammoet: die is ook echt verdwenen terwijl het langer duurt voor een nieuwe soort bij evolueert.