Zonder ontheffing voor de Flora en Faunawet zette Staatsbosbeheer 16 februari in het Bargerveen bij Emmen een stuk met pijpenstrootje (gras) overgroeide heide in de brand, om ‘de heide een impuls te geven’. Maar als op de heide van het Fochtelooer Veen bij Veenhuizen exact een maand later spontaan- dus op natuurlijke wijze- brand ontstaat en pijpenstrootje (gras) affikt, kraait eigenaar Natuurmonumenten moord en brand: er ‘gaat natuur verloren’, en er is ‘intensiever beheer’ nodig (lees: subsidie).
‘In totaal is er zo’n tachtig hectare natuur verloren gegaan. De heide is als eerste gaan branden’, begint Enit Scholtens, namens Natuurmonumenten beheerder van het gebied. ‘Twintig tot dertig jaar oude heidestruiken zijn verbrand. En die tijd zal dit deel van het gebied ook nodig hebben om zich weer volledig te herstellen.’
en hij wordt nog leuker:
Optisch zal het gebied vrij snel herstellen en weer groen worden, omdat as een goede voedingsstof is voor de bodem. ‘Tegelijkertijd is dat ook een probleem, omdat hierdoor het heidegebied sneller zal vergrassen en dichtgroeien. We zullen daarom meer moeten investeren in natuurbeheer, zoals bijvoorbeeld extra inzet van schapenbegrazing.
We zien in deze screenshot op de foto van Judith Bouma toch vooral grassen in rook opgaan, pijpenstrootje, bochtige smele enz. Dat die heide sterk is vergrast, je kunt dat ook zien vanaf de uitkijktoren in het Fochtelooer Veen. Dus er ging veel gras in de fik. Wanneer je dat met subsidie doet, heet dat ‘natuurherstel’, een ‘impuls’, zonder subsidie een natuurramp.
Heide is een subsidieplantage
Want het persbericht van Staatsbosbeheer constateert exact tegengestelde gevolgen ten opzichte van Natuurmonumenten, wanneer je heide in de hens zet:
Met de branden wil Staatsbosbeheer het pijpenstrootje verdrijven en de oude vergraste heide een nieuwe impuls geven. Het pijpenstrootje zorgt voor vergrassing van heidevelden.Door de branden komen jonge heide, kruiden en veenmossen weer terug. En daar hebben de nachtzwaluw, de hagedis en de roodborsttapuit weer profijt van.
Dus branden leidt tot vergrassing dankzij verassing. Maar ook niet branden leidt tot vergrassing…
Of: als een natuurclub de heide in de brand streekt met SNL-subsidie (kwaliteitsimpuls) dan ga je vergrassing tegen en profiteert de fauna daarvan. Maar als brand op natuurlijke wijze ontstaat, zonder subsidie, dan is het een ramp die tot verlies van fauna leidt en vergrassing. En is er ook SNL-subsidie (kwaliteitsimpuls) nodig om de ramp te ‘herstellen’ met ‘intensiever beheer’. Met subsidieschapen.
Conclusie: de natuur in Nederland is er om personeel van natuurclubs van geld en werk te voorzien, het zijn eigenlijk subsidie-plantages.
Vergrassing van heide is overigens niet beslist een ecologische ramp, in tegendeel: het betekent dat deze vroeger overbegraasde en uitgeboerde grond weer iets voedselrijker wordt. Heidevelden zijn eigenlijk ecologische rampgebieden. Bovendien: als je een adder of ringslang wilt zien, heb je de meeste kans deze zonnend op een pluk pijpenstrootje of bochtige smele te vinden. Zijn ze gek op.
Zie ook hoe floristen uit de 19de eeuw die heide waardeerden die natuurclubs nu met subsidie terug willen:
En daarom worden akkers in de buurt van Dwingeloo 30 cm afgegraven en heide “getransplanteerd”. Hoe kom je er op.
Alle heide met rust laten en na 20 jaar is echte natuur ontstaan in evenwicht met de bodem en de vochtigheid.
Kijk dan eens wat een afwisselend landschap er dan ontstaat.
Ik ben helemaal in staat van verwarring. Ik maar denken dat het juist brand was dat heide in stand hield. Ik snapte de heisa rond de brand van Fochteloërveen nooit, dacht dat is natuurlijke dynamiek of natuurlijke processen. Maar kennelijk dus niet? Ik weet het ook niet meer. Ik snap er niks meer van.