Hugo Matthijssen achtergrond windmillsHugo Matthijssen.

Ik volg al een paar jaar de discussie over windenergie op internet en in de nieuwsmedia en ben erg geïnteresseerd wat de bedrijven die bij de bouw van windmolens betrokken zijn daarover inbrengen. En wat blijkt? Over het algemeen is er sprake van onduidelijke informatieverstrekking of zelfs desinformatie. Op linkedIn kwam ik daarvan een duidelijk voorbeeld tegen van ***** ( hierna ‘hij’ genoemd).

Hij is werkzaam als ‘Head of Marketing Communications’ bij **** Nederland N.V. In zijn discussie over subsidie van energie op linkedIn schreef hij het volgende.

@Hugo: Betreft de kosten van het aantal medewerkers (20) dat structureel verbonden is aan Gemini. Dat vind jij veel/duur. Laten we het anders zeggen; ben jij wel eens in een fossiel gestookte centrale die 600 megawatt levert geweest met 20 medewerkers?

Tweede vraag: levensduur en onderhoudscontracten Gemini. Volgens mij ligt het risico bij de financiers en dat zijn o.m. banken, Van Oord en Siemens. Persoonlijk denk ik dat na 15/20 jaar de turbines vervangen kunnen worden en de energie-opwekking op z’n minst 40% goedkoper kan zijn. De fundering en infrastructuur liggen er al. Door een hoger rendement kan er meer elektriciteit worden opgewekt, samen met minder gebruik van elektriciteit en eigen opwekking door zonnepalen en een paar gascentrales komen we heel ver!

Om een goed zicht te krijgen kijken we eerst naar de gegevens van dit windpark volgens Wikipedia:

‘Het park gaat bestaan uit twee delen. Het eerste gedeelte met 75 turbines is gesitueerd ten noorden van Ameland. Het tweede gedeelte met ook 75 turbines ligt 55 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog. De 150 windturbines zijn van het type Siemens SWT-3.6, elk met een vermogen van 4 MW. Het totaal opgesteld vermogen aan duurzame energie wordt 600 MW.

150 windmolens met een totaal aan opgesteld vermogen van 600MW wat zal daarvan de levering ongeveer zijn en is die te vergelijken met 600MW aan opgesteld vermogen van fossiele centrales?

In de praktijk leveren windmolens op zee door het jaar heen niet meer dan gemiddeld 30% van het opgestelde vermogen, zodat je dan uitkomt op een bruto levering van ongeveer 200 MW (x het aantal uren per jaar).  Hij vergelijkt deze weerafhankelijke levering van de windmolens één op één met capaciteit van centrales. Dat is apert onjuist. Het grote verschil is dat je centrales kunt regelen en daarmee volledig de vraag van de gebruikers op het net kunt volgen. Er zijn in de praktijk centrales die gemiddeld uitkomen op een levering van meer dan 90% van het opgestelde vermogen. 600 MW centrale capaciteit kan vraaggestuurd dan ook 540 MW (x het aantal uren per jaar) leveren. Een groot verschil! Maar dat is nog niet alles.

Daarnaast leveren windmolens de helft van de tijd niet meer dan 20% van het opgestelde vermogen waaronder soms uren vrijwel niets zodat je fossiele centrales stand by zal moeten zetten.

Een praktijk onderzoek naar de levering van windenergie in Schotland en Engeland geeft een heel goed beeld van de gebrekkige mogelijkheden van windenergie in onze regio.  De BBC geeft daarover het volgende aan:

Wind farms are much less efficient than claimed, producing below 10% of capacity for more than a third of the time, according to a new report. The analysis also suggested output was low during the times of highest demand. The report, supported by conservation charity the John Muir Trust, concluded turbines ‘cannot be relied upon’ to produce significant levels of power generation.

Dat werd destijds uiteraard bestreden zonder echte onderbouwing en ook daar ging men gewoon door met het bouwen van windmolens.

Kijken we echter naar Nederland dan was bovenstaand praktijkonderzoek zo slecht nog niet. Ook de minister is er nu achter dat de levering van windenergie achterblijft bij de prognoses. Uit een onderzoek van de Rekenkamer blijkt het volgende:

Doelen duurzame energie niet haalbaar zonder miljarden extra voor windmolens op zee of projecten in buitenland. Subsidieregeling SDE+ goed instrument, toch valt resultaat tegen.

Dat betekent dat uiteindelijk de risico’s voornamelijk gedragen worden door de burger die de hogere rekening zal moeten betalen.

Een ander knelpunt is de inpasbaarheid van windenergie op ons vraaggestuurde netwerk.  Dat windenergie erg moeilijk inpasbaar is, is in Australië erg goed zichtbaar op onderstaande grafiek waarop  de levering in de praktijk van de maand juli van alle geplaatste windmolens is weergegeven.

Hugo tabel Nova

Je kunt in een oogopslag zien dat in de praktijk windenergie niet echt geschikt is om onze energievoorziening met een vraaggestuurd netwerk op te laten draaien, de helft van de tijd moet je je fossiele centrales inzetten en de andere helft van de tijd moet je deze achter de hand houden – zelfs in een zo groot land als Australië is wind niet ‘zelf balancerend’. Juist die goed regelbare centrales kunnen bij toename van het aandeel wind op een netwerk regelmatig van het net gedrukt worden door de niet regelbare windpieken. In Australië worden dan ook geen subsidies meer verleend aan windprojecten.

Hoe ons kabinet naar deze materie kijkt blijkt uit de brieven daarover van minister Kamp, de minister schrijft aan de 2e kamer dat praktijkgegevens niet geschikt zijn om de levering van windenergie op ons net te berekenen. Hij geeft aan dat hij uitgaat van modelberekeningen zoals o.a. die van Ummels.

Als we naar diens proefschrift kijken zien we dat hij, na veel gereken en nog veel meer aannames, in zijn rekenmodel tot de conclusie komt dat we door het optimalisering van de energiemarkt en uitwisselen van windenergie met onze buurlanden, makkelijk zonder balancering van windenergie met fossiele centrales het net kunnen balanceren. Hij geeft aan dat daarvoor geen extra capaciteit nodig is. Als we echter naar de data uit Australië kijken en dat zetten naast de conclusie van Ummels, dan kun je haast spreken van een  sprookje in de vorm van een wetenschappelijk onderzoek.

Op deze modelberekeningen is het beleid van de regering en o.a. ons miljarden kostende energieakkoord gebaseerd. Dat betekent dat de regering besloten heeft dat we de komende 20 jaar 70 miljard euro gaan uitgeven om klimaatdoelen te halen die in de praktijk vrijwel onmogelijk zijn. Een kind kan plaatjes kijken en uit het plaatje van de levering van windenergie in Australië blijkt dat wind niet levert wat door de regering wordt beloofd.

Terug naar het hoofd marketing en communicatie. Een windpark dat weerafhankelijk stroom levert op een vraaggestuurd netwerk komt in Nederland door het jaar heen niet veel verder dan 30% van het opgestelde vermogen bruto. Er zijn namelijk nog meer verliezen.

Als eerste moeten de inpassingsverliezen er nog van afgetrokken worden zoals de verliezen die het gevolg zijn van het noodzakelijk achter de hand houden van centrales. En dan zitten we ook nog met verliezen van de niet inpasbare pieken. Een goed voorbeeld is een piekende windlevering die samenvalt met een afnemende vraag, dan kun je de pieken niet op het netwerk kwijt. Een ander aspect is dat er enorme schakel– en transformatiestations op zee worden geplaatst en en ook het netwerk aan land zal extra verzwaard moet worden om de wisselende pieken snel over het netwerk te kunnen verdelen. Deze kosten blijven volledig buiten beeld en worden in de toekomst bij de nieuw geprojecteerde windparken als extra netwerkkosten op de rekening van de gebruiker meegenomen.

Bij toename van windenergie op een vraaggestuurd netwerk holt ook het rendement van de fossiele centrales achteruit die bij ons deze windenergie moet gaan balanceren. Net als een auto in Amsterdam die veel meer brandstof gebruikt per km als de auto die rijdt op de provinciale wegen van Drenthe. Juist de weerafhankelijke pieken en dalen van windmolens veroorzaken een sterk wisselende inzet van deze voor de balancering noodzakelijke fossiele centrales.

Extra brandstofgebruik betekent ook meer CO2 uitstoot wat indirect veroorzaakt wordt door de inpassing van weerafhankelijke stroompieken en –dalen van de windmolens, informatie die door de windmolenbranche en onze regering wordt verzwegen.

Het windpark Gemini levert straks 600 MW volgens de folder en hij geeft niet aan dat dat piekvermogen is. In de praktijk leveren windmolens op zee niet meer dan 30% daarvan en door de inpassingsverliezen van die weerafhankelijke stroom hou je van die 30% nog veel minder bruikbare stroom over.

Ook de beloofde werkgelegenheid blijft sterk achter, deze werkgelegenheid die als bijkomend voordeel wordt aangegeven is ook niet echt realistisch. Gemini zelf stelt dat het 100 werknemers nodig heeft.

De subsidie is € 300 miljoen/jaar. Dus elke baan kost € 3 miljoen/jaar. Dit is 60!! banen in de zorg die gemiddeld € 50.000 per stuk kosten. Zie hier.

Samengevat, uit onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat de beloften gedaan over productie van ‘hernieuwbare energie’ in het energieakkoord niet gehaald worden en er nog ongeveer 12 miljard extra nodig is om ‘de doelen te halen’.

Daarbij wordt ook niet gemeld dat windmolens een beperkte levensduur hebben zodat, als de technische levensduur is gepasseerd en ‘subsidietermijn’ is verstreken, de windmolens gesloopt worden. Onderhoud is na afloop van de subsidietermijn onbetaalbaar.

Wil je als samenleving dan toch doorgaan op de doodlopende weg die ‘hernieuwbare energie’ heet, dan moet je eerst weer compleet nieuwe molens gaan bouwen. Dan gaan er weer miljarden geïnvesteerd worden voor niet meer dan 2% van ons totale energiegebruik gedurende een periode van 15 jaar. Hoe hernieuwbaar is windenergie dan in de praktijk, is een vraag die vrijwel nooit gesteld wordt.

Windmolens zijn niet hernieuwbaar net als auto’s en koelkasten en wil je na de afloop van de technische levensduur doorgaan dan zul je steeds nieuwe moeten bouwen tegen enorm hoge kosten.

Uit het onderzoek uit Engeland en Schotland blijkt dat windenergie de helft van de tijd minder dan 20% van het opgestelde vermogen levert. Uit het onderzoek naar de levering van windenergie uit Australië blijkt dat windenergie niet met behulp van de stroommarkt kan worden gebalanceerd.

In de praktijk blijkt dat na invoering van het energieakkoord het aandeel windenergie volgens de Rekenkamer minder zal zijn dan de geplande 14% van ons elektriciteitsgebruik. 14% van ons elektriciteitsgebruik is in werkelijkheid ongeveer 2% van ons energiegebruik. Daarvoor geven we miljarden uit en blijft de beloofde ‘structurele’ werkgelegenheid qua aantal arbeidsplaatsen verwaarloosbaar en kun je van de kosten van een ‘groene arbeidsplaats’ 60 verpleegkundigen of 100 thuiszorgmedewerkers inzetten.

Terugkomend op de juistheid van de informatieverstrekking, deze medewerker van een grote windmolenproducent vergelijkt 600 MW opgesteld windvermogen één op één met 600 MW centrale capaciteit – wat technisch gezien een onjuiste vergelijking is. Maar dat kun je maken als je de  volgende tekst in je linkedInprofiel opneemt:

All post for LinkedIn Groups are based on my personal opinion.