Sharon_Dijksma,_Lancering_Europese_Mobiliteitsweek_2010
Onder de titel, ‘Dijksma wil dat bedrijven meer gaan betalen voor uitstoot broeikasgas’, rapporteert Ben van Raaij in de Volkskrant:

Nederland maakt zich als tijdelijk voorzitter van de EU sterk voor een snelle invoering van een wereldwijde prijs voor de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide (CO2). Dat is van groot belang om de afspraken van de klimaattop van Parijs in december te realiseren. Dat zegt PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma van Milieu vandaag in de Volkskrant.

Het doel is om zo een ‘mondiaal gelijk speelveld’ te creëren.

Bedrijven laten betalen voor het uitstoten van CO2 (carbon pricing) legt de verborgen kosten van klimaatverandering neer bij de vervuiler, aldus Dijksma. Het is ook de manier om te zorgen dat bedrijven snel afstappen van fossiele brandstoffen en gaan investeren in duurzame energie. ‘Je kunt wachten op de moraliteit van de markt, maar prijsprikkels werken meestal beter.’

Dijksma wil eerst het bestaande emissiehandelssysteem (ETS = ‘Emission Trading Scheme’) van de Europese Unie, dat slecht functioneert, aanpakken. ‘De prijzen zijn veel te laag, onder meer omdat er te veel uitstootrechten in de markt zijn. Wij willen het ETS snel hervormen. Omdat we geloven dat emissiehandel de game changer kan zijn om een wereldwijde duurzame economie tot stand te brengen.’

Lees verder hier.

Is dat een goed idee? Mijn trouwe lezers zullen wel voelen aankomen dat ik dat niet vind. Het Europese ETS is geen succes en zal het waarschijnlijk ook nooit worden. A fortiori geldt dat voor een wereldwijd ETS.

We mogen niet vergeten dat het Europese ETS tot voor kort als het vlaggenschip van het Europese klimaatbeleid werd beschouwd. Maar het was hetzelfde lot beschoren als het Kampense koggeschip. Dat is inmiddels weer boven water. Zal dat ook met het ETS lukken?

Waarom is men überhaupt aan het ETS begonnen? Heeft er dan niemand gewaarschuwd voor het gevaar van een echec daarvan? Natuurlijk was dat het geval. Maar dat ketste af op de cognitieve dissonantie die zo kenmerkend is voor de klimaatzeloten.

Wat zijn de bezwaren tegen het ETS, ook wel bekend als cap and trade? Die zijn, nog voordat het systeem in werking trad, uitvoerig in de literatuur beschreven, maar door cognitieve dissonantie zijn deze waarschijnlijk nooit op de bureaus van het ministerie van Dijksma terecht gekomen.

Ik zal daar in deze bijdrage overigens niet verder over uitweiden, maar er slechts één argument uitpikken.

Wil een systeem van cap and trade werken, dan zullen er per land CO2–uitstootplafonds dienen te worden vastgesteld, die periodiek naar beneden dienen te worden bijgesteld. Dit behoren bindende verplichtingen te zijn. Hierover zal internationaal dienen te worden onderhandeld. Sommige landen zullen de lat hoog willen leggen, andere laag. Gezien de belangentegenstellingen tussen landen, zoals die ook in Parijs weer aan het licht zijn gekomen, en het feit dat vele van hen geen bindende verplichtingen willen aangaan, is het niet denkbaar dat hierover wereldwijd overeenstemming wordt bereikt.

Tot zover een van de belangrijkste obstakels voor de totstandkoming van een wereldwijd ETS. Verder beperk ik mij tot verwijzing naar: David G. Victor: ‘The Collapse of the Kyoto Protocol and the Struggle to Slow Global Warming’, en Fred L. Smith and Robert W. Crandall: ‘CO2 Controls Are a Bad Idea, ‘Voluntary’ or Not‘.

Naast het ETS is er nog carbon pricing. In tegenstelling tot wat de naam suggereert is dit geen belasting op koolstof (een vaste stof, C), maar op de uitstoot van kooldioxide (een gas, CO2), dat onder meer vrijkomt bij de verstoken van fossiele brandstoffen.

Economen geven daar in het algemeen de voorkeur aan boven andere maatregelen.

Aan Wikipedia ontleen ik het volgende:

The ‘Economists’ Statement on Climate Change,'[..] was signed by over 2500 economists including nine Nobel Laureates in 1997. This statement summarizes the economic case for carbon pricing as follows:

‘The most efficient approach to slowing climate change is through market-based policies. In order for the world to achieve its climatic objectives at minimum cost, a cooperative approach among nations is required — such as an international emissions trading agreement. The United States and other nations can most efficiently implement their climate policies through market mechanisms, such as carbon taxes or the auction of emissions permits.’

In short, this statement argues that carbon pricing (either ‘carbon taxes or the auction of emissions permits.’…) is a ‘market mechanism’ (in contrast to renewable subsidies or direct regulation of individual sources of carbon emissions) and hence is the way that the ‘United States and other nations can most efficiently implement their climate policies.’

Maar dat is de opvatting van allemaal brave economen, die zich niet in de onderliggende klimatologische onderbouwing hebben verdiept en die niet kunnen geloven hoe verziekt de klimatologie is door groen gepolitiseerde interventie. Dat is voor hen onvoorstelbaar, want in de economische wetenschap komt dat namelijk nauwelijks voor. Zij zijn er daarom niet van op de hoogte hoe de uitkomsten van het IPCC–proces zijn gemanipuleerd en ‘gekaapt’ door groenbevlogen klimaatzeloten. Dat betekent dus dat hun aannamen die ze aan de mainstream van de klimatologie hebben ontleend – de vermeende schadelijke werking van CO2 –, niet deugen en dus ook de rest van het verhaal niet.

Toch geeft de zogenoemde ‘Carbon Pricing Coalition’ hoog op van de voordelen daarvan.

Aan hun website ontleen ik het volgende:

Carbon emissions from the burning of fossil fuels already carry a hefty price, though people are rarely aware of it. The bill comes to all of us masked in public health care costs, harm to the environment, and the effects of climate change.

But what if the cost of carbon emissions was instead paid at the source, where choices about fuel use are made? How would that change the incentive structure underpinning our global reliance on fossil fuels?

That’s the idea behind carbon pricing. It shifts the social costs of climate change to the source of the pollution, encouraging polluters to reduce emissions and invest in clean energy and low-carbon growth.

So how do we put a price on carbon, and why do so many government and business leaders support it?

Wat is er mis met deze verklaring? Er zijn inderdaad nadelen verbonden aan het verstoken van kolen. Maar die hangen niet samen met de uitstoot van CO2, maar met die van schadelijke stoffen, zoals roet. CO2 is niet de zondebok, zoals deze altijd wordt afgeschilderd, maar een onschadelijk, onzichtbaar en reukloos gas, dat wij met smaak plegen te consumeren in bijvoorbeeld champagne, limonades en spuitwater. Schadelijke effecten op de mens en/of het milieu zijn niet aangetoond – positieve effecten wèl, want CO2 is goed voor de plantengroei en draagt bij aan de vergroening van de aarde. En het effect op de wereldtemperatuur is waarschijnlijk onbeduidend. Alles bij elkaar dus geen reden om voor een vermindering van de uitstoot daarvan de maatschappij op de schop te nemen.

Maar ‘Carbon pricing’ is verleidelijk voor regeringen. Immers, de opbrengsten daarvan vloeien in de staatskas. De vermeende schadelijke effecten van CO2 dienen als rechtvaardiging/alibi voor verhoging van de belastingen, wat vooral aantrekkelijk is voor landen met begrotingsproblemen (en dat zijn er vele). Maar bedrijven en burgers verzetten zich daar natuurlijk tegen.

De Australische regering o.l.v. Premier Gillard introduceerde op 1 juli 2012 een CO2–belasting. Na een heftige politieke strijd, waarin deze belasting een belangrijk geschilpunt vormde, werd deze door haar opvolger, Abbott, op 17 juli 2014 weer afgeschaft.

Politiek haalbaarheid
En hoe zit het met de politieke haalbaarheid van de plannen van Sharon Dijksma? Ik vermoed dat zij belangrijke Europese landen, zoals Duitsland en Frankrijk, wel mee zal krijgen. Het VK is echter een andere verhaal. Ik zie daar de weerstand tegen het hernieuwbare energiebeleid dat de elektriciteitsvoorziening in gevaar brengt, toenemen. Het VK zou op enig moment in de nabije toekomst daarom zo maar eens ‘om’ kunnen gaan.

Polen zal zich in ieder geval een geduchte tegenstander tonen. Polen is voor zijn energievoorziening zeer afhankelijk van kolen. Rond de klimaattop in Parijs heeft het zich stil gehouden om het feestje niet te bederven. Maar ik maak mij sterk dat zij in komende discussies zullen hameren op het (weinig bekende) feit dat afspraken over een verscherping van de Europese doelstellingen voor de uitstoot van CO2 voorwaardelijk waren, in die zin dat deze afhankelijk waren van de aanvaarding van bindende verplichtingen door niet–Europese landen. Welnu daar is in Parijs niets van terechtgekomen.

Benny Peiser schreef hier eerder over:

… the EU is now offering a conditional pledge linked to an unconditional demand.

The pledge is a new target for CO2 emissions, cutting them by 40% below the 1990 level by 2030. But critically, this pledge is conditional on the Paris agreement being legally binding for all countries.

The conditional nature of the EU’s CO2 pledge was clearly spelled out by the European Council in its 2030 Climate and Energy Policy Framework agreement adopted last October. It states that with regards to its 2030 pledge ’the European Council will revert to this issue after the Paris Conference [and] will keep all the elements of the framework under review.’

In February, the European Commission followed up with a document that communicated the EU’s red line for the Paris climate summit. In this document called, The Paris Protocol, the Commission demands that all nations represented at the Paris summit should sign what it calls the ‘Paris Protocol’ and adopt legally binding CO2 emissions targets similar to and as a carry-over of the Kyoto Protocol. According to EU’s red line, the Paris Protocol must deliver, ‘legally binding mitigation commitments that put the world on track towards achieving the below 2°C objective…. Mitigation commitments under the Protocol should be equally legally binding on all Parties.’

Maar zoals bekend is dit niet gebeurd. Dat betekent dat de EU niet gebonden is aan de eerder genoemde belofte dat haar CO2–uitstootvermindering in 2030 40% moet bedragen.

Polen zal uit alle macht proberen een aanscherping van de uitstootdoelstellingen te voorkomen. En als Polen gaat dwarsliggen zullen, naar mijn verwachting, de andere Visegrad–landen (naast Polen: Hongarije, Tsjechië en Slowakije) dat eveneens doen. Dat betekent dat verdere besluitvorming terzake in de EU in een impasse raakt.

Buiten Europa zal er ook weinig steun voor de plannen van Dijksma bestaan. Eerder beschreef ik het drijfzand waarin de hoeksteen van het klimaatbeleid van Obama was geraakt. Ook daar zal geen steun zijn te verwachten, hooguit lippendienst.

Australië likt nog steeds zijn wonden van de mislukte carbon pricing.

En Rusland? De export van olie en gas levert minder op dan voorheen en vormt een zware tegenslag voor de Russische economie. Zouden zij zich verder in de voet willen schieten?

In China zijn er 155 kolen–gestookte elektriciteitscentrales in de pijplijn. Ook Japan heeft onlangs toestemming gegeven tot de bouw van nieuwe kolen–gestookte centrales. In dit licht lijkt het mij onwaarschijnlijk dat zij warm zullen lopen voor Dijksma’s plannetjes.

Kortom, de voorstellen van Sharon Dijksma zijn waarschijnlijk uitstekend voor haar eigen politieke profilering tegenover haar achterban en de milieubeweging. Maar daar houdt het dan ook wel zo ongeveer mee op.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.