Een gastbijdrage van Cyril Wentzel.

Open brief aan docenten op middelbare scholen.

Ik heb vorige week donderdag vele scholieren te woord gestaan op het Malieveld en wil nu graag het woord tot u richten. Dit omdat u op enige schaal toestemming hebt verleend aan kinderen om deel te nemen en ook omdat ik zelf in de antwoorden en stellingname van de kinderen een sterke mate van gebrek aan kennis en rationaliteit kon vaststellen. Daarnaast gelukkig ook een gezonde hoeveelheid nieuwsgierigheid naar waar mijn prikkelende tekst vandaan kwam: ‘Meneer, waarom staat dat daar?’ (CO2 is goed voor het leven.)

Cyril Wentzel (rechts).

We praten over jongelingen die nog volop in ontwikkeling zijn en daarbij vooral moeten leren denken. Nu wil ik niet al te veel stilstaan bij wat er in zijn algemeenheid mis lijkt te gaan in het Nederlandse onderwijs, maar enkele hoofdzaken moeten benoemd worden voor zover zij te maken hebben met de demonstraties en het fanatisme waarmee het klimaatgeloof werd beleden.

Veel uitingen hadden betrekking op politiek. ”Rutte’ moet meer doen aan klimaat.’ Maar ook de meer fatalistisch alarmistische boodschappen: ‘Er is geen plan B’.

Het zou goed zijn als leerlingen eerst zouden leren denken voordat zij zich met wereldse en politieke zaken gaan bemoeien. Zodra zij zich uitlaten over complexe zaken waar volwassenen al een puinhoop van maken, weet je zeker dat zij slechts tot een gemanipuleerde colonne van kindsoldaten verworden. Zij hebben namelijk geen enkele manier om zich over datgene wat men ‘de klimaatkwestie’ noemt, een zelfstandig idee te vormen. Daar is een zekere mate van volwassenheid en kennis voor noodzakelijk, geen blinde emotie, die niet door kennis wordt gehinderd.

Dus ofschoon het twijfelachtig om aan abstracte ‘klimaatzaken’ aandacht te besteden, kan ik mij voorstellen dat het gezien de maatschappelijke consternatie wenselijk kan zijn om de leerlingen relevante stukjes kennis en feitenmateriaal voor te schotelen. Laat ik dit in zijn algemeenheid schetsen, waarbij de dosering naar leeftijd moet worden aangepast aan de hiërarchie van de cognitieve kennisboom.

Natuurkunde

Slechts de basale natuurkunde kan aan de orde komen op de middelbare school. Naast feitelijkheden over samenstelling van de atmosfeer, leer ze vooral de methode van denken en ontdekken: bijvoorbeeld door behandeling in de volgorde waarin zaken zijn ontdekt. Stapje voor stapje, in context, steeds begrijpelijk en gekoppeld aan waarnemingen. Cruciaal is om geen geavanceerde concepten te behandelen zonder de vereiste voorkennis. Dit is de manier waarop veel klimaatpropaganda werkt. Voordat je het weet, denkt men dat CO2 het klimaat bepaalt, omdat er zoiets is als een ‘broeikaseffect’ en een ‘broeikasgas’, terwijl zij geen enkele mogelijkheid hebben om de enorme complexiteit van de vele klimaatmechanismen te onderkennen en op waarde te schatten.

Biologie

Mijn boodschap ‘CO2 is goed (voor het leven)’ was een biologische. Biologie gaat niet over klimaatfysica, maar een biologisch–evolutionair perspectief van plantenleven mag niet ontbreken aan het pakket. Mijn voorgestelde leeslijst bevat de publicatie van Patrick Moore. Geef ze het intellectuele instrumentarium om dit te bevatten. En leer ze ook geen te gekke dingen over ‘biodiversiteit’, want die emotionele kaart wordt ook zo vaak gespeeld.

Geschiedenis

De geschiedenis van de aarde en mensheid leert ons de lessen van de realiteit. Hebben de kinderen een benul bij begrippen als Romeinse en Middeleeuwse warmte perioden?

Aardrijkskunde

Veel van wat wij van het klimaat weten, komt voort uit de geologie. Niet voor niets valt van de – wetenschappelijke kennis van Salomon Kroonenberg (zie de lees– en kijk–lijst) veel te leren over ‘klimaat-relativisme’. Niets van deze kennis trof ik aan, met één uitzondering van een jongen die uit zichzelf wees op de ijstijd–angstgolf uit de jaren zeventig.

Autoriteit’ en de wetenschappelijke methode

Het is belangrijk om er op te wijzen dat wetenschap over feiten en bewijs gaat, niet over een opiniepeiling. Iedere vorm van promotie van het veelgehoorde ‘consensus’–idee is uit den boze. Er zijn wetenschappers en er is debat. Klaar.

Ook geen kunstmatig en tendentieus onderscheid van ‘wetenschappers versus skeptici’. Benoeming van mainstream wetenschappers brengt ons alleen maar op het mijnenveld van de belangen, die in onze cultuur liggen bij de wetenschappelijke instituties en de discussie over de mate waarin dat de onafhankelijkheid ondergraaft. Dit soort zaken is veel te moeilijk te bevatten voor de scholier en – het moet gezegd – ook voor vele docenten zelf.

Geavanceerder lesmateriaal kan de wetenschappelijke methode betreffen, het liefst geïllustreerd met behapbare voorbeelden waar hypotheses ontstaan uit waarnemingen, feiten en bewijs voor de hypothese. Postmoderne wetenschappelijke tendensen hoeven niet aan de orde te komen, aangezien veel van de puinhopen daaruit voortvloeien. Maar als het proces begonnen wordt bij een (willekeurige) wetenschappelijke hypothese, dan nog is falsificatie een van de eerste criteria voor afwijzing.

Maar laten we ook stil staan bij de werkwijze van charlatans en kwakzalvers. Hoe dergelijke praktijken werden toegepast en waarop deze berusten. Men neemt snel zaken aan waar men in wil geloven. Illustreer dit. En, in de maatschappijleer: wordt het voorbeeld van baptisten en stokers behandeld? Het bootlegger-baptist model verklaart veel van de manipulatie die wij zien en beantwoordt in beginsel de vraag die velen mij stellen zodra de inhoudelijke zaken zijn besproken: ‘maar waarom zouden zij dan liegen?’

Er is nog genoeg gelegenheid om in het volwassen leven kennis te maken met praktijk waarin mensen je van alles op de mouw willen spelden, en een naïef wereldbeeld af te schudden. Je kunt maar beter goed voorbereid zijn, door helder te kunnen redeneren – in tegenstelling tot het gebruikelijke emotioneren. Leer ze denken door lesmateriaal op de juiste manier en in de juiste volgorde voor te schotelen! Een gunstig neveneffect is dan dat de jongelingen niet bezield zijn met cynisme of pessimisme, maar door een gefundeerd optimisme over de toekomst. Ook voor docenten, een waarlijk eervol streven.

Getekend,

Ir. C.M. Wentzel

Initiatiefnemer Wetenschaphesjes.