Een gastbijdrage van Reynier Pronk.

Nederland heeft zich onverkort achter de conclusies van het recente IPCC-rapport geschaard. Dat deed het zo snel dat het nauwelijks is voor te stellen dat het rapport is gelezen, dat alle consequenties zijn doorgerekend en dat deze beslissing democratisch is gelegitimeerd.

Ap Cloosterman noemt de vier IPCC doelen het nastreven waard. Dat kan op zich juist zijn, ware het niet dat het IPCC op deze manier greep houdt op de ontwikkelingen in de wereld, met een hoog ‘schuld-en-boete’ gehalte, vooral voor het rijke westen.

Het meest verbazingwekkende is echter, dat men klakkeloos accepteert dat er ‘knappe koppen’ zijn die dertig jaar vooruit kunnen kijken.

Even tussendoor een verhelderend grapje:

Meneer van Rossem, u als historicus, kunt u de kijker vertellen wanneer de volgende oorlog uitbreekt?

Geen idee, mevrouw! Ik ben historicus! Ik duid het verleden en dat is al moeilijk genoeg …

Meneer Dibbets, u bent kunsthistoricus. Wanneer mogen wij een volgend meesterwerk verwachten?

Dat moet u mij niet vragen. Een meesterwerk laat zich niet voorspellen, mevrouw.

Meneer Icke, u bent sterrenkundige, vertelt u eens: wanneer zal de volgende oerknal plaatsvinden?

Geen idee; het begrijpen van de vorige is al bijna ondoenlijk …

Mevrouw van Leur, u bent meteoroloog; hoe warm wordt het over 30 jaar?

Als meteoroloog moet u mij dat niet vragen. Wij kunnen niet verder vooruitkijken dan hooguit vijf dagen. En dan zitten we er vaak ook nog naast. Maar ik ben ook klimatoloog.

En als wij het u vragen als klimatoloog?

Dan wordt het ineens een stuk makkelijker: in 2050 wordt het 2,5 graden warmer en de zeespiegel stijgt met 7 meter…

Kennelijk varen onze leiders blind op de IPCC prognoses cq. voorspellingen. Waarschijnlijk is het ze voldoende dat het ‘wetenschappers’ zijn die deze voorspellingen hebben gedaan. Die zullen het wel weten, toch?

Nu heb ook ik grote achting voor wetenschappers, maar ook zij kennen hun begrenzingen want basale vragen als:

  • Wat is leven precies en hoe ontstaat het?

  • Hoe werkt zwaartekracht?

  • Wat is oneindigheid / eeuwigheid?

  • En hoe zit het precies met ‘tijd’? Hoe komt het dus dat nadat ik dit heb geschreven, het direct onderdeel uitmaakt van het verleden?

Waarschijnlijk is er geen wetenschapper te vinden die je even zal uitleggen hoe dat nou precies ging met die oerknal, wat er daarvóór was en wanneer we de volgende tegemoet mogen zien.

In dat zelfde rijtje hoort ook de toekomst thuis. De toekomst, daar is nog nooit iemand geweest of van teruggekeerd. De knapste koppen kunnen daar niets zinnigs over zeggen. Waarom doen ze het dan toch? Hun extrapolaties en modellen, hun assumpties/variabelen leveren ongetwijfeld een bepaald beeld op, maar als die scenario’s lijken op wat er zich daadwerkelijk gaat afspelen is dat louter toeval.

Er hoeft maar iets te gebeuren en er klopt al niets meer van. Hoe briljant de modellen ook zijn, één grote vulkaanuitbarsting, de uitbraak van één snel muterend, dodelijk virus, één wereldoorlog, de inslag van één komeet, nog sterkere toename van de wereldbevolking en er klopt van alle modellen niets meer.

Voorspellen, zeker op langere termijn is dus onmogelijk en getuigt van een grenzeloze zelfoverschatting van degenen die zich er toch aan wagen.

Verplaats u zich even terug naar het jaar 1989. Dat is ongeveer net zover weg als 2050. U weet wel, de magische IPPC datum, waarop alles in duigen valt als we niets doen.

In 1989 viel de Berlijnse muur, overleed de Japanse keizer Hirohito, George Bush volgde Ronald Reagan op, Ayatollah Khomeiny sprak een fatwa uit over Salman Rushdie, Het kabinet Lubbers III trad aan. En de PPR, PSP en CPN besloten op te gaan in Groenlinks. Het IPCC werd 1 jaar daarvoor opgericht; hun eerste rapport kwam pas volgend jaar: in 1990. Al Gore werd het jaar ervoor verslagen door Michael Dukakis en was nog met heel andere dingen bezig dan het klimaat. Internet moest nog beginnen en van mobiele telefoons had nog niemand gehoord. De oprichting van de EU liet nog vier jaar op zich wachten.

Er waren 14,8 miljoen Nederlanders met een prognose van maximaal 16 miljoen; daarna zou het afvlakken en teruglopen.

Stel je voor dat men in dat jaar wetenschappers had gevraagd hoe de wereld er in 2019 uit zou zien, welke problemen er tegen die tijd te verwachten zouden zijn en wat er nu (in 1989) zou moeten gebeuren om die problemen te voorkomen of te beheersen. Dat had dan over de WAO-problematiek kunnen gaan, het integreren van ‘Ossies’ in het herenigd Duitsland of de verdere ontwikkeling van de EEG.

Raar toch? Net zo raar is het om nu iets zinnigs te zeggen over 2050.