Opwarming en afkoeling in verleden, heden en toekomst Climate and the Economy: the human impact serieuze klimaatveranderingenEen gastbijdrage van Prof. dr. em. Emiel Van Broekhoven (Universiteit Antwerpen).

In Gazet van Antwerpen verscheen een artikel: Opmerkelijke simulatie toont hoe Antwerpen onder water kan lopen door opwarming van de aarde.“, met enkele onhoudbare stellingen. Er wordt in het artikel o.m. gezegd: “Klimaatwetenschappers meldden in augustus dat de wereld nu al ongeveer 1,2 graden Celsius warmer is dan het pre-industriële niveau. De stijging moet volgens hen onder de anderhalve graad blijven, een kritieke drempel om de ernstigste gevolgen van de klimaatcrisis te voorkomen.” Hierbij mijn reactie.

Ik bestudeer nu reeds vele jaren klimaat, waterstanden, etc. Ik bereid daarover een publicatie voor in het Engels, “Climate and the Economy: the human impact”, om de betekenis van serieuze klimaatveranderingen in Europa (met tegelijkertijd opwarming in één streek èn afkoeling in andere streken van Europa) voor de economie en de mens duidelijk te maken. In het Nederlands heeft dat geen zin, omdat de media in België en Nederland al jarenlang geen belangstelling hebben voor een andere visie dan die in Parijs bepaald werd in 2015, en geen rekening houdt met wat research ondertussen heeft opgeleverd.

Dat alles leidt tot de diepe huidige energiecrisis en de zware bevoorradingsproblemen. Dat is niet voorbij en zal verergeren als blijkt dat de regeringen de economische crisis die ze hebben gecreëerd met hun klimaatbeleid alleen maar verslechteren. Vergeet ook niet dat de Chinezen blijkbaar nu reeds een zwaardere afkoeling beleven dan ze verwacht hadden.

Misschien kan het uw lezers interesseren kennis te maken met een andere visie. Hieronder een grafiek die het meeste dat ik stel, grafisch toelicht.

Opwarming en afkoeling in verleden, heden en toekomst Climate and the Economy: the human impact serieuze klimaatveranderingen

Ik gebruik enkele internationale gegevens, uit o.m. het handboek ‘Climate Science’ van Prof. Easterbrook, uitgegeven bij Elseviers, daarmee ken ik de extra koude (minima) en extra warme (maxima) periodes uit de voorbije 1000 jaar. De gekleurde streepjes vlak boven de onderste lijn geven de minima of ‘Little Ice Ages, LIA’ in het verleden aan. Het tekstblokje dat ik opgeplakt heb tussen 1000 en 1200 (waarover ik geen andere detail gegevens had) duidt aan waar ze voorkomen.

Die streepjes geven de volgens de klassieke klimaat wetenschappers slechtste klimaatperiodes uit het verleden aan. Voor de rest gebruik ik gegevens van het Nederlandse KNMI, zoals gepubliceerd in hun zeer succesvolle wetenschappelijk onderbouwde reeks “1000 jaar Weer, wind en water in de Lage Landen”, van Jan Buisman, in 7 volumes tot op heden (4500 blz. of meer). Buisman koppelt de weer-informatie aan wat er voor de rest van de tijd op bestuurlijk, militair, cultureel vlak gebeurd is, en dus met de klimaat evolutie moest rekening houden. En dat blijkt niet min te zijn. (Nieuw is elk deel te koop tegen 50€, bij de Slegte tegen 30€. De werken zijn zeer populair en al vaak herdrukt.) Alle respect voor Jan Buisman en het KNMI.

U vindt de resultaten van de gemiddelde jaartemperaturen, van 1200 tot 2000 op de grafiek hierboven, en zoals U ziet gaan die in grote golven op en neer. Na elke stijging volgt een daling. Ongeveer 5 bewegingen op 1000 jaar, dus 5 per millennium. De naam van de Nederlander Jan de Vries, wordt vaak bij de 200-jarige cyclus vermeld. Het hoofdkenmerk van klimaat is dat de temperatuur ex post eerst omhoog en dan omlaag gaat, met een gemiddelde stijging over wat langere periodes van 0°C. Dit vindt men terug bij de KNMI gegevens en ook bij de Chinese reeksen die 2500 jaren teruggaan. Een meer dan 100 jarige stijging zoals het IPCC voorspelt moet dus heel apart worden bekeken.

Sedert Keppler is gesteld dat de grote planeten veel activiteiten op aarde sturen en dus ook het klimaat bepalen. Die eeuwenoude zeer sterke relatie tussen de 4 grote planeten en het klimaat op aarde is meer recent heel nauwkeurig nagerekend door Yndestad en Solheim, die later nog worden genoemd.

Op het eind van het datablok hierboven, heb ik ook de mij bekende klimaatvoorspellingen tussen 2000 en 2100 toegevoegd. Dus enerzijds die van het bekende IPCC, een oranje-achtige lijn, die in de Lage Landen tegen 2100 naar 11°C stijgt, vergeleken met het bekende gemiddelde over het millennium van ongeveer 9°C. Ik heb 4 andere voorspellingen weerhouden (de turkoois-achtige lijnen: met van beneden naar boven de namen van Abdussamatov (Rusland), Yndestad en Solheim (Noorwegen), Yiu en Linderholm (Peking en Göteborg), en Easterbrook (Amerikaan uit Washington, redacteur en editor van het genoemde “Climate Science”). Ze gebruiken alle bekende gegevens op een verschillende manier om tot hun voorspelling te komen.

De ‘wetenschappers’ die een aangroei van 1,2°C reeds nu zouden hebben vastgesteld wonen zeker niet in de Lage Landen. Wat de ‘wereld’ die zij vernoemen betreft, weet ik het niet. Maar uit de KNMI data in “1000 jaar WWW” blijkt duidelijk dat jaartemperatuur in 1800 ongeveer 8,9°C bedroeg, en in het jaar 2000 9,6°C – een stijging van 0,7°C. Begint men in 1850 (zoals het IPCC doet) dan gaat er ongeveer 0,1°C af, dan wordt de toename 0,6°C. Dat komt niet uit een model zoals bij het IPCC, dat komt uit de thermometer van het KNMI.

Dat is dus in 2001 de helft van deze 1,2°C waarover de ‘wetenschappers’ praten. Ik bestudeer niets uit verheven idealen, om de wereld te redden. Ik ben een toegepast econoom die klimaat bestudeer omwille van een aantal menselijke redenen (bv. staan energie aandelen laag, zijn lege schappen in de grootwarenhuizen omwille van slechtere oogsten of gewoon omwille van de lock-outs, kent China weldra hongersnoden), dus bv. niet om windmolens te verkopen, want dat zou met mijn conclusies niet lukken, en met die van het IPCC misschien wel aan dommeriken.

Ik ben omwille van de economisch impact, een student van klimaat. Zeker geen wetenschapper. Economisch denken is een ‘kunde’, die heel wat meer vergt dan louter koude wetenschappelijke bevindingen, maar wel daarvan vertrekt. Maar de gegevens van het KNMI vertellen ons dat deze wetenschappers het wat de Lage Landen, Nederland en België betreft zeker verkeerd voor hebben. Ik moet bescheiden blijven, en durf niet te stellen dat ze geen gelijk hebben wat het Zweden van Greta betreft, maar aan de Belgische Anuna gaan ze toch met andere (minder beangstigende) cijfers moeten voor de dag komen om enige geloofwaardigheid te behouden. Tenminste als Anuna alles zo diep bestudeert als men ons doet geloven.

De berekende resultaten met de KNMI data uit de grafiek hierboven, vindt ik overigens niet alleen voor de Lage Landen. Russische onderzoekers gebruiken eveneens 0,6°C in het jaar 2000. Mijn Amerikaanse en Scandinavische voorbeelden eveneens, en ik begrijp waarom Chinese moeten afwijken. Soms zitten sommige onderzoekers zoals Hoyt en Schatten, of Abdussamatov zelfs wat onder de KNMI data voor het jaar 2000.

Voor mijn onderzoek heb ik ook (reeds lang) de IPCC voorspellingen naast die van anderen gezet.

Het IPCC baseert zijn projecties op de waarnemingen van periode 1850-2000. Het is zo dat de voorspellingen van de Verenigde Naties en van de EU, (oranje opwaartse lijn) sterk afwijken van die van de 4 internationale specialisten genoemd naast de (verschillende turquoise lijnstukken). Maar die toestand verwijst ook naar een schizofrene situatie. Enerzijds zijn de regeringen van de betrokken landen lid van het IPCC, anderzijds hebben ze bronnen en instellingen in hun land die het omgekeerde van het IPCC beweren, en waar ze liefst rekening mee houden.

Zo zetten ze de mensen voor een dilemma: “Wat mij betreft, luister niet naar het IPCC, waarvan ik lid ben, maar kijk naar onze eigen adviseurs!) Van twee grote ervan, Rusland en China is het misschien minder geweten dat ze bij hun toetreding tot het IPCC bedongen hebben dat ze als ontwikkelingslanden de aanbevelingen van het IPCC, niet zelf moesten volgen. Een ander, Trump-land, gebruikte een opt-out gedurende 4 jaar, en volgt de IPCC aanbevelingen dan dus ook niet, maar nu willen ze het IPCC terug slaafs volgen, als ze er het geld voor vinden.

Opwarming en afkoeling in verleden, heden en toekomst Climate and the Economy: the human impact serieuze klimaatveranderingen

Wijlen Nils-Axel Mörner.

Belangrijk is ook dat, naargelang van enkele sleutel-veronderstellingen, men tot heel verschillende voorspellingen komt. Zo maakt het een groot verschil of men in de voorspelling verwerkt dat de Golfstroom sedert 2000 al dan niet in beweging is. De bewegende Golfstroom heeft volgens de studies van Professor Mörner in het verleden tijdens de als Spörer, Maunder en Dalton aangestreepte LIA’s, onbetwistbaar voor een extra neerwaartse input gezorgd. Het voornaamste gevolg van die Mörner-theorie is dat je toestanden kunt verklaren zoals deze zomer. Een veeleer koud gebied (LIA-gebied) in midden-Europa, en hittegolven (met bosbranden) en neven-effecten (heftige, tropische soort buien, noodweer noemt het KNMI dat) rond de mediterrane noordkusten. Warme Sahara winden stromen naar het koude Europa, en beuken op de gebergtes, en worden dan stortregens. Zo wordt het op de Franse TF1 verklaard.

Die buien en dat noodweer zijn niet onbekend in midden-oost Europa, met het Ahrtal en Pépinster-Verviers als getroffen gebieden. Daar hebben hittegolven niets mee te maken. Bij Buisman vind je in het verleden wel meer dergelijke gebeurtenissen, lees maar eens zijn commentaren bij het jaar 1788. Bij het IPCC kent men slechts één onheil-type, extra opwarming. Bij Mörner zijn er tegelijkertijd twee. In de mediterrane gebieden kent men het meest vreselijk noodweer en hittegolven met bosbranden, bv. in Vésubie (waar in oktober van vorige jaar enkele dorpen wegspoelden), de Gard, ten zuiden van Barcelona en nu regens die de havenkom van Marseille eensklaps met een heel forse bui een uitzicht van een laguna in Venetië gaven. En in de lage landen kent men massale regens, koude zomermaanden, met extreme gebeurtenissen zoals in Pépinster, Verviers en het Ahrstal in Duitsland.

Hoe lang nog deze toestand. Opvallend is vooral dat het Scandinavische en een Chinees-Zweeds team een relatief kortstondige daling voorspellen tot rond 2032, met een keerpunt voor een opwaartse herneming. Mörner deelt wel die opvatting denk ik, maar bij hem is de terugkeer van de Golfstroom voor later. Dat gaat mijn pet te boven.

De voorspelling van het IPCC gaat inderdaad naar 11°C hitte tot in 2100, zoals U ziet langs de oranje lijn op mijn tekening. Dat is inderdaad 1,2°C verschillend van de temperatuur in de Lage Landen in 1800. Deze heren nemen de IPCC voorspelling (die er m.i. sowieso nooit kan komen) aan als reeds gerealiseerde waarden vandaag. Dus bij hen had het heel warm moeten blijven over heel Europa.

Het grote verschil tussen de twee groepen voorspellingen is gelegen in het feit dat die van het IPCC gebaseerd is op gegevens uit de uitsluitende periode van 1800 tot 2000, en een ‘Hockeystick’ definieerde voor de periode tussen 1000 en 1850, waar niks relevants zou gebeurd zijn. De andere voorspellingen houden helemaal rekening met die klimaat schommelingen die uit de KNMI gegevens blijken. Belangrijk is ook, dat volgens mijn onderzoek, gestaafd met gegevens afkomstig van Slicher van Bath, oud prof. van Wageningen, en van een Oxford-team Phelps-Brown & Hopkins, lonen noch voedingsprijzen ontsnappen aan forse correcties zeker tijdens de 3 klimaatcrises die Mörner heeft bestudeerd.

Zo een Mörner aanpassing is blijkbaar nu bezig. Vergeet dus het tijdelijk (enkele maanden) karakter van de huidige inflatie, zou ik zo denken. Maar, ik blijf een Chinees gezegde indachtig: ”Voorspellen is zeer moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat.” Je loopt altijd een risico.

Wat de Nederlandse overheid uiteindelijk gaat doen na al die pittige debatten in de Nederlandse tweede kamer, kun je niet voorspellen. Wat de Belgische gaat doen zonder debatten in de kamer, nog minder. Maar voor privé-gebruik in de Lage Landen, houd je je, als werk hypothese bij het beleggen op wat langere termijn, wellicht beter aan de Mörner voorspelling dan aan die van het IPCC. De huidige energiecrisis wordt dan nog erger als men bij een strijd tegen de CO2 blijft. En wordt een heel stuk beter als men het IPCC spoor verlaat. En wellicht valt het bij ons, zoals in elk van de 3 bekende crises bestudeerd door Mörner en die je geschiedkundig beschreven vindt in Buismans boeken, veel beter mee dan in China bijvoorbeeld.

Opwarming en afkoeling in verleden, heden en toekomst Climate and the Economy: the human impact serieuze klimaatveranderingen

Emiel van Broekhoven.

Alles blijft relatief, ik registreer in mijn studiewerk dat broodprijzen in de Lage Landen tijdens zo’n crisis periode meer dan eens zijn verdubbeld, en dat de lonen met -25% tot -55%, dus fors kunnen dalen. Bij China was dat altijd erger. De laatste kleine klimaatinzinking tussen 1945 en 1977 leidde in China tot een hongersnood met miljoenen doden, en bij ons in de Lage Landen had dat veel minder effect, en waren er zelfs regelmatig Elfstedentochten, die ik op TV, als student erg op prijs kon stellen.

In China heeft president Xi al jaren geleden aangekondigd dat er bij hen afkoeling ging komen, en dat ze dus alle energie-zeilen zouden bijzetten. Wat bij het meest bevolkte land onder de IPCC-leden gebeurde, was in het laatste rapport echter, voor zover ik weet, nog altijd geen reden om naar Glasgow met een aangepaste boodschap en beleid te komen.

***