Aanhangers van de menselijke broeikashypothese (AGW = Anthropogenic Global Warming) pochen vaak dat er een consensus daarover zou bestaan onder gekwalificeerde wetenschappers. Als men echter wat dieper graaft, blijkt dat niet juist te zijn.

Dat geldt eveneens voor klimaatsceptische of wel klimaatrealistische wetenschappers. Zij kennen geen consensus’cultuur’, hoewel de verschillen van opvatting tussen hen kleiner zijn. Geen van allen achten zij de invloed van CO2 (van welke oorsprong dan ook: natuurlijke of menselijke) op de temperatuur substantieel, laat staan dominant.

In deze bijdrage van Ap Cloosterman komen onder andere enkele verschillen aan de orde tussen de opvattingen van Steven Koonin en Frans van den Beemt c.s.

Door Ap Cloosterman.

In mijn vorige artikel zijn reeds het hoofdstuk Introductie uit “Onbeslist” (41 pagina) en hoofdstuk 1 ‘Wat we weten over opwarming’ (24 pagina’s) aan de orde geweest.

Steven Koonin.

Belangrijk in dit artikel was deze uitspraak van Koonin:

“De Aarde is in de laatste eeuw opgewarmd, gedeeltelijk door natuurlijke verschijnselen en gedeeltelijk als reactie op de groeiende menselijke invloed. Het onderdeel “oorzaak CO2” heeft een fysiek klein effect op het complexe klimaatsysteem. Maar zelfs nu de menselijke invloeden bijna zijn vervijfvoudigd sinds 1950 en de Aarde in bescheiden mate is opgewarmd blijven de meeste ernstige weersfenomenen binnen de variabiliteit van vroeger. Voorspellingen van het toekomstige klimaat en toekomstige weersomstandigheden zijn gebaseerd op modellen die aantoonbaar ongeschikt zijn voor dit doel.”

Dit in tegenstelling met de uitspraak van het KNMI:

“Het klimaat verandert zelfs in de meest optimistische scenario’s nog een flinke tijd door, met grote gevolgen voor Nederland. Het wordt in alle seizoenen warmer, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan zwaardere buien. De zeespiegel blijft stijgen.”

Even een tussendoortje

Wopke Hoekstra. Foto: Shutterstock.

De nieuwe Eurocommissaris Wopke Hoekstra gooide er op 17 oktober 2023 nog een flink schepje bovenop:

“De planeet bereikt haar kookpunt en nu moet men in actie komen. Een fossiele brandstofreductie is noodzakelijk. We kunnen niet anders. Als we niet genoeg doen kookt de planeet over.”

Mijn reactie:

Dit raakt kant noch wal – Een broodje aap – Als je alleen maar praat om onzin te zeggen, kun je beter zwijgen. Zie ook hier (hilarisch).

Zijn voorganger, Frans Timmermans, is nu naar Nederland gekomen om zijn panische klimaatboodschap hier te verkondigen. Fataal voor onze economie en ons welzijn!

***

De teksten in dit artikel zijn afkomstig van: SK = Steven E. Koonin; FB = Frans van den Beemt; AC = Ap Cloosterman.

Alvorens commentaar te leveren op Hoofdstuk 2 van Koonin eerst wat informatie uit een in augustus 2021 gepubliceerd artikel: Is CO2 to blame for global warming?

Frans van den Beemt.

Kernfysicus Dr.ir. Frans van den Beemt stuurde mij toen waardevolle informatie, die ik u niet zal onthouden.Hij heeft een artikel gepubliceerd over zijn studie betreffende de rol van CO2 in onze atmosfeer.

FB: Het doel van deze studie was om de invloed van verdubbeling van de CO2 concentratie van 300 ppm naar 600 ppm (parts per million) in de aardse atmosfeer op de temperatuur van het aardoppervlak te bepalen. Het effect van hogere concentraties CO2 blijkt exponentieel af te nemen en heeft zijn werking boven 100 ppm al grotendeels verloren, zodat het niet verwonderlijk is dat de atmosfeer bij een CO2 verdubbeling van 300 ppm naar 600 ppm slechts 1 Wm-2 energie minder uitstraalt naar de ruimte en de temperatuur aan het aardoppervlak maximaal 0,2 Celsius kan stijgen (1 Wm-2 staat voor Watt per m² per graad Kelvin en wordt de U-waarde genoemd = warmtedoorgang coëfficiënt).

Zijn eindconclusie luidt:

Zelfs een verdubbeling van het CO2 gehalte in onze atmosfeer heeft geen effect op de opwarming of afkoeling van de Aarde.

= Argument 1

Van den Beemt verwijst ook naar het artikel: The Influence of IR Absorption and Backscatter Radiation
van Thorstein O. Seim, Borgar T. Olsen. Zie
literatuurbron 1.

Onderstaande verklaring wordt gebruikt door het IPCC en ook door Koonin.

1) De atmosfeer is transparant voor korte golf zonnestraling die het aardoppervlak verwarmt.
2) De verwarmde bodem en het water zenden lange golf straling uit (IR-straling).
3) De IR-straling wordt opgevangen door broeikasgassen en vervolgens in alle richtingen uitgezonden.
4) Een deel van de uitgezonden straling uit broeikasgassen keert terug naar het aardoppervlak en draagt ​​bij aan de stijging van de oppervlaktetemperatuur; de rest verlaat de atmosfeer. De verhoogde uitstoot van broeikasgassen door de mens leidt tot een versterkt broeikaseffect.

Voor zover wij weten is er in de literatuur geen zorgvuldig uitgevoerde experimentele meting van het temperatuureffect van C02- absorptie van IR en de resulterende terug straling gepresenteerd.

In de gesimuleerde atmosfeer/grondsituatie, zie figuur A, wordt de door de Zon verwarmde grond vervangen door een warm zwart gelakte metalen plaat. De atmosfeer boven de “grond” is verdeeld in twee kamers, één boven de “grond”, gevuld met lucht, en één bovenaan die lucht of CO2 kan bevatten . De verwarmde metalen plaat zendt IR-straling uit die de container verlaat via het raam aan de bovenkant, of gedeeltelijk wordt geabsorbeerd wanneer CO2 in het bovenste compartiment wordt gevuld.

Figuur A.

Figuur A

De geabsorbeerde IR-straling wordt vervolgens in alle richtingen uitgezonden, inclusief terug verstrooiing die wordt teruggestuurd naar de met lucht gevulde onderste kamer. Tussen de twee kamers en bovenop de container moet een dun venster worden geplaatst dat de IR-straling niet of zeer weinig absorbeert, aangegeven met onderbroken lijnen in de figuur. In het experiment meten we de IR-straling en de temperaturen in de twee kamers. Daarnaast berekenen we de verwachte temperatuurveranderingen in de met lucht gevulde onderste kamer, veroorzaakt door veranderingen in IR-absorptie en terug verstrooiing.

Om praktische redenen werd de opstelling, weergegeven in figuur A horizontaal geplaatst en niet verticaal. Figuur B toont de experimentele opstelling.

Figuur B.

 

Er werd verminderde IR-straling door het voorste raam waargenomen toen de lucht in de voorste kamer werd uitgewisseld met CO2 . In de achterste kamer zagen we verhoogde IR-straling als gevolg van het terug verstrooien vanuit de voorste kamer. Op basis van de wet van Stefan Boltzmann zou dit de temperatuur van de lucht in de achterkamer met 2,4 tot 4 graden moeten verhogen, maar een dergelijke stijging werd niet gevonden. Een thermozuil (Een thermozuil is een thermische ontvanger bestaande uit een reeks thermo-elementen), gemaakt om de gevoeligheid en nauwkeurigheid van de temperatuurmetingen te vergroten, liet zien dat de temperatuur met CO2 licht steeg, ongeveer 0,5%.

Resultaten en conclusie:

De formules die worden gebruikt door het IPCC zouden zeer grote temperatuurveranderingen moeten opleveren. De verwachte waarden van de wet van Stefan-Boltzmann zijn veel lager, maar zelfs deze waarden werden niet gedetecteerd in onze opwarmingscurves.

Het idee dat het terug verstrooien van CO2 de belangrijkste oorzaak is van de mondiale temperatuurstijging zou dus verkeerd kunnen zijn. Deze bevindingen zouden het fundament van de dwangwetten van het IPCC in twijfel kunnen trekken.

= Argument 2

AC: Gezien? Dan nu ook geloven!

Zo niet, dan dit voorbeeld uit de dagelijkse realiteit:

= Argument 3

Hoofdstuk: 2 Geringe menselijke invloed (17 pagina’s)

SK:

De temperatuur van de Aarde wordt bepaald door het verschil in opwarming door de Zon en de afkoeling door afstaan van warmte (infrarode straling) naar de ruimte. De natuurkundige wet van Stefan-Boltzmann zegt ons:

“De hoeveelheid infrarode straling die een object uitzendt, neemt toe met zijn temperatuur”.

Dus: als de temperatuur van de Aarde stijgt door de Zon, neemt de afkoeling door afgifte van infrarode straling in de ruimte ook toe, totdat de temperatuur van die afkoeling gelijk is aan de temperatuur door de opwarming door de Zon.

De technische term voor deze bijzondere toestand, waarbij de planeet dus geen energie wint of verliest en de temperatuur stabiel is wordt het stralingsevenwicht genoemd. De temperatuur waarbij dit evenwicht wordt bereikt, de evenwichtstemperatuur, is afhankelijk van verschillende zaken, vooral van de afstand Aarde tot de Zon.

AC:
De realiteit is echter totaal anders  Zie: literatuurbron 2

De kortste afstand tot de Zon wordt bereikt begin januari. In 2023 was dit op 4 januari 2023. De Aarde staat dan in het zgn. “perihelium” op een afstand van ongeveer 147.100.000 km van de Zon. Het “aphelium” is de verste afstand tot de Zon: die werd bereikt op 6 juli 2023 en bedraagt ongeveer 152.100.000 km.

Dat lijkt vreemd: in hartje winter (voor het noordelijk halfrond) staat de Aarde zo’n 5 miljoen km dichter bij de Zon dan begin juli.En toch is het dan winter bij ons! De verklaring is simpel. De seizoenen zijn immers niet afhankelijk van de afstand van de Aarde tot de Zon. Het is de hoogte van de Zon boven de horizon dat de seizoenen veroorzaakt.

De wisselende maximale zonnehoogte door het jaar heen is een rechtstreeks gevolg van de schuine stand van de aardas ten opzichte van het vlak waarin we rond de Zon draaien.

De Aarde aan het begin van de 4 (astronomische) seizoenen gezien vanuit het noorden en de atmosfeer negerend (geen wolken, geen schemering). Zie: literatuurbron 3.

Op basis van de afstand tot de Zon zou je verwachten dat de zomers in het zuidelijk halfrond (december, januari en maart) gemiddeld gesproken warmer zijn dan de zomers van het noordelijk halfrond (juni, juli en augustus). Ook dat blijkt niet zo te zijn.

Het noordelijk halfrond bestaat namelijk voor een groot deel uit land. In het zuidelijk halfrond overheersen de oceanen. Nu warmt water veel langzamer op en koelt het veel langzamer af dan land. Landelijke gebieden reageren sneller en feller op wisselende zonshoogte en daglengte dan oceanen. De gemiddelde zomertemperatuur op het noordelijk halfrond is dus hoger dan de gemiddelde zomertemperatuur op het zuidelijk halfrond.

Een natuurlijke klimaatverandering over een zeer lange termijn

Milutin Milankoviҁ (1879-1958) beschrijft in een publicatie van 1941 dat de variaties in de baan van de Aarde om de Zon (excentriciteit), de variaties in de aardashoek en de tolbeweging van de aardas (precessie) van invloed zijn op de temperatuur van de Aarde. Als gevolg van deze variaties varieert de temperatuur van de Aarde.

SK zegt hierover:

Ongeveer 127.000 jaar geleden was het de start van een warme periode, welke te maken had met de theorie van Milankoviҁ. Mondiaal werd het aardoppervlak toen 2⁰C warmer en was de bovenlaag van de oceanen 2⁰ tot 3⁰C warmer.

De werking van het broeikasgas CO2

Dit is wat Steven Koonin (SK) en het IPCC ervan zeggen:

Broeikasgassen, zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan, lachgas en ozon onderscheppen ongeveer 83% van de warmte die wordt uitgestraald door het aardoppervlak. De isolerende werking van deze broeikasgassen zorgt ervoor dat de aardse temperatuur veel hoger (33⁰C!) ligt dan de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van -18⁰C zonder broeikasgas.

Broeikasgas “vangt warmte”. De stroom van infrarode warmte die van het aardoppervlak naar de ruimte gaat wordt onderschept door de atmosfeer, die als een soort deken werkt. Een deel van de warmte keert terug naar het aardoppervlak, waar het extra opwarming veroorzaakt. CO2 heeft voor ongeveer 7% het vermogen om warmte vanuit het aardoppervlak te onderscheppen. Als de hoeveelheid blijft stijgen zal het vermogen van de atmosfeer om warmte te onderscheppen ook stijgen.

SK eindigt dit hoofdstuk met de opmerking:

Het verband tussen onze uitstoot van broeikasgassen en hun invloed is gecompliceerder dan je denkt.

AC:

De theorie, die SK hier vertolkt wijkt af van de opvattingen van andere prominente klimaatrealisten en lijkt niet geheel in lijn met de hedendaagse wetenschappelijke kennis over de werking van het broeikasgas CO2. Veel wetenschappers hebben hier een andere en duidelijker mening over. Zie hier.

Ap Cloosterman.

Hoe kan het IPCC, EU, overheden, milieuorganisaties, etc. gezien de bovengenoemde argumenten (1 t/m 3) er van uitgaan, dat met het terugdringen van de CO2-emissie (zonder voldoende kennis te hebben over de juiste werking) het probleem van de opwarming opgelost kan worden. Het kost alleen maar heel veel geld!

In het verleden zijn er meer wetenschappelijke missers gemaakt. Denk alleen maar eens aan de veroordeling van Galileo Galilei (1564-1642) die het niet eens was met het kerkelijk dogma dat het middelpunt van het Heelal werd gevormd door de Aarde, waar de Zon en de planeten omheen draaiden.

Ik hoop, dat een klimaat Galileo Galilei er snel zal komen!

***

Literatuurbronnen

  1. https://www.scirp.org/journal/paperinformation.aspx?paperid=99608
  1. https://www.frankdeboosere.be/vragen/vraag220.php
  1. https://commons.wikimedia.org/wiki/File:North_Seasons_pt.jpg

Wordt vervolgd.

***