Foto: NPO 3.

Van een onzer correspondenten.

Nieuws om helemaal vrolijk van te worden: Nederlander lijdt niet aan vlees- en vliegschaamte!

Een duurder vliegticket: prima. Maar de gemiddelde Nederlander voelt zich niet schuldig om een reisje of een lapje vlees. Zorgen over klimaat zijn er, het zijn de overheid en bedrijven die de kar moeten trekken.

Terwijl het ene na het andere alarmerende klimaatrapport verschijnt, lijken Nederlanders zich niet drukker te maken om klimaatverandering. Het gevoel van urgentie neemt eerder af dan toe, blijkt uit een enquête van onderzoeksbureau I&O Research. ‘Vliegschaamte’ en schuldgevoel over het eten van vlees stijgen niet of nauwelijks.

Een aanzienlijk deel van de Nederlanders maakt zich wel zorgen om klimaatverandering: 29 procent ‘veel’ en 43 procent maakt zich ‘enige zorgen’, in totaal 72 procent. Ietsje minder dan in november vorig jaar, toen 74 procent aangaf zich er druk over te maken. Sinds november zagen twee zeer stevige rapporten van het klimaatpanel IPCC het licht met de boodschap dat de maximaal anderhalve graad opwarming bijna uit zicht is. Het is nodig onmiddellijk veel minder broeikasgassen uit te stoten om dat doel nog te halen, lieten de wetenschappers de wereld weten.

Gevaarlijke verhitting
Die steeds urgentere boodschap vertaalt zich niet in hoe Nederlanders ermee bezig zijn, lijkt het. Vijf jaar geleden maakte nog 80 procent van de Nederlanders zich zorgen om klimaatverandering, meer dan nu dus. “Wel vinden Nederlanders het een van de belangrijkste opgaven van deze tijd”, licht onderzoeker Asher van der Schelde toe. “Het wordt vaak als eerste genoemd, of vlak na andere grote problemen zoals de woningmarkt.”

Volgens het IPCC is een andere leefstijl – minder vliegen, minder dierlijke producten eten, schoon vervoer – noodzakelijk om gevaarlijke verhitting te beperken. Maar ook in het dagelijks leven lijken mensen nog niet erg gebukt te gaan onder de klimaatcrisis. Op de vraag ‘als ik met het vliegtuig reis, voel ik me daar vaak schuldig over’, antwoordt 15 procent ‘ja’. Eind 2019 was dat nog 18 procent.

Ook vlees eten levert weinig twijfel op. Een op de tien zegt zich schuldig te voelen bij het verorberen van een lapje, ietsje meer dan de 7 à 8 procent drie jaar geleden. Echter, de aanhang voor de stelling ‘vlees eten is iets dat ik mezelf gun en niet wil opgeven’ is nauwelijks veranderd van 61 procent drie jaar geleden naar 58 procent nu.

Opvallend is wel dat bijna de helft van de ondervraagden het goed zou vinden als de prijs van een vliegticket binnen Europa dubbel zo hoog zou zijn. Die steun is toegenomen en onder alle inkomensgroepen ongeveer hetzelfde.

Dat geldt niet voor een voorstel om vlees duurder te maken. Dat keurt een derde goed, maar de lagere inkomens zijn hier minder voor te porren. “Het zou kunnen dat dit komt doordat lagere inkomens relatief meer geld uitgeven aan vlees terwijl ze minder vaak vliegen”, verklaart Van der Schelde. “Wat in ieder geval duidelijk wordt uit het onderzoek is dat mensen gedragsverandering niet zozeer bij zichzelf zoeken, maar bij de overheid, in de vorm van hogere prijzen, of bij bedrijven.”

Meer maatregelen tegen opwarming
Die houding – eerst de anderen in actie komen, dan ikzelf – is ook terug te zien bij een vraag over de inspanningen van bedrijven. De steun groeit voor de stelling ‘zolang grote bedrijven hun CO2-uitstoot niet terugdringen, maken mijn acties niet uit’. Ruim zes op de tien Nederlanders zijn het hier mee eens, drie jaar geleden lag dat lager, op ruim de helft.

In de klimaatactie van het kabinet heeft de gemiddelde Nederlander een redelijk vertrouwen. Een half jaar geleden, voor het aantreden van Rutte IV, vond twee derde meer klimaatbeleid nodig. Nu denkt de helft dat er nog wel een tandje bij mag, met name stemmers op oppositiepartijen. Daar is één uitzondering op: kiezers van coalitiepartner D66 dringen meer dan gemiddeld aan op meer maatregelen tegen opwarming, 77 procent wil dat.

***