Een gastbijdrage van Charlev Brantz.

“Het kabinet verstrekt per direct geen nieuwe subsidies meer aan biomassacentrales. Minister Rob Jetten (Klimaat) komt daarmee tegemoet aan de bezorgdheid dat de Nederlandse miljoenensubsidies bijdragen aan ontbossing in het buitenland”.

Dat stond te lezen in verschillende media bronnen. In het verlengde van die tekst zou een bosminnende Nederlander zich onmiddellijk de volgende vraag moeten stellen: “hoe staat het met de ontbossing binnen Nederlandse grenzen?” Hoe staat het daar eigenlijk mee?

Om ons heen zien we alleen maar bomen verdwijnen en de reden daarvoor is meestal omdat “iemand het vervelend vindt” m.a.w. het is ongemakkelijk, die bomen of het moet vooral een grotere veiligheid dienen en dus worden bomen ingewisseld voor vangrails of de boom wordt geslachtofferd voor andere maakbare idealen waarbij vooral het klimaat op nummer een staat. Bomenclub Nederland noemen die argumenten terecht “kapsmoezen” om “kulkap” te realiseren.

Het is ongemakkelijk? Mensen hebben last van pluisjes, vallende eikels, kleverige sappen of schade veroorzakende insecten en rupsen of gewoon omdat die bomen de zon uit een tuin wegnemen. Vervolgens komt een drogreden op tafel en een soepele gemeentelijke kapregeling maakt het mogelijk om de bijl te zetten in een eeuwenoude boom. Veiligheid is ook zo’n kulsmoes die ervoor zorgt dat meer bomen verdwijnen dan er geplant worden. Noord-Holland verzaagt 500 populieren langs het Noord-Hollands kanaal in de komende 10 jaar, omdat ze te dicht bij de weg staan; 200 populieren die in het Rotterdams Europoort gebied moeten verdwijnen, omdat? Om maar te zwijgen van de bomen die ziek, te oud of te gevaarlijk door ouderdom verklaard worden en ten gronde vallen aan de moordende zaag.

En dan nog het misleidende argument dat boskap noodzakelijk zou zijn om een bijdrage te leveren aan de niet-democratische vastgestelde klimaatdoelen. Het blijkt dat zo’n 77% van de biomassa voor opwekking van ‘groene’ stroom uit eigen land komt: van bomen of door de reststromen van bos-, natuur- en infrastructurele projecten of stedelijk groen. De rest is afkomstig uit buurlanden, Baltische staten en het Amazone gebied. Dient het stopzetten van die biomassa subsidie ook om de boomkap in Nederland aan banden te leggen?

Meer bos

Er schijnt hulp te komen voor de Nederlandse boom en het Nederlandse bos. Volgens de nota ‘Bos van de toekomst’ moet in 2030 10% meer bos komen in Nederland. Naast meer bos, moet het bos beter worden, om ‘uitdagingen als klimaatverandering en verlies van biodiversiteit het hoofd te bieden.’ Geweldige teksten die een papierstrateeg achteloos en snel op papier kan zetten, omdat hij/zij kan putten uit meters documenten met soortgelijke beloftes. Welke uitdagingen moet het hoofd geboden worden? Biodiversiteit compenseren? Dus het huidige beleid heeft inderdaad geleid tot schade aan de biodiversiteit in Nederland, terwijl dat decennialang is ontkend? Hoe, waar en wanneer gaan we dat onbekende verlies compenseren. Waar staat dat extra bos met een omvang van twee keer Apeldoorn (bijna 700 km2) en hoelang duurt het voordat enige effect op milieu en klimaat kan worden vastgesteld? Allemaal vragen die nog steeds onbeantwoord blijven en dus wordt de doorsnee Nederlander opnieuw een rad voor ogen gedraaid.

Volgens critici, onder wie bosecoloog Eef Arnolds, brengen de van bovenaf opgelegde bureaucratische plannen eerder schade toe aan de natuur. De bosteeltkundige bosfilosofie achter de strategie waarin menselijk ingrijpen centraal staat, leidt volgens de critici tot een kunstmatig bos wat de mens alleen nog dient voor commerciële doelen zoals houtoogst. In een alternatieve bossenstrategie ‘Een toekomst voor bomen en bos’ stelt Arnolds met andere deskundigen dat het bos weerbaar maken of revitaliseren uitsluitend een theoretische bezigheid is. Bosecologen stellen dat bomen en bos vooral gebaat zijn bij minder menselijk ingrijpen en zij pleiten voor natuurvolgend bosbeheer. Denken dat mensen het bos beter kunnen redden dan de natuur zelf, getuigt vooral van arrogantie.i

Bekrompen

Hoewel de nota nog niet door het Parlement is geraakt, is een aantal gemeentes al bezig met ‘klimaatslim bosbeheer’ a.k.a. boskap voor eigen voordeel. In Son en Breugel bijvoorbeeld, waar  zonder inspraak van de bewoners, in de Sonse bossen onder het mom de natuur toekomstbestendig te maken 15.000 kuub hout gekapt moet worden om gezonde of nieuwe vitale bomen de ruimte te geven. De eerste fase van die gemeentelijke kapdrift leidde tot grote commotie onder inwoners en lokale politici, maar was volgens de verantwoordelijk ondeskundige wethouder echt beter voor het bos. Een onderbouwing van die kretologie bleef nadrukkelijk achterwege. Uit een alternatief plan dat op initiatief van kritische bewoners werd opgesteld door Jaap Kuper, voormalig houtvester van Kroondomein Het Loo, blijkt dat de kostbare kaalkap meer kwaad dan goed doet. Ook elders wordt volop geëxperimenteerd met het klimaatslim maken van de Nederlandse bossen. Daarbij gaat net even te vaak iets mis. Tegenover Nu.nl uitten eerder diverse ecologen hun zorgen over het massaal aanplanten van verkeerde boomsoorten. Het planten van bijvoorbeeld Zuid-Europese bomen om alvast klaar te zijn voor de hetere en drogere zomers zou rampzalig zijn voor de inheemse ecologie die geen relaties heeft met die soorten. Het bevestigt de bekrompen klimaatinzichten op lokaal niveau.

De juiste omvang van die boomverduistering wordt voor de doorsnee Nederlander angstvallig onder de pet gehouden, maar volgens kenners hebben 140 gemeenten rond de 150.000 gekapte bomen vervangen door 140.000 miezerige – en de inheemse ecologie schade toebrengende – boompjes. Ook is onbekend gebleven dat ruim 120 km2 bos is verdwenen om “open landschappen” te realiseren voor het Natura 2000 plan. Onbekend is ook hoeveel bomen gaan verdwijnen voor de huizenbouw en bijbehorende infrastructuur om n.b. ‘zielige’ migranten en vluchtelingen te huisvesten. Bovendien blijft het stil als de vraag beantwoord moet worden welk effect die boomkap heeft op de CO2 emissie.

Charlev Brantz.

De Bossenstrategie spreekt van bomen als levende verbindingen tussen verleden en toekomst. Bomen staan voor tijd. De natuur zijn gang laten gaan staat op gespannen voet met de moderne maatregelenmanie van opportunistische en ondeskundige politici, plus overheden op de diverse niveaus waarin modellen het winnen van de werkelijkheid. Natuur in Nederland wordt meestal geassocieerd met maakbaarheid. Zolang bureaucratie het wint van bomen en bos, verandert dat ook niet.

Over een aantal jaren kan het Nederlandse gezegde : “door de bomen het bos niet meer zien” uit het gezegden- en spreuken boek geschrapt worden.

***

i Tekst uit het artikel “De ontbossing van Nederland gaat sneller dan die van het Amazonegebied” van Bina Ayar op de website www.wyniasweek.nl.

***