EU-vice president Frans Timmermans.

Economische zotheid met uiterst explosieve gevolgen.

Een gastbijdrage van  Ferdinand Meeus (Belgiē).

De Europese Commissie publiceerde in de zomer van 2020 een “groene waterstofstrategie”. Daarin werd waterstof aangeprezen als structurele basis om de EU-economie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Sindsdien is er een hype rondom waterstof ontstaan als dé groene oplossing voor de energievoorziening. Dr. Ferdinand Meeus prikt door de mooie verhalen heen.

In de plannen van de Europese Commissie wordt “groene” waterstof voorgesteld als de prioritaire grondstof voor de opslag van energie, transport van energie en ook via verbranding als uiteindelijke energiebron. Bij al deze processen wordt geen CO2 uitgestoten. Daarom is groene waterstof in één klap de natte droom van groene activisten en politici geworden.

Normale productie van waterstof geschiedt op basis van de fossiele brandstof methaan, hoofdbestanddeel van aardgas. Wereldwijd wordt per jaar ongeveer 70 miljoen ton waterstof op deze manier geproduceerd, met als belangrijkste toepassingen de ammoniakproductie voor meststoffen en het verharden van vloeibare plantaardige oliën tot margarines.

Groene waterstof

Dit noemt de EU-commissie “grijze” waterstof, omdat het gas wordt geproduceerd op basis van een fossiele brandstof waarbij CO2 wordt uitgestoten. Het wondermiddel voor een klimaatneutraal Europa heet – uiteraard – “groene” waterstof, waarbij de productie van waterstof geschiedt met behulp van “groene” elektriciteit (verkregen uit zon en wind).  Dat vindt plaats via elektrolyse van water, waarbij geen CO2 wordt uitgestoten. En dat klopt op het eerste gezicht.

Maar bij enige reflectie wordt al snel duidelijk dat het hier gaat om een economische zotheid. Waarbij men een zelf gecreëerd probleem vanwege de Groene Transitie (de wiebelstroom met zon en wind) wil oplossen door de creatie van een nog veel groter probleem met groene waterstof.

Enorme kosten en laag rendement

De EU-strategie komt erop neer dat men waterstof gaat produceren met (groene) elektriciteit om dan later weer elektriciteit te produceren vanuit die waterstof, of om de groene waterstof te gebruiken als brandstof ter vervanging van fossiele brandstoffen. Meer specifiek, de EU-strategen gaan het ‘overschot’ aan groene elektriciteit op zonnige en winderige dagen gebruiken om waterstof te produceren door elektrolyse van water. Op papier en op kleine schaal is dit heel eenvoudig. Menige leerkracht scheikunde kan dit demonstreren in de klas met een eenvoudige batterij, twee koperdraden en water. Het resultaat: knal-boem met vuurwerk.

Dat je bij dit proces 70% van de energiebron verliest wordt wijselijk verzwegen. De groene waterstofstrategie van de EU heeft, volgens energie-expert prof. Samuele Furfari van de Vrije Universiteit Brussel, een totaal economisch rendement van amper 28%. Groene waterstof is daarmee drie tot zeven keer duurder dan de bestaande grijze waterstof. Het plan van de Europese Commissie heeft dus alleen kans van slagen als er miljardensubsidies worden toegekend.

Miljardensteun

Dat beseft de Europese Commissie heel goed, vandaar haar voorstel om in die miljardensteun te voorzien en het bedrag te verdelen via allerlei fondsen als onderdeel van de European Clean Hydrogen Alliance. Dat is een EU-platform met vertegenwoordigers vanuit de industrie, nationale en lokale regeringen, wetenschappelijke instituten en ngo’s. Iedereen die een belang heeft zit daar aan tafel op zoek naar maximale subsidies. Men spreekt over maar liefst 430 miljard euro tegen 2030. Dat maakt Furfari duidelijk in zijn boek The Hydrogen Illusion.

Knalgas

Waterstof is knalgas, dat weet elke scheikundedocent. Over de spectaculaire knal-boem eigenschappen van waterstof hoort men bij de voorstanders geen woord. Ook wordt wijselijk gezwegen over het kostenplaatje voor de speciale containers om waterstofgas te vervoeren onder een hoge druk van 500 bar, laat staan dat ze iets zeggen over de noodzaak om vloeibare waterstof te koelen tot -254°C. In de groene waterstofstrategie staat niks over de kosten en de mogelijke gevaren.

Ongeluk Challenger

De Europese Commissie heeft dan ook een slecht of zeer selectief geheugen. Waterstof was het draaggas van de legendarische Duitse Zeppelin de Hindenburg, het grootste passagiersluchtschip (245 meter lang) dat ooit is gebouwd. Helaas ontplofte de waterstof bij de landing nabij New York op 6 Mei 1937 en veranderde de Zeppelin in een grote knallende vuurbal. Daarna werd wijselijk besloten om waterstofgas niet meer te gebruiken in de burgerluchtvaart.

De enige toepassing van waterstof als brandstof die er sindsdien is geweest, is dat het onderdeel uitmaakt van de raketbrandstof bij NASA. En zelfs daar, terwijl er maximale veiligheidsregels golden, is een catastrofe gebeurd. Dat was de ramp met de Space Shuttle Challenger in 1987. Door een lek bij de dichtingsringen van de raket kwam er waterstof vrij dat explodeerde en de raket met bemanning vernietigde.

Waarom groene waterstof?

Europa wil tegen 2050 “klimaat-neutraal” worden, oftewel de menselijke CO2-uitstoot netto naar nul brengen, om de planeet te redden van een niet bestaand probleem. Het niet bestaande probleem is de veronderstelde alarmerende opwarming van de aarde door de uitstoot van CO2 door de mens. Dat het probleem uitsluitend bestaat in theoretische computermodellen en daarop gebaseerde berekeningen, maar niet in de praktijk, is nog steeds niet doorgedrongen in de wereld van de Europese Commissie en de duizenden Europese Parlementsleden en hun dik bevolkte kantoren met ‘experts’.

Eerder heb ik in dat verband op OpinieZ gewezen op een artikel in het wetenschappelijk toptijdschrift Nature van 4 Mei 2022, dat is geschreven door vier IPCC-klimaatwetenschappers en de directeur van de NASA. Conclusie van dat artikel is dat de huidige klimaatmodellen leiden tot volstrekt onrealistische scenario’s.

Wat al wel duidelijk is geworden in de hoofden van Frans Timmermans en Ursula von der Leyen is, dat het met alleen zonne- en windenergie onmogelijk is om fossiele brandstoffen te vervangen. Je kan immers de economie niet laten draaien op onbetrouwbare ‘wiebelstroom’ en ‘wiebelenergie’ die er 50% van de tijd niet zijn. Medische operaties in een ziekenhuis kunnen niet wachten tot de zon schijnt of de wind waait. Burgers willen ook licht en warmte in de winter als de zon niet schijnt. Er is dus een groot technisch probleem met die groene hernieuwbare zonne-en windenergie: ze is er niet als je ze echt nodig hebt.

Wiebelprobleem

In eerste instantie werd gedacht het ‘wiebelprobleem’ op te lossen met batterijen voor energieopslag. Helaas is er geen wonderbatterij beschikbaar die dat aankan op grote industriële schaal. Niemand weet of dat ooit zal lukken. Vandaar de hocus pocus-truc van de Europese Commissie met “groene waterstof” als ultiem reddingsmiddel voor de Groene Energie Transitie.

Waterstof wordt opgehemeld als wonderbaarlijk gas, dat zowel energie kan opslaan, energie kan transporteren en kan dienen als energiebron om de economie te laten draaien. De natte droom van vele groene activisten en politici is gebaseerd op het feit dat waterstof dit allemaal ’theoretisch’ kan zonder enige uitstoot van CO2. Vandaar het idee om alles te laten draaien op waterstof: treinen, auto’s, vliegtuigen, schepen, huisverwarming en ook industriële productie die niet kan overschakelen op elektriciteit. Met elektrische bakfietsen op waterstof als ultieme groene toepassing.

Dure illusie

Energie-experts zoals de eerder vermelde Samuele Furfari zijn ervan overtuigd dat de groene droom in de praktijk niet zal werken. Er bestaat een running joke onder chemische ingenieurs: “waterstof zal altijd een veelbelovende energiebron blijven, ook in de toekomst…”.

Waterstof als mogelijke energiebron is al honderd jaar lang het onderwerp van vele ‘veelbelovende’ onderzoeksprojecten met de nodige subsidies. Telkens werd besloten dat het weliswaar technisch mogelijk is, maar volledig faalt bij opschaling naar industrieel niveau, vanwege veel te hoge kosten en economische onrendabelheid. De eerste auto op basis van een waterstof-brandstofcel werd door General Motors met veel toeters en bellen in 1966 gepresenteerd als “Electrovan”. Het bleef alleen bij een prototype vanwege de enorme kosten en ongemakkelijke veiligheidsaspecten.

Geen succes

Daimler-Benz en BMW hebben, na GM, ook lang gesleuteld aan nieuwe verbeterde brandstofcellen met waterstof. Dat waren allemaal veelbelovende onderzoeksprojecten met kleinschalige prototypes, die na dertig jaar experimenteren geen succes opleverden. Niet alleen vanwege de kosten, maar ook vanwege het feit dat waterstof moet worden gekoeld tot -254 °C. En dan hebben we het nog niet eens over de enorme explosiviteit van waterstof.

Ongemakkelijke feiten Groene Energie Transitie

Ferdinand Meeus.

Volgens energie-expert Furfari is het huidige aandeel van groene energie op basis van zon-wind in de totale primaire energiemix in Europa minder dan 3%. Desalniettemin is er in de EU ongeveer 1 biljoen ( 1.000.000.000.000) euro aan promotiesubsidies uitgegeven in de periode 2000-2018 om zonne- en windenergie te stimuleren. Furfari heeft 36 jaar als energie-expert voor de Europese Commissie gewerkt (1982-2018). Hij is dan ook bij uitstek in staat om de nieuw aangekondigde waterstofstrategie van de EU te beoordelen.

Waterstof als multifunctionele energiebron is niet nieuw en is de afgelopen vijftig jaar al uitvoerig bestudeerd en experimenteel onderzocht. Telkens was hetzelfde patroon zichtbaar: euforie in het begin en uiteindelijk de conclusie “veel te duur, niet veilig en economisch niet haalbaar”.

Het is pijnlijk duidelijk dat de voorstanders van groene waterstof, waaronder de EU Commissie, geen last hebben van enige technische kennis. Ze blijven liever hun groene dromen koesteren.

***

Bron OpinieZ  hier.