Door Leonardo da Gioiella.

Het woord is vlees geworden, las mijn vader de bijbel, en hij ging de varkens voeren.

Het woord van mijn vader was wet. In mijn herinnering lijken zelfs de varkens ontzag te hebben voor zijn losse handen. Muisstil en met de pootjes gevouwen zaten ze te wachten terwijl mijn vader water en meel of “keupetôzen” mengde tot een emmer met voer.

Zeven varkens zaten er in het hok. Ieder jaar opnieuw. Eerst waren het leuke biggetjes. Een liefdevolle benadering in het begin en goed voer maakten er na enige maanden stevige varkens van. Die werden verkocht aan de slager.

Op één na. Het feestvarken. Dat mocht tot diep in de herfst in zijn hok blijven. Een plezierig hok, want het werd op tijd schoon gemaakt. Hoefde niks te doen voor de kost. Mocht plotseling in z’n eentje al dat lekkere eten opvreten.

Dan kwam de slachtmaand. En veranderde dat varken, inmiddels toch wel zo’n vijf-honderd pond, in eindeloze hoeveelheden speklapjes en gehaktballen.

Iedere winterse zondagmorgen werden bij het ontbijt, voor de eters en etertjes om de tafel opgewarmde ballen neergezet, voor op de boterham. Alleen op zondag. Daarna gingen we naar de kerk. Schuldbelijdenis en genadeverkondiging voor de liefhebbers onder U. Te veel gevraagde gewijde muziek. De wet. En de profeten. En steevast een veel te lange preek.

Daarom zal ik het mijn kinderen en kindskinderen voorhouden, tot in het vierde geslacht: alle woord is vlees geworden, en haar verkondigers gehaktballen.

***

Deze herinnering heb ik lang geleden opgeschreven. Het meeste staat me nog levendig voor de geest. Die biggen werden gekocht bij een varkenshandelaar, op ons dorp. Voorjaar dacht ik. Tot ze naar de slager gingen kregen ze “gezond” voer, de slager hield niet van spekvarkens, dat verkocht niet goed. Maar het achterblijvende feestvarken werd verwend. Iedereen at heerlijk mee, ook de dominee. Ik geloof niet dat er iemand van onze familie vegetariër is geworden. “Feestvarken” had bij ons een positieve gevoelswaarde.

Het woord dat hier vandaag levend wordt is “vlees”, qua zorg een parallelle wereld van het klimaat. Immers, koeien moeten weg omdat ze een CO2-last vormen, en inmiddels is de vergelijking van biefstuk en vliegreisje in zwang. En de Vegetariërsbond heeft er een leefregel in gevonden: doe het voor de oceanen. Daarmee verkeert ze in goed gezelschap, want Extinction Rebellion moedigt haar leden aan vegan te gaan to showcase the world we want to create.

Ik weet niet of het voor biologen normaal is om vergetariër te zijn, maar ik ken er eentje die is vegan, en die werd laatst heel boos op Frans de Waal, beroemd bioloog vanwege zijn apenstudies. Die was uitgenodigd in het VPRO programma Zomergasten, en bekende daar dat hij af en toe wel een stukje vlees at. De presentatrice van dienst, Janine Abbring, was daar verbaasd over, omdat hij even daarvoor had gemeld dat hij de behandeling van landbouwhuisdieren door de industrie niet netjes vond.

Hij praatte het goed met de onder dierenvrienden beruchte naturalistic fallacy: dieren eten dieren, en wij zijn ook maar dier.

De hierboven genoemde bioloog is nogal moralistisch ingesteld en vond dat, met Abbring, niet kunnen.

In de NRC schreef laatst een columniste, filosoof, over klimaat en het eten van dieren. Beter gezegd: over het niet eten van dieren, want ze is vegan. Ik heb er in een reactie al melding van gemaakt.

Ze schreef over dieren in het algemeen, niet beperkt tot poezen, honden en paarden, dat die beesten ook gevoel hadden. Dat is waar, niemand die een slacht van nabij heeft meegemaakt zal dat ontkennen.

Voorbeeld. Ik moest de varkens wel eens voeren. En het is wel gebeurd dat ik na het legen van de emmer in de trog, het deurtje van hun hok vergat dicht te doen. In no time stonden ze dan buiten in de volkstuin, slaplantjes en aardbeien vonden ze erg lekker. Maar, als de slager in de buurt was kon je het deurtje een hele dag open laten staan, ze kwamen niet naar buiten.

Gevoel … ja dus, maar om er dan in deze termen over te schrijven:

… iemand anders uitbuiten of opeten is geen privézaak. En zolang diegene geen toestemming geeft ook niet te rechtvaardigen. Bovendien is ons diergebruik verbonden met globale ecologische en sociale onrechtvaardigheid. Feitelijk, denk aan boskap in de Amazone voor veevoer, of de vervuiling van de dierindustrie.

… en iets verderop

… in Nederland worden dagelijks ongeveer 1,7 miljoen dieren geslacht na een kort en bar leven. Zij hebben niemand iets misdaan. Varkens worden in slachthuizen nog steeds levend gekookt, kalfjes en schapen levend gevild. Koeien worden op grote schaal door mensen verkracht, haantjes vergast. Allemaal wezens met gevoel, gedachten, cultuur, taal, verlangens, een eigen persoonlijkheid.

Een dier is dus een “iemand”. Zo heb ik die gehaktballen nooit geproefd. Maar ik heb daar, in antwoord op een gedicht van een Amerikaanse vriend over dierlijke gevoelens, wel een vers over gemaakt:

x-ray of amygdala

concussion
when I was seven
they made x-ray
hopeless
no x-ray to compare with

my father suggested
x-ray of pig’s head

when I was four
fallen in pigpen
pig very nice to me
wanted to spend the night with her

two weeks later
butcher came to our house
to butcher pig
I was desperate
I was raging
but I was a nipper

pig butchered
sisters cooked all nice things
tasty sausages
scrumptious chops
delicious meatballs

and I ate it …

I ate it!
I felt guilty
I had hugged that pig
I had slept with her
and now I was eating

I loved the food

from then on
I was another boy
I felt lonely

father was right
they took x-ray of pig’s head
pig has no amygdala
surprise surprise
it was a real benchmark

it brought wisdom to doctor
neuropsychiatry made a big leap
my father was praised for his intuition

they let me go
no salvation for me

De Pools-Duitse Rosa Luxemburg is een bekende revolutionaire uit begin voorig eeuw. Ze was lid van de SPD, toen nog onder aanvoering van August Bebel, een van de Begründer der Sozialdemokratie, met wie ze net zo veel ruzie maakte als met de conservatieve, reactionaire Heren – zoals ze ook ruzie had met de aanvoerders van de Russische revolutie. Toch had ze zo dat artikel in NRC kunnen schrijven.

Als ze gevangen zit, vanwege haar activisme, ziet ze een paar lastdieren, buffels van de Roemeense steppen, door soldaten afgeranseld worden, omdat ze de zwaar beladen wagen die ze trekken niet over de drempel van de poort krijgen. En ze schrijft dan:

Die Tiere standen dann beim Abladen ganz still, erschöpft, und eins, das welches blutete, schaute dabei vor sich hin mit einem Ausdruck in dem schwarzen Gesicht und den sanften schwarzen Augen wie ein verweintes Kind. Es war direkt der Ausdruck eines Kindes, das hart bestraft wurden ist und nicht weiß, wofür, weshalb, nicht weiß wie es der Qual und der rohen Gewalt entgehen soll.

Ich stand davor, und das Tier blickte mich an, mir rannen die Tränen herunter – es waren seine Tränen, man kann um den liebsten Bruder nicht schmerzlicher zucken, als ich in meiner Ohnmacht um dieses stumme Leid zuckte.

De naturalistic fallacy op zijn kop gezet.

En ze vervolgt dan met in te vullen hoe het beest het Roemeense landschap zal missen, door haar paradijselijk beschreven, en de Duitse onderdrukkers zal haten.

Een revolutionaire! Nou ja, ’t is die Rote Rosa, ze kan een potje bij me breken. Maar toen ik nog geen huis had in Italie, en ieder jaar voor mijn fietsvakantie in een Albergo verbleef, nam de uitbater mij op een dag mee naar een stal en toonde mij trots vier chianine, prachtige koebeesten uit Toscane, en zei: kijk, daar staan mijn bistecche en mijn ragù waar jij ’s avonds zo lekker van smult. En ik heb toen echt niet aan huilende buffels gedacht.

En als de NRC een factcheck uitvoert op de ijsberenpopulatie, en dan zegt dat die bedreigd wordt omdat de mens een levensbedreigende houding heeft tegenover de ringelrob, één van de gerechten van de IJsbeerse tafel, dan moet ik weer schamper lachen.

Nou ja, ik ben nog maar eens zo’n diervriendelijk artikel van NRC gaan internaliseren. Terzijde, ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat NRC niet alleen de spreekbuis is van de alarmisten, maar alle door maatschappelijke actiegroepen gepreekte doelen omarmt en propageert.

Dit artikel ging over een actiegroep, Animal Save, die bezig waren bij een slagerij, alwaar ze een transportwagen opwachtten. Hun doel: de arme beestjes – slachtvarkens – nog even een warme blik toezenden, en door de tralies een knuffel suggereren. De krant interviewde iemand – een ambtenaar in opleiding die anoniem wenste te blijven – ik denk: met zulke vrienden heb je als varken geen vijand meer nodig – en heb geprobeerd mij in zijn gedachten te verplaatsen. Gedachten die in niets afweken van de NRC vegan columniste, maar ook niet van die van Rosa Luxemburg.

De kop Varkensredder Daniël: ‘Elk dier heeft een eigen persoonlijkheid’

Daar komt weer een truck met drie verdiepingen varkens, de luiken klappen open. Daniël loopt er naartoe om de dieren te fotograferen en filmen. Hij aait over oren en snuiten. „De varkens staan dicht op elkaar, ze hebben veel schrammen en andere verwondingen”, ziet hij. Maar hun ogen maken de meeste indruk op hem: „Sommige kijken je angstig aan, andere juist gelaten. Nooit denk je: dit zijn gelukkige varkens.”

Hun doel: de dieren een laatste groet brengen – en aandacht vragen voor hun lijden.

Ongeveer veertig keer heb ik aan een wake deelgenomen, maar het went nooit”, zegt hij.

Nou moet ik bekennen dat ik een keer, in Frankrijk aan het fietsen, een kampeergelegenheid zocht bij een boer. Ik opende een schuur om zijn aandacht te zoeken. Daar stond ik plompverloren in een stal met kistkalveren. Ik heb sindsdien nooit meer kalfsvlees gegeten.

Waar leiden deze overwegingen nu toe? Nergens, zou ik willen zeggen. Ik ben het eens met Frans de Waal: we kunnen met dieren best wel wat fatsoenlijker omgaan. Anderzijds, iedereen wil wel eens een biefstuk, en dat kun je niet zonder lopende band organisatie doen. En laten we wel wezen, de meeste dieren die we opeten, zouden nooit geboren zijn als we allemaal vegan waren.

Verder ben ik, evenals De Waal, niet onder de indruk van die naturalistic fallacy, ik ben niet zo moralistisch aangelegd. Bovendien, de voedselkringloop is geen intellectueel construct die je, uit oogpunt van moraal of anderszins, kunt negeren.

Ik heb daarbij twee grote zorgen.

Ten eerste, die mevrouw in de NRC die wist zeker: bovendien draagt een vegan dieet bij aan de oplossing van wereldvoedselprobleem. Dat is makkelijk neergepend, te makkelijk voor een filosofe. Dan moet je toch wel weten wat het gevolg is van het Europese besluit om te streven naar biologisch dynamische landbouw. Dan moet je er wel zeker van zijn dat die landbouw echt dynamisch is of kan worden.

Daarnaast, iedereen vegan, betekent dat iedereen een beroep doet op landbouwproducten, en meer landbouwproducten dan nu gemiddeld door een wereldmond gaan. Terwijl we in Nederland, en niet alleen in Nederland, met plannen bezig zijn om de landbouw de nek om te draaien.

En de blanke Europese man heeft zojuist verordineerd, middels het Europese parlement, dat producten van ontboste landbouwgronden, niet meer in Europa op de markt mogen komen.

En dan heb ik ten tweede, een grotere zorg. Wij zijn omnivoor. Dat zijn we niet recent geworden, of er door lokale of tijdelijke omstandigheden toe gedwongen. Nee, dat zijn we ongeveer sinds we op aarde rondlopen. Het wordt een mythe genoemd, de vegane mens zou best zonder vlees en pijnloos verkregen dierlijke producten kunnen, maar zelfs onze evolutionaire voorouders voedden zich met vlees. Dus de overgang van omnivoor naar herbivoor zou wel eens een ingrijpende transitie kunnen zijn.

Ik kan uiteraard niet heel erg zeker zijn over die problemen, maar gezien het gemak waarmee we blunderen in de energietransitie en toch optimistisch blijven doet mij het ergste vrezen. Ik zou hierbij niet blindvaren op Jan Rotmans, of op Jan-Paul van Soest – persoonlijk zeer betrokken bij de omslag naar een landbouw- en voedselsysteem waarin gezondheid, duurzaamheid, transparantie en truecost/trueprice centraal staan – om er maar eens een paar te noemen.

En ik heb een vraag aan Extinction Rebellion. Als je het over de vleesindustrie hebt heb je het over niet weinig soorten, ik doel nu op het evolutionaire begrip species and variations. Een koe is niet zomaar een koe. En er is ook schildpaddensoep (her en der verboden, of iets wat je niet doet voor je goeie fatsoen, maar er is zoiets als turtle farming, en ’t is weer niet verboden voor dieren – Most young turtles and eggs are eaten by predators like raccoons, herons, and big fish).

 

En onze vleesconsumptie gaat over een heleboel soorten die er alleen maar zijn omdat ze gegeten worden. Dus als dat deel van de voedselindustrie ophoudt dan zijn die beesten snel uitgestorven. Dat wordt een mass extinction.

Leonardo da Gioiella.

Mag dat van XR? Of moeten we met een jaar of 70 in de krant lezen – het Amersfoortse Sufferdje, Amsterdam is inmiddels met palen en al in de blubber gezakt door het aankabbelende water – dat de laatste Chianino in een dierentuin in Firenze is overleden?

Òf, zou dedomesticatie met een jaar of 500 een begrip zijn geworden, dat je kunt onderzoeken als tak van sport bij de faculteit Archeologie in plaats van bij Ecologie?

***