Richard Lindzen.

Een interview met Richard Lindzen door Ron Clutz.

BizNews interviewde veteraan klimaatexpert dr. Richard Lindzen, de baanbrekende atmosferische fysicus en voormalig emeritus hoogleraar meteorologie aan het MIT.

Hij vertelde over gebeurtenissen die plaatsvonden in de jaren tachtig, die aanleiding gaven tot het dominante narratief over klimaatverandering. Nadat hij halverwege de jaren 70 met zijn onderzoek naar klimaatverandering was begonnen, gemotiveerd door een oprechte interesse in het begrijpen van de klimaatregimes van de aarde, biedt Lindzen een opmerkelijk verstandige beoordeling van de verschillende elementen die worden voorgesteld als wetenschappelijk bewijs van een naderende klimaatcatastrofe.

Vooral onthullend uit zijn herinnering aan de gebeurtenissen is hoe medeplichtig de media en politici zijn geweest bij het vanaf het allereerste begin opdringen van het rampzalige verhaal over klimaatverandering aan een nietsvermoedend en goedgelovig publiek.

Dit recente interview door Richard Lindzen geeft een kort en overtuigend overzicht van feiten en ficties met betrekking tot de opwarming van de aarde/klimaatverandering.

BN is Biz News en RL is Richard Lindzen.

***

BN: Een van ’s werelds leidende stemmen op het gebied van klimaatverandering, atmosferisch fysicus dr. Richard Lindzen, is bij mij. Dr. Lindzen, u bent al meer dan vier decennia een expert op het gebied van klimaatverandering en bent nu halverwege de jaren 70 met uw onderzoek begonnen. Wat is in het kort uw carrière en wat het was over klimaatverandering dat uw aandacht trok.

RL: Het is een eigenaardige vraag. Ik bedoel, denk je dat dingen pas interessant worden als ze politiek zijn? Met de algemene circulatie van de atmosfeer wil je weten waarom je het huidige klimaat hebt. Je hebt tientallen regimes over de hele aarde, dus als je het hebt over het klimaat op aarde, waar heb je het dan in vredesnaam over?

Zuid-Afrika heeft een heel ander klimaat dan New England. De Stille Oceaan heeft veel klimaatregimes en je hebt de moessonregimes in India. Er zijn dus veel verschijnselen om te bestuderen. En het had niets te maken met de milieubeweging; het was om te begrijpen hoe de natuur omgaat met koolstofdioxide en het broeikaseffect.

BN: U hebt beweerd dat geloven dat meer kooldioxide de grootste oorzaak van klimaatverandering is, vergelijkbaar is met geloven in magie. Welk bewijs ondersteunt dit argument en wat zijn de werkelijke effecten van verhoogde koolstofdioxide in de atmosfeer?

RL: Nou, je stelt een complexe vraag. Koolstofdioxide is een relatief klein broeikasgas. Maar de vraag rijst als je spreekt over wat het klimaat beheerst, en je hebt het over tientallen verschillende klimaatregimes.

Beweren dat er één knop is die het hele klimaat regelt, heeft geen zin. Dat is geloof in magie.

Maar weet je, het broeikaseffect is nuttig voor één klimaatindex, namelijk: waarom is de aarde anders dan Venus of Mars of Mercurius? Dat zijn enorme verschillen. Ze zijn in feite afhankelijk van het gemiddelde stralingsbeeld; waaronder het broeikas effect, de afstand tot de zon, de hoeveelheid straling die je krijgt enzovoort. Dus binnen een bepaalde planeet, in het bijzonder de aarde, onze primaire zorg, verwijzen we naar de verschillen in klimaat zoals de ijstijden en de zeer warme periode 50 miljoen jaar geleden. Deze zijn echt vrij klein in vergelijking met de verschillen tussen de planeten. En die “kleine” verschillen waar we niet voor niets door geobsedeerd zijn, zijn niet te wijten aan het broeikaseffect.

Ze worden veroorzaakt dor het transport van warmte tussen de tropen en de hoge breedtegraden. En ze maken deel uit van de dynamiek van het systeem dat afhangt van een aantal factoren.

Dus in de eerste plaats, wat transporteert de warmte? Welnu, de oceaan vervoert wat warmte, maar in veel opzichten zijn de zogenoemde hoge drukgebieden en lage drukgebieden het belangrijkste. Als je naar een weerkaart kijkt, is het een beetje anders op het zuidelijk halfrond, maar hier heb je de hoge drukgebieden en lage drukgebieden die van west naar oost gaan en het weer meenemen. Als de wind uit het noorden waait is het koud, uit het zuiden is het warm. En dit oscilleert en geeft werk aan de weermannen. In ieder geval transporteren diezelfde fenomenen warmte naar de pool. En veel factoren bepalen ze, maar het is vooral het verschil in verwarming tussen de tropen en de pool.

ERBE-metingen van stralingsonbalans.

Dus je hebt een systeem dat deze kenmerken heeft, en plotseling ben je geobsedeerd door het broeikaseffect. Uiteindelijk heb je mensen die echt domme dingen zeggen. Dus we hebben de temperatuur met één graad of 1,1 verhoogd in de afgelopen 100 jaar,120 jaar, 150 jaar. En het is gepaard gegaan met de grootste verbetering van de menselijke welvaart in de geschiedenis, sommigen beweren dat bij een halve graad méér het doek valt.

Alleen een politicus kan zoiets absurds bedenken. Maar aan de andere kant, als je bij de VN komt en andere instituties, zijn het politici die de lakens uitdelen. En ze hebben deze hysterie mogelijk gemaakt – kinderen angst aanjagen, hun leven zal binnenkort worden beëindigd. Het VN-IPCC heeft een werkgroep die zich bezighoudt met wetenschap (Werkgroep 1). Zelfs daar in duizend pagina’s spreken ze niet over een existentiële dreiging.

Dus je hebt andere rapporten van de VN die niet wetenschappelijk zijn en die zeggen: oh ja, het einde van de wereld is nabij. En politici zeggen: nou, dit is waar we ons aan moeten houden. Het is een kwaadaardige beweging die enorme schade veroorzaakt. Het probeert mensen in Afrika in ontwikkelingslanden te veroordelen tot eeuwige armoede. En toch moet ik vragen: waarom zou dit een doel zijn? Ik weet het niet.

BN: Een van de hoekstenen hiervan, laten we het een agenda noemen, is het constante lawine van rapporten over de opkomst van extreme weersomstandigheden. Zijn deze rapporten overduidelijk onjuist of zijn ze te wijten aan klimaatverandering?

RL: Nou, je wijst op iets heel belangrijks. Zelfs als het zou gebeuren, hoe relateer je het dan aan deze ene factor? Maar het is niet eens waar. Wederom teruggaand naar het IPCC, zeggen ze in het VN-rapport dat er vrijwel geen bewijs is voor een verband tussen extreme gebeurtenissen en klimaatverandering. Nu zeggen ze dat, maar dat past niet bij de politiek, dus zeggen ze iets anders. Als je de Amerikaanse strip van jaren geleden kent, Groucho Marx; hij zei: ‘Ik heb mijn principes. Als je ze niet leuk vindt, heb ik andere.’

BN: Dat is eigenlijk een goede beschrijving van de politisering van klimaatverandering en de aanzienlijke menselijke vooruitgang die mogelijk is gemaakt door fossiele brandstoffen. Wat denkt u dat onder deze politisering het einddoel zou kunnen zijn voor het manipuleren van gegevens die door het IPCC zijn verstrekt en het afwijzen van gegevens die daarmee in tegenspraak zijn?

RL: Nou, de energiesector is van vitaal belang, het is het benutten van fossiele brandstoffen dat heeft geleid tot de enorme ontwikkeling van de westerse wereld. Je weet dat de vooruitgang sinds de uitvinding van de stoommachine de belangrijkste ontwikkeling in de wereldgeschiedenis is geweest. Aan de andere kant, omdat het zo’n grote sector is, zijn er kansen om fortuinen te verdienen, zelfs als je enige activiteit het vernietigen van het systeem is. Dus bijvoorbeeld in de VS toont ons huidige budget biljoenen dollars voor klimaatverandering. Of je denkt dat het logisch is, doet er niet toe. Er zijn mensen die daarmee biljoenen dollars kunnen verdienen en die hebben daarbij dus echt belang.

BN: Ik neem aan dat de meeste financiering naar hernieuwbare energie zal gaan – vrijwel alles dat geen nucleaire of fossiele brandstof is.

RL: Hoe zit het met de techniek om hiermee energie op te wekken? Die is niet hernieuwbaar. Het gaat om slavenarbeid en dat klinkt niet goed, nietwaar? Daarnaast heb je materiaalverbruik, je hebt vernietiging van landschappen. Het is bijna alsof de milieubeweging heeft besloten zelfmoord te plegen en all-in te gaan voor dingen die het milieu vernietigen. Wat doe je met de zonnepedalen en windmolens enzovoort? Je doodt vogels, je vernietigt het milieu. Windturbines hebben een levensduur van 10, 20 jaar en je weet niet hoe je ze moet verwerken. Dit heeft dus niets met het milieu te maken, het is een machtsspel.

BN: Ik had een interview met professor William Happer en hij zei dat de beweging voor klimaatactivisme een farce is en vergelijkbaar met een coalitie of georganiseerde misdaad van religieuze fanatici. En u hebt hetzelfde gevoel uitgedrukt. In hoeverre denkt u dat dit het gevolg is van het feit dat mensen pure zuivere bedoelingen hebben, maar niet goed geïnformeerd zijn, niet alleen maar proberen de situatie te verdraaien wat de werkelijke realiteit is.

RL: Het is moeilijk om motivaties te beoordelen. Men weet het publiek te overtuigen en geeft ze het gevoel dat ze door de vermindering van de uitstoot kooldioxide iets deugdzaams doen.

Zoals ik verschillende keren heb aangegeven, laten we ons voorstellen dat iemand een goed apparaat heeft bedacht dat ongeveer 60, 70 procent van de kooldioxide in de atmosfeer kan verwijderen. Wat zou het resultaat zijn? We zouden allemaal dood gaan. Dat is dus een heel eigenaardige verontreinigende stof. Eentje waar we niet zonder kunnen. Hoewel ik denk dat het voor een groot deel gebaseerd is op onwetendheid.

Je hebt economen die praten over kantelpunten. En geologen weten dat we gedurende het grootste deel van de geschiedenis van de aarde veel grotere hoeveelheden CO2 hebben gehad. En er is nooit enig bewijs geweest van een kantelpunt. Dit is zeer onwaarschijnlijk, maar het klinkt eng.

Terugkijkend op de geschiedenis van het probleem, toen het begon in de vroege jaren 80, is het vrij duidelijk dat het al een doel van de overheid was. Je had de bijeenkomsten in Villach, Oostenrijk en Bellagio, en er kwamen mensen die in klimaat geïnteresseerd waren, meestal zo’n honderd. Die van de regering waren er allemaal voor, terwijl de anderen achter de oren krabden en vroegen waar dit over ging. Ergens in de loop der tijd moet iemand hebben besloten dat dit de juiste weg is en ze zijn erop gaan aandringen. Wereldwijde afkoeling kwam niet op gang.

Ik denk dat het vanaf het begin van Earth Day duidelijk was dat men controle wilde hebben over de energiesector. In het begin was het een beetje amateuristisch, je weet wel: zure regen, wereldwijde afkoeling. Toen besefte iemand dat, hoe schoon je ook energie maakt, er nog steeds CO2 wordt uitgestoten. Dus laten we daarnaar kijken – men zal nooit van CO2 afkomen zonder fossiele brandstoffen kwijt te raken. Er is geen enkel bewijs dat dit goed bedoeld is.

BN: Maar we hebben nog steeds een gemeten consensus van tussen de 90 en 100 procent van de klimaatwetenschappers die het erover eens zijn dat het antropogene klimaatverandering is. Hoe is dit de huidige realiteit?

RL: Kijk, in 1988, toen Jim Hansen voor het eerst getuigde voor de Amerikaanse Senaat, had Newsweek een omslag waarin de aarde in brand stond met de bewering eronder: alle wetenschappers zijn het erover eens. Maar er waren geen wetenschappers bevraagd. Maar zo overtuig je het publiek, dat behoorlijk analfabeet is als het om wetenschap gaat. Ik denk niet dat het publiek zich daar prettig bij voelt, wat vaak wordt genegeerd. Dus je verzekert ze meteen: de wetenschappers zijn het er allemaal over eens, je hoeft je er geen zorgen over te maken. En dat beweerden ze, of de wetenschappers het er nu over eens waren of niet.

BN: Dr. John Christie zei dat het eigenlijk een volledig vervalst cijfer is.

RL: Oh ja, zoals het verslag laat zien, was er een afname sinds 1988. Aanvankelijk zouden alle wetenschappers het erover eens zijn. Nu was dat nog maar 97%. Het is een nepcijfer. Het is alleen bedoeld om mensen te vertellen dat ze de wetenschap niet hoeven te begrijpen. Ze hoeven die alleen maar te accepteren.

BN: Maar dan is mijn vraag of het inderdaad zo’n klein percentage wetenschappers is dat het er niet mee eens is. .

RL: Maar we moeten vragen waarover ze het eens zijn. Je kunt het probleem zo formuleren dat het honderd procent is. Bijvoorbeeld als je vraagt of toenemende CO2 de temperatuur verhoogt of verlaagt. Nou, ik moet zeggen dat het het waarschijnlijk is dat deze de temperatuur iets verhoogt. En dan concludeert men dat het het einde van de wereld betekent als we de CO2 verhogen. Het zijn twee verschillende vragen.

BN: Dus waarom denkt u dat niet meer klimaatwetenschappers zich hebben uitgesproken over de onnauwkeurigheid van deze consensuscijfers?

RL: Dat is een goede vraag. Een van de dingen die is veranderd, is volkomen duidelijk. In de jaren tachtig was dit een klein wetenschapsgebied. Als je een vergadering had en er waren honderd mensen, was dat behoorlijk veel. En slechts weinigen van hen dachten dat er iets belangrijks aan de hand was dat existentieel zou worden genoemd. Dus wat gebeurde er? Als je kijkt naar de financiering in de VS voor klimaatwetenschap tussen 1989 en 1996, toen de Clinton/Gore-regering aantrad, steeg de financiering met ongeveer een factor 15. Je creëerde letterlijk een heel nieuw veld en je wist dat de reden voor de mensen die werden binnengehaald de financiering voor deze kwestie was. Als je er niet mee instemde, raakte je inderdaad je financiering kwijt. Mijn financiering stopte zodra ik mijn positie openbaar maakte.

BN: Een van de meest voorkomende kritieken op u, uw geloofwaardigheid en uw opvattingen over klimaatwetenschap, is dat u banden hebt met de fossiele brandstofindustrie. Is dit waar?

RL: Nee. Onthoud dat iedereen er na deze 15-voudige toename van de financiering in kwam, dat deed voor het geld. Ze gaan ervan uit dat iedereen die tegen is, geld van iemand anders moet hebben gekregen. Bij MIT ondersteunt ExxonMobil wel onderzoek, alleen dat van mensen die het alarm ondersteunen. Het grappigste was toen ze me aanvielen omdat ik in 1991 een artikel had geschreven voor het Cato’s magazine. En hun argument was dat Cato 10 jaar daarvoor 10% van zijn financiering had ontvangen van ExxonMobil. Voor dit artikel kreeg ik 200 dollar, dus vermoedelijk was 20 dollar daarvan 10 jaar eerder afkomstig van ExxonMobil. Dus dat geld zou mij dus hebben moeten overtuigen om mijn mening te veranderen.

BN: Ik probeer gewoon de argumenten voor en tegen in evenwicht te brengen, om twee kanten van het verhaal te krijgen. Ik had een interview met professor Guy McPherson, en hij zegt met een zeer diepe overtuiging dat we ons midden in een abrupte klimaatverandering bevinden en dat het methaan dat voornamelijk vrijkomt door de Noordelijke IJszee tegen 2026 het einde van de mensheid zal betekenen. Wat is uw mening hierover?

RL: Nou, hij heeft recht op elke sciencefiction die hij wil verkondigen, maar daar is geen wetenschappelijk bewijs voor.

BN: Wat zijn volgens u de politieke, economische en ecologische implicaties van deze beweging naar Net Zero en het bestrijden van de fossiele brandstofindustrie?

RL: Pure slechtheid. Plus winst voor enkelen. Het is duidelijk dat je mensen als Gore en Kerry enzovoort hebt die voor honderden miljoenen dollars de wereld rondvliegen terwijl ze alle dingen doen die ze gewone mensen zouden verbieden. Ik veronderstel dat het voor deze mensen een terugkeer is naar het feodalisme, waar wij boeren onze plaats zouden moeten kennen en zij hun voorrecht zouden moeten hebben.

BN: In 2001 stelde u de irishypothese over klimaatverandering voor. Wat was het uitgangspunt hiervan?

RL: Nou, dat was in sommige opzichten een vraag die ik nu minder belangrijk vind. Maar aangezien ze veel ophef maakten over veranderingen van één graad, twee graden, is de vraag waarom CO2 niet veel doet. En het bleek dat ze veronderstelde feedback hadden aangenomen die in plaats van te proberen een situatie te stabiliseren, het effect zou hebben om – wat we ook doen – deze erger te maken. En er waren veel problemen met deze feedbacks, ze werden niet correct geïmplementeerd.

Dus met de medewerking van NASA hebben we destijds gekeken of er voor de hand liggende actoren waren die tot een negatieve feedback zouden leiden. En het leek erop dat wolken op grote hoogten in de tropen zo werkten dat ze het broeikaseffect tegenwerkten. Dat leek een belangrijke feedback en het is er een waarvan ik denk dat het waarschijnlijk nog steeds een zeer belangrijke rol speelt in een belangrijk fenomeen dat de vroege zwakke zon-paradox werd genoemd.

Ik weet niet of je hier ooit van hebt gehoord, maar de output van de zon neemt met de tijd toe. Als je twee en een half miljard jaar teruggaat, was de invloed van de zon aanzienlijk minder dan nu. Toch is er bewijs dat de aarde niet is bevroren; de aarde handhaafde een temperatuur die erg leek op die van vandaag. De vraag is: hoe zou kunnen met een vermindering van 20, 30 procent in straling. En het blijkt dat deze Iris-feedback volledig in staat is om die verandering in evenwicht te brengen. En dus denk ik dat dat een redelijk substantieel argument blijft voor het feit dat het systeem stabiel is.

Ik denk dat zodra mensen zich realiseren dat het publiek ontvankelijk is zich door verhalen bang te laten maken, ze zich laten meeslepen.

BN: Wat zijn de epistemologische problemen rond onderzoek naar klimaatverandering?

RL: Oké. je moet een aantal dingen onthouden Een, dit was een klein wetenschapsgebied. Twee, het ging over het probleem: waarom heb je verschillende klimaatregimes; dingen die te maken hadden met het hier en nu. Dus toen men de financiering met een factor 15 verhoogde, was het talent niet beschikbaar. Dus werden er nieuwe onderwerpen geïntroduceerd, en een daarvan was de impact van het klimaat. Dit had niets te maken met het begrijpen van de fysica van het klimaat. Als je aan kakkerlakken werkte, en je zei dat het onderzoek is om de rol van het klimaat op kakkerlakken te bestuderen, dan kreeg je geld.

Dus je kreeg klimaat en obesitas, klimaat en diabetes, enzovoort. Ze wilden een deel van de actie en ze werden allemaal ‘klimaatwetenschappers’. Het is bijvoorbeeld de moeite waard om te onthouden dat in 1990 op mijn afdeling aan het MIT niemand zichzelf een klimaatwetenschapper noemde. Daar waren goede redenen voor: klimaat was een heel breed onderzoeksveld. Ik werkte aan dynamische meteorologie, collega’s werkten aan oceanografie, er waren mariene geochemici. Niemand van ons deed alsof hij alles over het klimaat wist.

Maar ineens heb je mensen die niets weten van de fysica die klimaatwetenschapper zijn omdat ze een beurs hebben gekregen om erachter te komen of diabetes gerelateerd was aan het klimaat.

BN: U zegt dat klimaatvariabiliteit eigenlijk het ding is waar we naar moeten kijken om te begrijpen wat ons klimaat verandert en niet menselijke activiteit. Kunt u het verschil samenvatten tussen antropogene klimaatverandering en klimaatvariabiliteit, en waarom u denkt dat het de klimaatvariabiliteit is waar we naar moeten kijken en niet menselijke activiteit?

RL: Oh, ik zeg niet dat je niet naar dingen moet kijken. Mensen moeten vrij zijn om te kijken naar wat ze willen. Maar we weten wel dat lang voordat er zelfs maar mensen waren, het klimaat duidelijk aan het veranderen was. Zelfs vóór de industriële revolutie was er een kleine ijstijd. Er bestonden allerlei documenten, bijvoorbeeld in dorpen in de Alpen, die zeiden dat het ijs ons dorp inhaalt. Je had elke honderdduizend jaar enorme ijstijden.

En je weet dat dit niets met mensen te maken had, dus je zou die verschillen moeten begrijpen.

Er was vooruitgang met de ijstijden. Een wetenschapper genaamd Milankovitch merkte op dat ijstijden verband hielden met orbitale variaties. Het heeft even geduurd, maar er was een klimaatprogramma dat probeerde uit te zoeken hoe dit werkte. En we hebben op dit moment een redelijk goed idee waarom dat werkte. En Milankovitch had vrijwel gelijk. Hij zei dat het erg zou afhangen van de zonnestraling in de zomer op hoge breedtegraden. En dat was een bekend kenmerk van de glaciologie: of een gletsjer groeit of niet hangt niet zozeer af van de winter, die op het noordelijk halfrond altijd koud is. Maar als de sneeuw die zich in de winter heeft opgehoopt in de zomer smelt, wordt er geen gletsjer gevormd.

Als de zomer koel is en de gletsjersneeuw niet volledig smelt, dan bouw je elk jaar op. Je hebt duizenden jaren om je gletsjer op te bouwen.

Nou, je weet dat bijvoorbeeld blijkt dat CO2 de temperatuur volgt in de ijstijden en het verandert genoeg om de flux ongeveer een watt per vierkante meter te veranderen. Aan de andere kant, als je kijkt naar de Milankovitch-parameter, varieert de binnenkomende zonnestraling in de loop van deze ijstijdcyclus in de orde van honderd watt per vierkante meter. Dat is veel belangrijker.

Maar dan heb je mensen die zeggen: “Nou ja, ik weet dat aangezien CO2 volgt, je niet kunt zeggen dat CO2 het heeft veroorzaakt. Maar het moet CO2-versterking zijn die belangrijk was. Maar ik bedoel, het slaat nergens op: één watt versus honderd.

BN: Toen ik met dr. Judith Curry sprak, was haar verhaal slechts een zeer ongelukkige weerspiegeling van wat er gebeurde met afwijkende stemmen. En ze zei dat ze in wezen niet meer in aanmerking kwam voor academisch werk en dat ze daarom naar de particuliere sector moest vertrekken. Waar hebt u mee te maken gehad doordat u al zoveel decennia tegen de stroom en de consensus inging?

RL: Nou, je weet dat Judith aanvankelijk een groot voorstander was van de opwarming van de aarde en iedereen aanviel die er vraagtekens bij zette. Het is interessant dat ze is veranderd. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Er zijn een aantal dingen gebeurd. Allereerst ben ik ouder, dus ik had een hogere functie. Ik deed onderzoek op veel gebieden en de National Science Foundation financierde mijn onderzoek in vloeistofmechanica. Dat ging een tijdje door, dus dat onderzoek was enigszins perifeer. Het energiedepartement probeerde aanvankelijk mensen aan alle kanten te financieren, maar tegen de jaren 90 werd hen verteld daarmee te stoppen. En dus deed de onderzoeksmanager daar me een plezier. Ik had mijn financiering niet volledig besteed en mocht nog even doorgaan.

Door publicaties was ik goed bekend in mijn vakgebied en daarom publiceerde ik enkele artikelen in het maandelijkse Bulletin van de American Meteorological Society en ze kwamen door. Ze werden beoordeeld, maar de redacteuren werden allemaal onmiddellijk na publicatie ontslagen. En het artikel werd nooit afgewezen, maar men nodigde meteen mensen uit om er kritiek op te hebben. Toen de kritiek werd gepubliceerd, mochten we zes maanden lang niet reageren, wat zeer ongebruikelijk was.

BN: Dat is toch manipulatie van het peer-review systeem. Hoe de situatie is opgetuigd om het verhaal en de medeplichtigheid van politici en wetenschappers te ondersteunen.

RL: Ja, de situatie was gemanipuleerd, het was echt een mars door de instellingen. En dat is een probleem voor professionele verenigingen. Of je nu lid bent van de American Physical Society of American Meteorological Society, of de American Musicological Society, je bent lid van een groep mensen die een professionel belang hebben. En ze kiezen een president en een uitvoerend manager om voor de public relations te zorgen, enzovoort.

Ik denk dat de mensen die deze kwestie aan de kaak stelden, zich realiseerden dat je alleen maar een ambtenaar, de uitvoerend manager of zoiets hoefde te worden, en hij spreekt uiteindelijk voor de hele groep, zonder de leden echt te hebben geraadpleegd. En dus neem je de American Meteorological Society over, de National Academy, de American Academy, het zijn allemaal top-down organisaties met managers. En dat hebben ze geweldig gedaan.

Dus je hebt een naïeve hypothese dat iets zo complex als het klimaat wordt bestuurd door een enkele regelknop van een klein gas dat een paar watt per vierkante meter regelt op honderden. Je kunt dit alleen promoten als je een publiek hebt, inclusief politieke functionarissen, dat totaal wetenshappelijk of numeriek analfabeet is.

Cartoon Josh

U noemde al deze mensen die steun krijgen. Je merkt dat wetenschappers alleen maar hoeven te zeggen dat ze denken dat CO2-toename enige opwarming zal geven en ze laten het aan de politici over om te zeggen dat dit betekent dat het einde van de wereld nabij is. En hun back-up standpunt is: dat heb ik nooit gezegd.

BN: Zijn er antropogene elementen die mensen kunnen verhogen of waarmee ze kunnen doorgaan, zoals het verbruik van fossiele brandstoffen, die mogelijk catastrofale gevolgen zullen hebben?

RL: Je weet dat een nucleaire oorlog dat zou kunnen doen, maar in je SUV rijden? Ik denk dat het de ijdelheid van bepaalde mensen aanspreekt dat we allemaal machtig zijn.

BN: Ter afsluiting: wat zou je aanraden als uitweg uit deze situatie die een beetje op een val lijkt?

RL: Het is een zeer serieuze vraag. Als je de institutionele structuur overneemt, heb je mensen zoals het World Economic Forum, de EU vol bureaucraten die gewoon verliefd zijn op de macht die ze zouden kunnen hebben. Het moet heel moeilijk zijn om uit te breken. Maar er zijn politieke partijen die hier tegen zijn. Je hoopt dat ze misschien aan de macht komen en dit gewoon terugdraaien. Tijd zal natuurlijk een rol spelen, maar ik hoop dat we niet hoeven te wachten om de vernietiging van de moderne samenleving om te beseffen dat het niets met het klimaat te maken heeft. Ik zou graag denken dat we hier voor die tijd uit kunnen komen.

BN: Lopen we, zoals het er nu uitziet, risico of komen we op een of andere manier in de buurt van een klimaatcatastrofe?

RL: Ik veronderstel dat het ervan afhangt hoe je het definieert. Als je een catastrofe definieert als tien centimeter extra regen per jaar, dan zitten we allemaal in hun catastrofe. Als je echt een existentiële dreiging bedoelt, is het antwoord: nee, daar komen we nog lang niet bij in de buurt. Het slaat gewoon nergens op. Dit zijn enge verhalen die je vooral aan kleuters wilt geven omdat ze geen afweermechanisme hebben.

U weet dat er misschien enige hoop is dat de ontwikkelingslanden, ik bedoel duidelijk China, India, Rusland, dit negeren. Ze weten dat het onzin is, dus ze zitten toe te kijken hoe het Westen zichzelf vernietigt terwijl ze zich afvragen hoeveel goddelijk geluk ze hebben. Je weet dat ze er niets aan gaan doen. Als je je echt zorgen maakt over CO2, weet je dat we biljoenen dollars hebben uitgegeven om het te verminderen en naar Net Zero te komen. En je kijkt naar CO2 versus tijd en het blijft toenemen. Zonder enige verandering. Dus daar hebben we geen invloed op gehad. Dus je zou jezelf afvragen:

Als we geen invloed hebben, en we maken ons er zorgen over, waarom bouwen we geen weerstand op? Willen we onszelf kwetsbaarder maken zodat we correct gestraft worden? Dat is gekkenwerk.

BN: Het klinkt alsof je tussen de regels door een boodschap aan de milieuactivisten leest.

RL: Ja, het lijkt alsof ze de Mensheid haten, ze willen macht en ze geven niets om het milieu. En ze besteden zeker geen aandacht aan het voeden van uitgehongerde mensen, terwijl dat in feite een echt probleem is.

Addendum

In een eerdere publicatie,March through Institutionszet, analyseert Lindzen de manoeuvres die de pogingen om vragen over het functioneren van het klimaatsysteem op aarde te beantwoorden, hebben verlamd.

Wanneer een onderwerp een vitaal onderdeel wordt van een politieke agenda, zoals het geval is met klimaat, dan wordt de politiek gewenste positie een doel in plaats van een gevolg van wetenschappelijk onderzoek. Dit document gaat in op de oorsprong van de cultuurveranderingen en op concrete voorbeelden van de werking en interactie van deze factoren. We zullen in het bijzonder laten zien hoe politieke organen handelen om wetenschappelijke instellingen te controleren, hoe wetenschappers zowel gegevens als zelfs theorie aanpassen om politiek correcte standpunten te accommoderen, en hoe oppositie tegen deze standpunten wordt verwijderd.

Door een paar minuten de tijd te nemen om zijn tekst te lezen, kun je enkele belangrijke waarheden van Lindzen leren:

♦ Hoe de wetenschap werd geperverteerd van een succesvolle manier van onderzoek naar een bron van autoriteit.
♦ Wat zijn de gevolgen wanneer angst wordt gezien als de basis voor wetenschappelijke onderbouwing in plaats van uit dankbaarheid en het daarmee gepaard gaande vertrouwen.
♦ Hoe prikkels scheefgetrokken worden om problemen in stand te houden in plaats van ze op te lossen.
♦ Waarom simulatie en grote programma’s theorie en observatie hebben vervangen als basis van wetenschappelijk onderzoek.
♦ Hoe specifieke instellingen en wetenschappelijke genootschappen werden geïnfiltreerd en gedomineerd door politieke activisten.
♦ Specifieke voorbeelden waarbij gegevens en analyses zijn gemanipuleerd om tot de gewenste conclusies te komen.
♦ Specifieke gevallen van het verbergen van feiten die alarmisme over de opwarming van de aarde in twijfel kunnen trekken.
♦ Voorbeelden van het opmerkelijke proces van ‘in diskrediet brengen’ waarbij studies ter weerlegging van klimaatkritishe en ongewenste artikelen snel werden opgevraagd en gepubliceerd.
♦ Gevallen van Global Warming revisionisme, waarbij sceptische standpunten van vooraanstaande personen na hun dood werden gewijzigd.
♦ Gevaren voor samenlevingen en bevolkingen door regeringen, ngo’s en bedrijven die klimaatverandering exploiteren.

Samenvatting

Ron Clutz.

Met dank aan Richard Lindzen en anderen voor het opschrijven hoe gebrekkig de klimaatwetenschap is. Het is op zichzelf al gevaarlijk en het breidt zich ook uit naar andere domeinen, waardoor de wetenschappelijke basis van de moderne beschaving wordt bedreigd. Het oplossen van dergelijke wetenschappelijke perversies zal moeilijk en langdurig zijn, maar het kan alleen beginnen met te erkennen hoe erg het is. Het is echt erger dan we dachten.

***

Bron hier.

***