Campagne van WWF en Sportvisserij Nederland gebaseerd op werk Willem Dekker

‘De intrek van glasaal is landelijk met 95% afgenomen’. In iedere wet en nota over paling en binnenvisserij kom je dit getal tegen.  Van waterschap Vechtstromen tot de Nota Vis van het hoogheemraadschap Krimpenerwaard, en de campagnes van Sportvisserij Nederland, WNF, RAVON en hun powerpaling-‘factsheet’.

De enige bron voor die claim is de glasaalindex op 1 locatie bij Den Oever, die in 1985 door mathematisch bioloog Willem Dekker statistisch werd bewerkt. Na zijn komst bij het toenmalige RIVO (later Imares, nu WMR) ontstond plots sinds 1980 een trend, die veel sterker daalde dan andere Europese datasets. 

Door Rypke Zeilmaker.

De ‘factsheet’powerpaling van RAVON/Good Fish Foundation

‘95% afname’
De ICES adviseerde op 2 november 2023 aan het Europees Parlement een volledige visserijstop op paling voor 2024. De vis zou thuishoren op de Rode Lijst voor bedreigde diersoorten. In de visserijraad blokkeerden de ministers deze maand echter een volledig visverbod.

Er mag nog doorgevist worden, maar in slechts zes van de twaalf maanden. Voor het aalbeheerplan uit 2009 in werking trad, mochten vissers nog jaarrond vissen. Bij het afbraakbeleid tegen palingvisserij in Nederland speelt een bij campagnes van WWF herhaalde claim een grote rol: De intrek van jonge paling (glasaal) zou met 95% zijn afgenomen.

Maar of het ICES zich op betrouwbare wetenschap baseert bij het citeren van dramatische trends, daarvoor willen wij het dossier heropenen: Is die daling werkelijk zo sterk geweest. Of is die trend mede veroorzaakt door databewerking bij het RIVO (nu Wageningen Marine Research, eerder Imares).

Palingvissers krijgen op vele plaatsen namelijk gewoon volle fuiken, en vragen zich af of het geschetste drama wel klopt.

Paling en Palingbier aan de deur kopen in Heeg

Vismagazine citeert in reactie op het ICES-advies Alex Koelewijn van Dupan als volgt:

De wetenschap worstelt al jaren met meetmethodieken. Omdat men stug blijft vasthouden aan monitoring op vaste plekken ondanks dat de omstandigheden veelal ingrijpend veranderd zijn en de jonge paling haar weg al lang elders heeft gevonden.

Vervolgens komt in het artikel komt vervolgens met het meest geciteerde getal aanzetten over de teloorgang van de paling:

Wetenschappers meten in heel Europa de hoeveelheid glasaal die bij de kusten naar binnen komt.

Tussen 1980 en 2010 daalde de intrek van glasaal, net als andere migrerende vissoorten, fors door verdwijning of afsluiting van leefgebied (95% volgens WWF-onderzoek), kustbarrières, obstakels in het water en overbevissing. Vanaf 2010 is het aantal jongen echter gestabiliseerd. De cijfers laten het laatste decennium zelfs een lichte stijging zien.

De enige bron voor WNF en Sportvisserij Nederland, Willem Dekker

Broodje Panda/Broodje Aap
Dit getal 95% afname is niet gebaseerd op WWF-onderzoek. Willem Dekker- voorheen onderzoeker bij Imares (nu Wageningen Marine Research) is de enige bron voor dit getal. Hij schreef voor Visionair nr 4 juni 2007 voor Sportvisserij Nederland in 2007 het artikel ‘sekspartners niet te vinden voor europese aal’.Dat artikel opent aldus;

Het gaat niet goed met de Europese aal. Sinds 1980 is de intrek van glasaal met meer dan 95% afgenomen. Overigens daalden de populaties en de commerciële vangsten al vanaf 1960. De oorzaken van deze afname zijn niet duidelijk.

Van 1984 tot 2008 was Willem Dekker de eenoog koning bij het RIVO (vanaf 2003 Imares, en nu WMR) op het aaldossier. De claim is afkomstig van 1 dataset, op 1 meetpunt bij Den Oever: Daar wordt sinds de bouw van de Afsluitdijk (1932) de intrek van glasaal gemeten, dus babypaling die uit de Sargassozee kwam zwemmen naar opgroeigebied.

Van andere datasets voor de Noordzee zijn geen data verzameld voor 1980, alleen in Den Oever. Zo hangt ‘de trend’ van glasaal voor ‘De Noordzee’ dus aan 1 dataset die statistisch is bewerkt door 1 onderzoeker. Dekker vertrok bij Imares in 2009 -naar eigen zeggen was hij weggewerkt- en ging werken in Zweden.

De trend van 95% gedaalde palingintrek uit ‘de’ Noordzee’ hangt aan 1 dataset bij De Oever

In haar Broodje Panda-campagne tegen het eten van paling, roept het WNF zelfs dat het aantal volwassen palingen 95% afnam (zie boven). Maar dit getal gaat dus uitsluitend over de glasaalindex van Den Oever.

Die trend is dus niet gebaseerd op absolute aantallen van palingkjes die Nederland intrekken. Het is een indexgetal, een statistische bewerking van bij elkaar opgetelde metingen van verschillende kwaliteit, onder verschillende weers- en milieuomstandigheden op 1 meetpunt:

  • Dus is de vraag legitiem, wat voor bewerking werd toegepast. Dekker vertelt namelijk zelf in een Fishbase-presentatie in Zweden, gepubliceerd op 18 december 2016, dat hij na binnenkomst bij het RIVO (later Imares en WMR), een databewerking toepaste (op 23:19):

‘Toen ik bij het RIVO kwam in 1985 veranderde ik de dataverzameling’
In de zelfde fishbase-lezing in Zweden op 18 december 2016 (gepubliceerd op Youtube) maakte Dekker bij minuut 23:19 de volgende opmerkingen:

Vroeger bij lage vangsten stopten vissers gewoon met vissen. Toen ik in office kwam in 1985 veranderde ik de dataverzameling. Ik ging ook de lage glasaalvangsten registeren. Dat is hoe je de metingen doet.

Tot de jaren tachtig zag je geen trend. Vervolgens kwam er een daling van 15% per jaar.

En zo ontstaat dan uiteindelijk de beroemde 95% afname. Dus dan kan er sprake zijn van een Dekker-effect. Hij komt in 1985 op het aaldossier bij het RIVO. Hij verandert de dataverzameling op twee manieren:

  • –  Er komen meer nultellingen in de index na 1980, omdat ze in een vaste periode vissen van drie maanden en ook doorvissen bij niks vangen.
  • – Hij pleegt een statistische bewerking op de data van voor 1980 (en daarna), die door zijn voorganger Cees Deelder tot 1984 werden verzameld.

Google glasaal en 95% en je ziet: het is de meest gebruikte claim om beleid te propageren

Wederhoor bij Dekker: ‘Geen databreuk in 1985’
Al eerder had ik Dekker om wederhoor gevraagd. Dit is hoe hij 21 juli 2017 om 11:30 antwoordde. Hij ontkende nu dat er een breuk in de data zit, dus dat deze voor zijn komst op een andere wijze werd verzameld dan na zijn komst:

Mijn voorganger in Ijmuiden (1948-1984), Cees Deelder, telde het totale aantal glasalen dat in Den Oever werd gevangen, ongeacht tijdstip of datum, en beschouwde dat als een maat voor de intrek.

Dat voert terug op de oorspronkelijke doelstelling van die hele bevissing: veel glasaal door de Afsluitdijkdijk naar het Ijsselmeer krijgen, ongeacht datum of tijd. (Daar speelde de Duitse bezetting nog een rol in).

Maar Deelder telde gewoon door, ook als het seizoen extreem laat begon (na een strenge winter), of als hij tweemaal zo vaak viste dan andere jaren (elk uur, ipv elke twee uur), en dat leverde een heel verwarrend beeld op.

OP basis van de 95%-trend pusht het WWF beleidsmakers voor een visverbod

Van absolute aantallen per jaar, naar een indexgetal over drie maanden
Dus Deelder telde wat er daadwerkelijk binnenkwam. Dekker ging tellen wat hij in drie maanden tijd in een net kreeg. Per email op 21 juli 2017 erkent Dekker dat hij een datacorrectie doorvoerde bij de data voor 1984:

In 1985 (een jaar na mijn begin) heb ik een analyse gepubliceerd, waarin gecorrigeerd werd voor datum en tijd, waarmee een betrouwbaarder index werd verkregen.

Let wel: zowel daarvoor als daarna werden nul-vangsten wel geregistreerd (en zijn dus ook opgenomen in de indices), maar er ligt een probleem in stoppen-bij-lage-vangsten, dwz na nachtenlang niks gevangen te hebben, neemt de animo af, en worden de bevissing dikwijls stopgezet.

In Den Oever speelde strenge winters en regenachtige voorjaren wel een rol, maar het probleem van stoppen-bij-lage-vangsten niet.

Bron: Janek Simon et al, Umfrage zur Entwicklung der kommerziellen Glasaalfänge in Frankreich, Fischer und Teichwirt 12/23. Zie het sterke Dekker-effect bij de rode ‘Noordzee’-data vanaf 1984 ten opzichte van andere Europese datasets

Alleen Index-cijfers te zien
Dekker bezwoer mij:

Voor de Den Oever index is er dus geen sprake van een periode voor 1985 en een periode na 1985.

Maar misschien wel van een periode voor 1980 en daarna. Dus sprak Dekker de waarheid? Tel je na 1980 meer lage vangsten mee dan daarvoor- omdat je doorvist als je niks vangt- dan krijg je een sterker negatieve trend. Het omgekeerde is ook mogelijk: Wanneer ze voor 1980 stopten met doorvissen bij nulvangsten (en daarna plots niet), is de index vóór 1980 veel te hoog.

…er is paling zat in het IJsselmeer, maar ook polders, wanneer vissers maar voldoende glasaal in hun water uitzetten…

The Dog Ate My Data? Woo-verzoek
De 95% achteruit-claim dicteert beleid rond de paling in Nederland en Europa. Maar deze claim leunt dus op 1 index op 1 locatie (Den Oever) die door Dekker met statistische bewerking is aangepast in de jaren ’80.

De Den Oever-index gaf na de komst van Dekker meteen vanaf 1985 een veel sterkere daling, dan die in andere Europese datasets. De op Den Oever leunende Noordzee index keldert al veel eerder, dan de andere indices die ook een kleinere daling te zien geven.

Om de meest geciteerde palingclaim van afgelopen vijftien jaar te toetsen, moet ik de data opvragen. Volgens de palingsector, kregen zij van Wageningen UR te horen dat die data er niet meer zijn. Dus dat de claim nooit meer is te controleren.

  • Of dat waar is, moet ik via een Woo-verzoek bij Wageningen Marine Research (voormalig Imares) opvragen. Dan kan je de ruwe data te krijgen, waar je nu enkel ‘indexcijfers’ (statistisch bewerkte data) ziet
  • Help mij in mijn onderzoek om de onderste steen boven te krijgen en steun dit nieuwe wetenschapsjournalistieke onderzoek, in de trant van Sjoemelnatuur:

***

Bron hier.

***