´Eet alleen MSC, anders krijg je een lege zee´

Omdat ik me afgelopen week in een viersterrenhotel in Brussel op uw kosten mocht volproppen met zalm bij het ontbijt, vandaag een blog over de zalmvisserij in Alaska en haar verzet tegen WWF en het MSC-keurmerk. De zalm in Brussel- waarschijnlijk Noorse kweekzalm- was erg lekker, en ik zag niemand de ober vragen: is dit duurzaam, anders eet ik het niet? Dus stel ik hier de volgende vraag:

    – Wat veroorzaakt het negatieve milieu-imago van de zalmkwekerij en visserij? En vraagt de consument wel om een enge definitie van ´duurzaam´?

Dat negatieve imago bestaat
Toen ik een tijd in Schotland verbleef om hertenjagers te assisteren, vertelden sportvissers mij dat zalmkwekerijen de wilde zalm deden uitsterven. Ik geloofde dat verhaal jarenlang. Ik was toen namelijk kwaliteitsjournalist, en dan is feitenonderzoek niet nodig. Wonen in een hippe stad, een kennissenkring van ruimdenkende mensen, je ego en je gevoel volstaan.

Bij ieder door overheid of bedrijven betaald persuitje werd ik met zalm volgepropt. En steeds voelde ik me heel even schuldig, om daarna ongegeneerd aan te vallen. Maar komt dat verhaal nu door campagnes van milieuclubs via gelovige kwaliteitsjournalisten de wereld in, of de feitelijke situatie…

    Over dit gevecht om mijn geweten en de feiten gaat dit blog, nadat zalmvissers in Alaska afgelopen jaar feestelijk bedankten voor MSC-certificering. Meteen werden ze aangevallen door het WWF met ´nieuw onderzoek´ over ´mogelijke gevaren´. De mediaoorlog begon, om de schapen weer in het hok te drijven.


Miljoenen euro´s campagnegeld voor bedrijfsbashing
Ben je als bedrijfstak of groepering mediadoelwit van een groene campagnegroepering, dan heb je een probleem: campagneclubs kunnen je belagen met een miljoenenbudget van de Postcodeloterij (zie de Oceanscampagne van Wereldnatuurfonds en Greenpeace die 3,2 miljoen euro extra kreeg op het Goedgeldgala) en de overheid (jaarlijks rond de 2-3 miljoen euro voor het WNF, 1 miljoen euro voor Stichting de Noordzee). Zij krijgen als regel kritiekloze toegang tot reguliere media, die de campagnevoerders opvoeren als autoriteit, vaak ook als enige bron.

Zalmvissers Alaska Gallisch dorpje omsingeld door duurzame legioenen
Sommige bedrijven die al decennia worden geplaagd door campagneclubs/media, verzetten zich. Zalmvissers uit Alaska gaven mij dat ‘Gallische dorpje’gevoel, omsingeld door een kampement van duurzame legioenen: zij gaven recent aan geen belang meer te hebben bij een MSC-label: het goedgedragskeurmerk voor visserij dat het Wereldnatuurfonds met Unilever succesvol in de markt zette. Zalmvissers in Alaska kweken jonge zalm op om die in de oceaan los te laten. Ze verwierven MSC in 2000 en wenseen er niet langer onder te vallen.

Uitvoerend directeur Ray Riutta van het Alaskan Seafood Marketing Institute verwoorde zijn bezwaren als volgt voor Seafood.com

‘Regardless of what we think of the MSC, and without necessarily criticising the MSC, the fishing industry simply cannot as a matter of principle and form tolerate a situation where a single private entity on the basis of a changeable private standard has sole authority to decide who can sell seafood to the public and who cannot.’

Er zijn dus meerdere manieren waarop je een goedgedragslabel kunt bekijken:

  • a. een garantie voor milieuvriendelijk gedrag
  • b. een vorm van protectiegeld tegen medialaster door campagnegroepen
  • c. een continue wisselende standaard die zich niet noodzakelijk baseert op bewijs maar het private oordeel van een minderheidsgroepering,
  • d. géén monopolist in universele goedheid omdat er ook alternatieve keurmerken bestaan
  • Optie a. is het verhaal dat campagneclubs/kwaliteitsmedia uitdragen. Optie d, besprak ik vorige week, opties a, b, en c ga ik nu op in. Grijstinten zijn natuurlijk mogelijk. Maar laten we nu de andere kant belichten..

    Zoals marketeer uit de zalmkwekerijsector in Schotland Callander Mc Dowell vervolgt

    ´´Who is to say that the MSC is right especially as the whole issue of sustainability is not market driven. Instead, minority NGO’s originally used direct action against one or two retailers as a way of imposing their views on the marketplace. The retailers simply felt it was easier to go along with them rather than become a target with the accompanying negative publicity.´´

    Mediaoorlog begint na terugtrekking uit MSC
    Na het boycotten van MSC door de zalmvisserij in Alaska – die ook tijdens goedkeuring door MSC al gebruik maakte van jonge kweekzalm om die los te laten- kwam Mark Powell van WWF-international met een nieuw rapport waaruit mogelijke schade zou blijken door opkweekbedrijven van zalm voor wilde populaties. De oorlog en laster begint, meestal op basis van ‘een rapport dat stelt’…

    ´´This report concludes that industrial-scale hatchery salmon production, which releases billions of smolts into the North Pacific Ocean, could be jeopardizing Alaska’s wild salmon. Additionally, there are legitimate management questions as to whether hatchery operations in Alaska are in line with current Alaska Department of Fish and Game policies, including the Sustainable Salmon Fisheries Policy.´´

    Jonge zalm loslaten in zee is ook natuurbescherming
    De door het WWF uitgedragen visie – is het loslaten van opgekweekte zalm in zee schadelijk- is geen zekerheid maar punt van debat. In de staat Washington wordt jonge zalm zelfs met trucks naar zee vervoerd als natuurbehoudsmaatregel. Veel rivieren zijn dusdanig afgedamd dat de trek wordt gehinderd, wat zelfs nieuwe genetische varianten oplevert. Schreef ik over voor EOS.

    Uitzetten per sé van jonge opgekweekte zalm an sich hoeft dus niet schadelijk te zijn.
    Het Wereldnatuurfonds zet ook steuren uit in de Rijn met sportvissers als het ANP aanwezig is. Je voorkomt grote verliezen die in natuurlijke situaties ontstaan door predatie. Die predatie is substantieel. Ook in de Noordzee zijn verliezen door natuurlijke predatie even groot als die door de totale visserij.

    Schots overheidsonderzoek. Negatief imago bestaat niet bij consument, alleen media en beleidsmakersEen studie door Schotse onderzoekers, in opdracht van de Schotse overheid inventariseerde oorzaken van het vermeende negatieve imago bij het publiek van de zalmkweekindustrie. Dat vermeende negatieve imago bleek bij de ondervraagden echter niet te bestaan, zoals ik ook bij de vele persetentjes en buffetten merkte. Zoals Mc Dowell vervolgt:

    ´´At the time, we pointed out that the study was a waste of money because it was already clear that the only reason salmon farming had a negative image was because this was what was being promoted by a minority view expounded by the environmental movement.´´

    De Noorse zalmindustrie lanceerde al een tegencampagne in media om haar imago te verbeteren. Dat kwam ze direct op media-reprimandes te staan van WWF-Noorwegen. Maar zoals Mc Dowell stelt

    If WWF Norway and others didn’t continually attack the salmon industry in the press, then there would be no need for such a public PR campaign. Unfortunately, the WWF and others think that their view is not only the right one but also the only one and have tried to impose it on the salmon farming industry.

    Vis wijzer met of zonder Viswijzer
    Ook in Nederland hebben we een twijfelachtig voorbeeld: de Viswijzer. Valt een visserijmethode uit de gratie, dan beginnen campagnegroepen lastercampagnes met gelegenheidsargumenten en halve waarheden: zoals tegen de boomkorvisserij in de Noordzee, die WNF/Stichting de Noordzee dan met naar eigen smaak ontworpen standaarden als de Viswijzer in het rood zetten, als niet-eet-advies aan consumenten.

    Terwijl nuchtere literatuurstudie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens –zoals door Hans Polet van het ILVO- toont dat in ecologische zin de boomkor zo slecht nog niet is. Stichting de Noordzee negeert dus in de Viswijzer het onderzoek waar ze zelf (met overheidssubsidie) opdracht voor gaven.

      Hieruit kun je concluderen dat campagnegroepen vaak vooral hun beeld van de natuur beschermen, in dienst van de keurmerken die ze zelf in de markt zetten. Je kunt redelijke twijfels hebben bij de reden waarom je als bedrijf doelwit wordt van campagneclubs.