AMSTERDAM - Directeur van Greenpeace, Sylvia Borren, bij het Nederlandse hoofdkantoor in Amsterdam. ANP ILVY NJIOKIKTJIEN

Sylvia Borren

Onlangs vond een klimaat’discussie’ bij het ‘Institute for Social Studies’ in Den Haag plaats, georganiseerd door de ‘Society for International Development’. Sprekers waren Sylvia Borren (Greenpeace) en Pier Vellinga (Universiteit van Wageningen). Met sprekers als deze mag men niet veel discussie verwachten: slechts Apocalyptische vergezichten.

De bijeenkomst was getiteld: ‘Do Facts matter? The ‘Hunt’ for Evidence on Climate Change’.

Aan de aankondiging ontleen ik het volgend:

The climate change debate is informed by a substantial amount of (academic) research. But this seems to have little effect on public opinion or policy.

• Why is the climate change debate stagnating?

• Do we have too many data? Or is climate change research too much focused on the problem rather than on the solutions?

• How can lobby and advocacy efforts move beyond the mere research results?

• What will be effective strategies while preparing for the upcoming UN climate conference in Paris?

Bron hier.

Onder de titel, ‘Mag klimaat ook leuk zijn?’ schonk Martin Sommer in de Volkskrant aandacht aan deze bijeenkomst.

Ik citeer:

Met kanselpraat over anders leven en minder welvaart overtuig je niemand.

Zullen we eens iets vrolijks behandelen? Klimaat. Ik beklom de trap van het Institute for Social Studies (ISS) in Den Haag, voor een debat over feiten. ‘Climate change, facts do matter.’ Ik ben dol op feiten. Daar was Sylvia Borren, directeur van Greenpeace. Feiten zijn belangrijk, maar machtsverhoudingen zijn belangrijker, was het eerste wat ze zei. Daarover zo direct; eerst hoe het met het klimaat gesteld is.

Volgens het jongste energiescenario van Greenpeace kan de hele wereld in 2050 draaien op duurzame energie. Mooi toch? Maar Sylvia Borren was helemaal niet blij. Vraag uit de zaal van een jongeman. ‘Zijn we verdoemd?’ Het zal erom hangen, als het aan Greenpeace ligt. We hebben nog tien tot vijftien jaar om het tij te keren. Anders wordt het allemaal ellendig. Sylvia Borren had een 14-jarig meisje gesproken dat vroeg ‘of ze korter te leven had’. Borren kon het niet ontkennen. We gaan te langzaam. ‘Het lijkt wel of de mensen hun planeet de moeite niet waard vinden.’

De geesten worden opgewarmd. Over een maand is de grote klimaatconferentie in Parijs en dan moet het gebeuren. Anders gaan we eraan. Deze week werd in de Tweede Kamer de begroting van minister Kamp behandeld. Dat ging over het energieakkoord. Er is weer een rapport waarin staat dat we de doelstellingen niet halen. Geen 14 procent duurzame energie in 2020 maar slechts 12,4 of zelfs 11,9.

Volgens Sylvia Borren is ‘het glas nog maar voor een kwart vol’. Zeer radicale maatregelen moeten er komen, vond ook klimaatprofessor Pier Vellinga. Dan komen we ‘misschien’ met veel spul en moeite aan het maximum van 2 graden opwarming.

Ik vertrok met hangende schouders. Heus, ik geloof in de opwarming. Ik ben geen klimaatscepticus. Wel ben ik apocalypsontkenner. Wat mij niet bevalt, is de religieuze en antimoderne orgeltoon als het klimaat ter sprake komt. We gaan er weliswaar over tien jaar aan, maar kernenergie – nul ton CO2 – blijft taboe. We moeten anders gaan leven, het moet minder en het is de schuld van de welvarende wereld. Dat is de theologie van schuld en boete.

Sylvia Borren studeerde geen milieu maar ‘religion’, las ik op haar cv. En laten we domineesdochter Merkel niet vergeten, van de welkomstcultuur én van de Energiewende. Intussen produceert Duitsland met zijn windmolens nog geen gram CO2 minder, omdat de bruinkoolstook vrolijk verder gaat.

Waarom is het zo moeilijk om zakelijk over dit onderwerp te spreken? Een week geleden stond er in deze krant een aanstekelijk interview met de Amerikaanse milieuactivist Ted Nordhaus, die zich ecomodernist noemt. Helemaal mijn man. Hij zei dat Greenpeace de boel flest met een energiescenario waarin de hele wereld in 2050 duurzaam is – ‘fantasie, volkomen absurd’ om te denken dat het energiegebruik zal afnemen met tegen die tijd elf miljard wereldbewoners. …

Aldus Martin Sommer.

Lees verder hier.

Laat er geen misverstand over bestaan. De Milieubeweging drijft op een flinke dosis prijzenswaardig idealisme. Maar er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen Gesinnungsethik en Verantwortungsethik. Goede bedoelingen te over. Maar zij vormen niet zelden het plaveisel naar de hel.

Goede bedoelingen ontslaan mensen niet van de plicht te onderzoeken wat de gevolgen zijn van hun daden. Wat dát betreft hebben de ecomodernisten met chirurgische precisie de vinger op vele zere plekken gelegd. Zie hier, hier en hier.

Maar zij zijn niet de enigen. Patrick Moore, een van de oprichters van Greenpeace, heeft zich een aantal jaren gedesillusioneerd teruggetrokken uit de beweging en is nu een van de felste critici. Met haar oppositie tegen betaalbare energie op basis van fossiele brandstoffen en genetische modificatie belemmert de milieubeweging welvaartsverhoging c.q. armoedebestrijding in grote delen van de wereld. Het aantal slachtoffers daarvan – in termen van bestendiging van de armoede met alle ontberingen die daaruit voortvloeien, zoals een kortere levensverwachting, mede als gevolg van vroegtijdig overlijden aan vermijdbare ziekten – is niet bekend, maar loopt in de miljoenen, zo niet miljarden.

Het aantal slachtoffers als gevolg van de ban op DDT en gouden rijst wordt reeds op miljoenen geschat. Zie hier en hier.

Er zijn terroristische organisaties die minder doden op hun geweten hebben. Nogmaals, het gaat niet om goede bedoelingen – ik heb de overtuiging dat de milieubeweging daarin oprecht is – maar om de gevolgen van het eigen handelen. ‘Facts do matter!’

– – –

Beste Sylvia Borren,

Ik weet dat je het goed bedoelt. Maar zou je hierover eens willen nadenken?

Alsjeblieft.

Mvg,

Hans Labohm

– – –

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.