Han Vrijling. Foto: Waterforum.

Een gastbijdrage van Han Vrijling, em. prof. ir waterbouwkunde, TU Delft.

Op vrijdag 13 juli schreef Peter Kuipers Munneke in de NRC dat het niet de vraag is of maar wanneer Nederland onder water verdwijnt. Als onze voorouders zo bij de pakken waren gaan neerzitten, hadden wij niet in zo’n welvarend en veilig land geleefd.

Zijn spraakmakende voorspellingen zijn gebaseerd op rekenmodellen, observaties van deelprocessen (afsmelten van landijspakketten in Groenland) en geologische overwegingen, maar de vraag is of de zeespiegel ook echt rijst.

Gelukkig valt het mee, tot nu toe rijst de zeespiegel helemaal niet met 1 of 2 m.

Nederland volgt en analyseert de zeespiegelrijzing natuurlijk met bijzondere belangstelling. Zo stelt Fedor Baart in zijn proefschrift ‘Confidence in coastal forecasts’ (2013) vast dat de rijzing sinds 1880 gemiddeld 19 cm/eeuw bedraagt met een kleine 18,6 jarige golf er omheen (zie figuur 1).

Het tweede geruststellende aspect is dat het 100 jaar duurt, voordat de zeespiegel 1 m hoger staat, áls de versnelling zou beginnen. Zo’n periode is moeilijk voor te stellen, de moderne fiets met luchtbanden werd pas in 1888 uitgevonden en het eerste vliegtuig, de Kitty Hawk, vloog in 1903. Kortom de mens is in staat binnen drie, vier generaties opzienbarende oplossingen te vinden voor zijn wensen en problemen.

Foto: VVVF.

Voor een deel zijn die al gevonden en toegepast. In alle Nederlandse dijken (levensduur 50 j) is rekening gehouden met 20 cm/eeuw zeespiegelrijzing. Bij het ontwerp van de stormvloedkeringen met een langere levensduur (100-200 j) rekening gehouden met 40 tot 60 cm (resp. Oosterschelde en Maeslantkering). Dat geeft dus 50 tot 100 jaar (1 tot 3 generaties) de tijd om na te denken als de zeespiegel volgens de projecties versneld begint te rijzen.

Een tweede element in de discussie, dat dr. Kuipers Munneke niet noemt, is dat de klimaatverandering kan leiden tot frequentere en heviger stormen. Dat is mogelijk een grotere bedreiging voor onze waterkeringen. Ook dit is nog niet waargenomen middels de golf- en waterstandsmetingen in onze wateren. Een globaal aanvullend bewijs is dat onze stormvloedkeringen niet vaker zijn gesloten dan gepland. De Oosterscheldekering en de Maeslantkering moeten bij een waterstand van NAP + 3m dicht, dat is gemiddeld respectievelijk eens per 2 en eens per 10 jaar. De Oosterscheldekering is in 32 jaar 18 maal gesloten en de Maeslantkering in 20 jaar 1 maal (excl. proefsluitingen). Bij de Maeslantkering is daarom het sluitpeil verlaagd, zodat men vaker kan oefenen.

De voorspellingen van zeespiegelrijzing worden tot nu toe niet bevestigd door metingen (zie fig 2).

Moeten we echt weg ?

Kan Nederland zich tegen een extreme zeespiegelrijzing verdedigen? Reeds rond 1980 stuurde de toenmalige President van de USA Jimmy Carter de Nobelprijs winnaar dr. Thomas Schelling naar Nederland met het bericht dat de zeespiegel wel eens 5m zou kunnen rijzen en de vraag hoe wij Nederlanders de Amerikaanse stad Boston en ons eigen land daartegen zouden verdedigen. Met een Rijkswaterstaat collega heb ik toen voor beide gevallen een schetsontwerp gemaakt.

Boston kon met een ringdijk een schutsluis en een gemaal gered worden voor zeg 3 miljard $. Voor Nederland zat er niets anders op dan langs de gehele kust een dijk te bouwen met als grote vraag of de Waddenzee buiten of binnen die dijk moest blijven. Een ander bijzonder punt was dat de Rijn bij Rotterdam werd afgesloten met een dam en een gemaal om de afvoer naar zee, die 5m hoger staat, te pompen. Dat lijkt krankzinnig, maar bedenk dat al onze riviertjes als de Amstel, de Rotte, de Alblas, etc. tegenwoordig in een gemaal eindigen. En er wordt nu ook een gemaal op de Afsluitdijk gebouwd om indien nodig de IJssel naar zee te pompen.

Belangrijk is nog te vermelden dat die bescherming van Nederland wel veel geld zou kosten, maar gespreid over 100 jaar was het niet meer dan 0,1 tot 1% van ons Nationaal inkomen/jaar. Dat is de orde van grootte van de recente aardgasbaten.

Aan het werk

Kortom het is voor Nederland zaak niet Gods water over Gods akker te laten stromen, maar om ten eerste de werkelijke ontwikkelingen van de zeespiegel en de golven goed te meten en ten tweede plannen te maken. Vooral dat maken van concrete plannen is belangrijk om te voorkomen dat we het binnen 100 jaar niet eens worden over de oplossing.

Frank Spaargaren. Foto: Andere tijden.

Om die discussie op gang te brengen heeft ir. Frank Spaargaren (de Ingenieur, die dr. Kuiper Munneke citeert) met enkele oud-collegae, waaronder ik, het plan gelanceerd om de Nieuwe Waterweg af te sluiten (de Ingenieur 10-9-2014) met een dam voorzien van een gemaal, een uitwateringssluis en een schutsluis. Een dergelijke oplossing was in het Deltaprogramma niet voorzien, vermoedelijk wegens haven- en milieubezwaren, maar is de enige robuuste oplossing als de zeespiegel echt stijgt. Bovendien is het probleem van geringe beschikbaarheid van zoetwater ook opgelost. Minister Schultz van Haegen vond het een “volwaardig alternatief.. afhankelijk van de snelheid van de zeespiegelrijzing” in haar brief aan de 2e Kamer 17-2-2016 ‘Beantwoording motie Geurts’.

Evenzo zal de stormvloedkering in de Oosterschelde dan moeilijk te handhaven zijn in haar huidige vorm, net als het platengebied er achter. Volledige afsluiting is een simpel alternatief, maar het verhogen van alle dijken kan in theorie ook. En dan de Westerschelde…

Kortom er valt heel wat te bedenken en te ontwerpen, maar vooral ook te bediscussiëren, als de zeespiegel echt gaat rijzen. No regret maatregelen zijn niet voldoende, keuzen onvermijdelijk.

Naar mijn mening is het oplosbaar en betaalbaar, mits we het binnen een eeuw eens worden. “Deus mare, Friso litora fecit” (God heeft de zee gemaakt, de Fries de kust). Onze voorouders hebben ons het voorbeeld gegeven, maar het kan de komende 5 eeuwen een grote opgave worden. En op geologische tijdschaal dooft zelfs de zon.

Fig.1 De gemiddelde zeespiegelrijzing voor 6 kustplaatsen. De gekleurde lijnen geven het gemiddelde, de band de betrouwbaarheidsmarge. De dikke zwarte lijn geeft de gemiddelde trend voor alle plaatsen (F.Baart, 2013).

Fig.2 De prognoses voor zeespiegelrijzing van het KNMI 2004 en de Deltacommissie 2008. De dikke rode lijn geeft de gemiddelde trend van de metingen weer: 19cm/eeuw.