Ross McKitrick.

Auteur: Chris Morrison.

Vertaling: Martien de Wit.

Ongeveer de helft van alle oppervlakte-temperatuurmetingen die worden gebruikt om de opwarming van de aarde aan te tonen en de ‘Net Zero’-agenda te promoten, zijn verricht in de buurt van of grenzend aan start- en landingsbanen van vliegvelden. Dit verbazingwekkende feit uit onderzoek van professor Ross McKitrick doet nog meer ernstige twijfel rijzen over de geldigheid van drie belangrijke gegevensreeksen over de mondiale temperatuur, waaronder die van het Met Office, die nog steeds hogere mondiale temperaturen laten zien in vergelijking met andere betrouwbare metingen door satellieten en weerballonnen.

Luchthavens zijn bij uitstek ongeschikt om inzicht te geven in de temperatuur op aarde. Veel van deze luchthavens zijn grote industriële complexen die verspreid liggen over kilometers hitte-uitstralend asfalt en beton, waarin zich industriële gebouwen bevinden en waar voortdurend oververhitte uitlaatgassen van straalvliegtuigen van honderden graden Celsius worden uitgestoten.

Er zijn drie belangrijke datasets voor het aardoppervlak. HadCRUT wordt samengesteld door de Climate Research Unit van de Universiteit van East Anglia in samenwerking met het Met Office, NASA beheert het GISS-bestand van het Goddard Institute for Space Studies, terwijl NOAA wordt samengesteld door de nationale weerdienst van de V.S. Alle drie mondiale gemiddelden zijn afhankelijk van dezelfde onderliggende landgegevens van het Global Historical Climatology Network (GHCN). Zoals ik bij talrijke gelegenheden heb opgemerkt, zijn in alle drie de datasets significante correcties aangebracht, die tot gevolg hebben gehad dat de recente opwarming is toegenomen en het historische record lager werd.

Zoals de Daily Sceptic onlangs meldde, hebben de emeritus professoren William Happer en Richard Lindzen onlangs de regering van de V.S. verteld dat gedurende de laatste decennia, “NASA en NOAA temperatuurgegevens hebben vervalst om aan te tonen dat de stijgende CO2 niveaus hebben geleid tot het warmste jaar in de geschiedenis”. Deze valse en gemanipuleerde data zouden een “flagrante schending van de wetenschappelijke methode” zijn.

In het Verenigd Koninkrijk worden de oppervlaktegegevens gebruikt om van het weer een wapen te maken in het politieke belang van Net Zero. Een paar dagen warm weer zou in het verleden hebben geleid tot “Oh, wat is het heet!krantenkoppen, maar nu worden deze geschreven in de trant van, “Levensbedreigende hittegolf in gloeiend Groot-Brittannië!”. Het Met Office maakte regelmatig de temperatuur op Heathrow bekend, schijnbaar wanhopig om de hoogste meting die het kan vinden in het nieuws te brengen. Ondertussen vult de BBC haar klimaatpagina met verhalen als: “Hittegolf: Mag ik nu werk weigeren?”

Het te grote gewicht van luchthavengegevens in de wereldwijde gegevens over oppervlaktetemperaturen is al een aantal jaren bekend, hoewel er weinig discussie over is te vinden in de reguliere media of de academische literatuur. In een in 2010 gepubliceerd artikel stelde zprofessor economie Ross McKitrick van de universiteit van Guelph in Ontario vast, dat het aantal weerstations dat gegevens aan het GHCN levert, in 1990 en 2005 sterk is gedaald. Dit had tot gevolg dat de bijdrage van de luchthavens steeg tot ongeveer 50%. McKitrick merkte op dat de afname van het aantal stations de gemiddelde bandbreedte van de brongegevens verminderden en dat relatief meer koelere en hooggelegen meetpunten verdwenen waren. GHCN zou correcties toepassen, maar na 1990 “wordt de omvang daarvan ongeloofwaardig groot”.

De bovenstaande grafiek is door professor McKitrick gebruikt om het percentage aan te geven van de gegevens die door de luchthavens aan het GHCN zijn geleverd van 1890 tot 2010. De grafiek links is het wereldwijde percentage, met het noordelijk halfrond in het midden en het zuidelijk halfrond rechts. De gegevens die teruggaan tot 1890 hebben vermoedelijk betrekking op locaties die luchthavens zijn geworden. Chicago’s O’Hare Airport bijvoorbeeld was eind 1800 een boomgaard met een meetthermometer en heeft tot op de dag van vandaag de code ORD. De grote sprong na 1990 is duidelijk zichtbaar in alle drie de grafieken.

Joe d’Aleo.

In 2017 publiceerden drie klimaatschrijvers Drs. James Wallace, Joseph D’Aleo en Craig Idso, een studie waarin de geldigheid van de NOAA, NASA en HadCRUT data werd onderzocht. De conclusies die werden getrokken, werden onderschreven door een aantal academici, waaronder Dr. Richard Keen, Instructor Emeritus of Atmospheric and Oceanic Science aan de Universiteit van Colorado en Dr. Anthony Lupo, Professor in Atmospheric Science aan de Universiteit van Missouri. De bevindingen waren vernietigend:

“De overtuigende bevindingen van dit onderzoek zijn dat de drie GAST (global average surface temperature) datasets geen goede weergave zijn van de werkelijkheid.”

De Wallace-auteurs waren geïnteresseerd in de talrijke aanpassingen die in de gegevens over de oppervlaktetemperatuur worden aangebracht, een gewoonte die tot op de dag van vandaag voortduurt. Het Met Office heeft 30% extra opwarming toegevoegd aan het recente temperatuurrecord en de records uit het verleden sinds 2013 verlaagd. Er worden ‘warmste‘ jaren ooit geproclameerd, ondanks het feit dat het Verenigd Koninkrijk in de jaren 2010 in feite kouder was dan in de jaren 2000. De wereldwijde temperatuurpauze van 1998 tot ongeveer 2012 is uit de vijfde editie van HadCRUT gecorrigeerd, hoewel deze nog steeds duidelijk blijkt uit de satelliet- en ballongegevens. Volgens de satellietgegevens, die zelden in de mainstream media worden vermeld, begon de recente opwarming van de aarde meer dan 20 jaar geleden te stoppen.

Graig Idso.

In alle drie de datasets zijn vergelijkbare aanpassingen te zien; de drie auteurs zijn niet onder de indruk:

“In feite is de omvang van hun historische gegevensaanpassingen, die hun cyclische temperatuurpatronen hebben verwijderd, totaal onverenigbaar met gepubliceerde en geloofwaardige temperatuurgegevens uit de VS en andere landen.”

We verwijzen opnieuw naar de woorden van Profs Happer en Lindzen:

“Misrepresentatie, overdrijving, cherry picking of ronduit liegen dekt zo’n beetje al het zogenaamde bewijs dat wordt aangevoerd ter ondersteuning van de theorie van de catastrofale opwarming van de aarde veroorzaakt door fossiele brandstoffen en CO2.”

Bijna elke onderbouwing voor Net Zero wordt geleverd door deze gegevens over de oppervlaktetemperatuur, versterkt door klimaatmodellen. Zij staan centraal in de grimmige uitspraken van het IPCC en worden loyaal door de mainstream boodschappers doorgegeven.

Misschien is het tijd om eens in detail te kijken naar de temperatuurgegevens die worden opgedreven door de uitlaatgassen van straalvliegtuigen en voortdurend naar boven worden bijgesteld. En naar de klimaatvoorspellingsmodellen die er steevast naast zitten, om te zien of de wetenschap wel zo ‘vaststaand’ is, zoals wordt beweerd door de opinies van de politieke elite.

***

Bron: The Daily Sceptic.

Van de redactie

Zoals onze trouwe lezers weten, heeft Ap Cloosterman onlangs in vier ‘postings’ aandacht geschonken aan het boek van Patrick Moore: ‘Onzichtbare neprampen en verzonnen onheil’.

Deze zijn nu ‘gebundeld’ hier te vinden.

***