Pensioenbeheerder APG verkiest waterkracht boven (subsidie-afhankelijke) windmolens

Klaralven in Noord Varmland. ook met een hydropowerdam afgesloten zoals de meeste Scandinavische rivieren

De grootste pensioenbeheerder van Nederland APG  steekt 250 miljoen euro in waterkrachtenergie, vooral in Turkije. Dat meldt de Volkskrant vandaag. Volgens woordvoerder Harmen Geers zijn waterkrachtcentrales de duurzame energievorm met de minste risico’s voor investeerders omdat ze- in tegenstelling tot offshore windturbineterreinen- niet afhankelijk zijn van subsidie. APG maakte al bekend dat ze niet willen investeren in offshore-windturbineterreinen. Als voorbeeld van risico’s door subsidie-afhankelijkheid noemt Geers Spanje. De Spanjaarden draaiden de subsidieregelingen voor wind en zon terug, zodat investeerders plots verlies moesten nemen. De Spanjaarden konden de last van 200 miljard euro niet meer betalen. Wanneer de partij van de windmolens, de VVD zetels verliest aan de PVV zou een theoretische regering Wilders alle miljardensubsidies voor de aandeelhouders van Gemini en co stop kunnen zetten. Met name in Turkije zouden grote ontwikkelingsmogelijkheden liggen voor waterkracht. In Scandinavië zijn de meeste geschikte rivierlopen al ingedamd voor energie-opwekking, ook Alpenlanden als Zwitserland leunen naast kernenergie vooral op waterkracht. Overigens is waterkracht ecologisch gezien meer kwestieus dan wind- en zonneenergie omdat je alle waterlopen afsluit voor trekvis. Nuchter gezien hebben fossiele energiecentrales op afstand de minste impact op de natuur door hun lage ruimteverbruik. Wanneer je ‘milieu’ breder trekt dan CO2 komt het kostenbaten-plaatje er anders uit te zien. APG investeerde eerder wel in windmolens op land, die op de goede locaties kunnen concurreren in kostprijs met stroom uit aardgas, hoewel fossiele energie basislast kan leveren en windstroom enkel variabele last en beide niet vergelijkbaar zijn.