Van een onzer correspondenten.

Lange tijd heeft Martien Visser geredeneerd dat Nederland prima zonder kernenergie zou kunnen. We hebben immers de Noordzee. Hij is daar sterk aan gaan twijfelen, omdat het domweg te riskant is teveel ballen in één mandje te leggen en erop te vertrouwen dat het wel goed komt.

Op alle onderdelen van de energietransitie vliegen we elkaar in de haren. Kernenergie spant toch wel de kroon. Bij velen blijkt de angst voor het atoom groter dan de angst voor het klimaat. Algemeen aanvaard wordt dat de klimaateffecten van kernenergie gelijk of zelfs lager zijn dan bij zon en wind. Maar kernenergie geeft radioactief afval en er is risico op een ernstig ongeluk. Bovendien kan kernenergie worden ingezet om kernwapens te maken. Nu is dat laatste in Nederland niet aan de orde en moderne kerncentrales zijn ontegenzeggelijk veel veiliger dan de oude. Het probleem met het radioactief afval blijft evenwel. Nederland slaat dat bovengronds op. Wachtend op een methode om dit te kunnen gaan verwerken.

Ook de kosten voor kernenergie spelen een rol in de discussie. KiloWatturen uit zon en wind zijn goedkoper dan uit kerncentrales. Wanneer het waait of de zon schijnt althans. Hier zit echter een adder onder het gras. Verschillen in financieringskosten spelen namelijk een grote rol. Dat is niet zozeer techniek gerelateerd, maar heeft een politieke achtergrond. Namelijk de grote zorgen financiers van kernenergie dat een project zwaar wordt gedupeerd door een veranderend politiek sentiment. Tussen aanbesteding en ingebruikname van een kerncentrale zitten al gauw drie verkiezingen. Investeerders in kernenergie zullen dan ook zware eisen stellen aan de overheid, zodat zij niet door diezelfde overheid kunnen worden gedupeerd. Dat is terecht. De wetten van risk management schrijven voor dat de partij die een risico het meest kan beïnvloeden, dat moet dragen. Desondanks zal er een flinke portie wantrouwen blijven, ook bij de financiers. Dat leidt tot oneigenlijk hoge financieringskosten en daarmee tot onnodig hoge kosten per kWh geproduceerde elektriciteit. Deze kosten zullen uiteindelijk door de maatschappij moeten worden opgebracht.

‘Wat mij betreft is TenneT de aangewezen partij om de twee eerste kerncentrales te realiseren.’

De oplossing is dat de overheid de geplande eerste twee kerncentrales door een staatsdeelneming laat realiseren en opereren. Immers, mocht de overheid dan halverwege van mening veranderen, dan schiet ze zichzelf in de voet. Zeg maar, een natuurlijke hedge. Wat mij betreft is TenneT de aangewezen partij om de eerste twee Nederlandse kerncentrales te realiseren. Een bedrijf dat succesvol gigantische AC/DC-platforms op de Noordzee kan laten bouwen, kan dat ook met een kerncentrale. Van Europa mag het. Wel dient de Energiewet aangepast te worden. De bouw van de centrales gebeurt natuurlijk door marktpartijen. Evenzo wordt de beschikbare opwekcapaciteit via tolling agreements aan marktpartijen ter beschikking gesteld. Dat geeft dan meteen ook middelgrote en kleine partijen de kans om desgewenst een portie kernenergie in hun portfolio op te nemen. Andere mogelijkheden om het politieke risico van kernenergie te elimineren zijn ook prima; ik zie ze alleen niet. Wat mij betreft is oplossing van dit vraagstuk de lakmoesproef voor de minister van EZK de komende maanden: Wil men serieus kernenergie, of probeert men een spaak in de coalitiewielen te steken?

‘Wie garandeert dat het op de Noordzee in 2050 of 2100 nog net zoveel waait als nu?’

Of kernenergie nuttig is voor Nederland hangt af van de aannamen. Je kunt optimalisatiestudies uitvoeren tot je een ons weegt. Het zal niet helpen. Hooguit om besluitvorming uit te stellen. Energievraag is er genoeg. Nederland heeft, inclusief scheepvaart, luchtvaart en grondstoffen, in 2050 minimaal 3000 PJ aan primaire energie nodig. Alle huidige plannen voor wind en zon tellen op tot 600 PJ. Nog een flink eind te gaan derhalve. Nederland kijkt daarbij verlekkerd naar haar uitgestrekte en windrijke deel van de Noordzee. We kunnen daar veel windturbines in kwijt en daarmee een fors deel van onze totale energievraag invullen. En daar zit de crux. Want vertrouwen we daarmee niet teveel op één bron? Wie garandeert dat het op de Noordzee in 2050, 2070 of 2100 evenveel waait als nu? Dat er tegen die tijd, vanwege klimaatverandering of omdat andere landen veel wind afvangen, niet een situatie optreedt zoals nu in de Middellandse zee? Daar waait het op hoogte 30% minder dan op de Noordzee, waardoor windturbines daar minder dan de helft aan energie opbrengen. En stel dat er maandenlange periodes gaan voorkomen dat het op de Noordzee niet of nauwelijks waait?

‘Ik vind het plan van de coalitie om twee kerncentrales te gaan bouwen een prima stap.’

Lange tijd heb ik geredeneerd dat Nederland desgewenst prima zonder kernenergie zou kunnen. We hebben immers de Noordzee. Ik ben daar sterk aan gaan twijfelen. Het is volgens mij domweg te riskant teveel ballen in één mandje te leggen en erop te vertrouwen dat het wel goed komt. Althans, als we serieus een CO2-neutrale samenleving eisen in 2050 of eerder. Ik vind daarom het plan van de coalitie om twee kerncentrales te gaan bouwen een prima stap. Nederland bouwt daarmee een positie op die haar in staat stelt later te besluiten over de meer definitieve rol van kernenergie. Fors uitbreiden, een beetje uitbreiden, of het hierbij laten. Kostenverschillen met wind en zon in spelen op dit moment een ondergeschikte rol. Het gaat namelijk niet om optimalisatie, maar om robuustheid. Om wendbaarheid. Daarom ook doet Nederland er goed aan met een aantal gelijkgestemde landen te investeren in seriebouw van middelgrote kernreactoren, die de potentie hebben tenminste een deel van het klimaatvraagstuk op te vangen. Wellicht hebben we ze nooit nodig. Maar mocht het tegenovergestelde blijken, dan is het toch wel heel prettig als ook die technologie op de plank ligt.

‘Deze twee kerncentrales gaan natuurlijk ons klimaatvraagstuk niet oplossen.’

Laten we wat dit betreft niet vergeten dat er buiten Nederland ook een klimaatvraagstuk ligt. Meer dan 250 keer zo groot zelfs. Nederland heeft veel windrijke Noordzee, Duitsland heeft al veel minder en België vrijwel niets. Evenzo de meeste andere Europese landen. Europa zal sowieso veel CO2-vrije energie moeten gaan importeren. Vooralsnog strijden veel potentiële exporteurs om een plaatsje op de Europese markt, maar hoe is de mondiale situatie in 2050, 2070 of 2100? Kernenergie kan helpen die importafhankelijkheid desgewenst te beperken, mocht dat op termijn nuttig zijn.

Martien Visser.

Tot slot. De twee kerncentrales gaan ons klimaatvraagstuk natuurlijk niet oplossen. Daarvoor zijn ook niet bedoeld. Maar laten we er echter ook niet te minachtend over doen. Samen zijn ze goed voor 25 TWh elektriciteit. Dat is meer dan alle elektriciteit die in Nederland in 2030 met windturbines op land en in het IJsselmeer zal worden geproduceerd.

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie.

***

Bron hier.